Johannes Huyssen

Huyssen, Johannes

(1) (Middelburg ? - Middelburg 24 augustus 1653), ridder, heer van Goidschalkoord, Warendijk, Zoutelande en Cattendijke. Door de Staten van Zeeland werd hij 13 januari 1620 gemachtigd om als advocaat wegens het gewest verblijf te houden te 's-Gravenhage. In 1623 werd hij benoemd tot schepen van Middelburg, vervolgens in 1629 en 1630, in welk jaar hij tevens thesaurier was,tot raad en in 1631 tot burgemeester. 24 Augustus 1633 werd hij benoemd tot rentmeester generaal van de grafelijke domeinen van Zeeland Bewesten-Schelde.

(2) (Middelburg 22 september 1630 - Middelburg 5 september 1667), ridder, heer van Oud- en Nieuw-Vossemeer; was raad en schepen van Middelburg tussen 1658 en 1666 en thesaurier in 1663 en 1666.

AUTEUR

L. Hageman, gecontroleerd redactie 2013

LITERATUUR

Scheffer, Huyssen van Cattendijke.

N.N.B.W. III.

Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984

(1) (Middelburg ? - Middelburg 24 aug. 1653). Ridder, heer van Goidschalkoord, Warendijk, Zoutelande en Cattendijke, 10 maart 1635 daarmee verleid. Door de Staten van Zeeland werd hij 13 januari 1620 gemachtigd om als advocaat wegens het gewest verblijf te houden te 's-Gravenhage. In 1623 werd hij benoemd tot schepen van Middelburg, vervolgens in 1629 en '30, in welk jaar hij tevens thesaurier was, tot raad en in 1631 tot burgemeester. 24 Augustus 1633 werd hij benoemd tot rentmeester generaal van de grafelijke domeinen van Zeeland Bewesten-Schelde.

(2) (Middelburg 22 sept. 1630 - Middelburg 5 sept. 1667). Ridder, heer van Oud- en Nieuw-Vossemeer; was schepen van Middelburg in 1659, '60, '64 en '65; raad in 1658, '61, '6 2 en '66 en thesaurier in 1663 en '66.