Hugo de Jonge

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Hugo de Jonge

Hugo de Jonge. Bron: Wikimedia Commons, 2019.
Geboren 26 september 1977 Bruinisse
Beroep onderwijzer, beleidsmedewerker en minister

Hugo de Jonge een in Zeeland geboren en opgegroeide Nederlands politicus voor het Christen-Democratisch Appèl (CDA). Hij was van 2017 tot 2022 vicepremier en minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, waarbij hij onder andere verantwoordelijk was voor de bestrijding van de coronauitbraak. Daarna was hij van 2022 tot 2024 minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. Tevens was hij van 2023 tot 2024 ook minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Vanaf september 2024 is hij waarnemend commissaris van de Koning voor de provincie Zeeland.

Achtergrond

Hugo de Jonge werd geboren in het Zeeuwse Bruinisse. Zijn vader was daar predikant van de Hervormde Kerk. Zijn moeder was verpleegkundige. Voor het predikantschap verhuisde het gezin toen De Jonge twee jaar oud was naar Alphen aan den Rijn en vijf jaar later (in 1984) naar Zaamslag. In dit Zeeuws-Vlaamse dorp bezocht Hugo de Jonge basisschool De Torenberg.[1] Het gezin De Jonge bleef acht jaar in Zaamslag, tot 1992. Achteraf noemde Hugo de Jonge het de belangrijkste tijd van zijn jeugd.[2]

Hugo de Jonge tijdens een werkbezoek aan Emmen in 2018. Bron: Wikimedia Commons

Opleiding

Hugo de Jonge haalde in 1995 zijn havodiploma in Oud-Beijerland, waarna hij de opleiding tot leraar in het basisonderwijs (Pabo) volgde aan de Ichthus Hogeschool in Rotterdam. Daarna behaalde hij aan de Octaaf P.C. Academie voor Schoolmanagement in Zwolle ook nog het diploma Schoolleider Primair Onderwijs.

Onderwijs

In 1999 werd Hugo de Jonge leerkracht bij de christelijke basisschool de Akker in Rotterdam-Zuid. Een jaar later werd De Jonge tot 2004 adjunct-directeur bij de Da Costa School in een andere Rotterdamse achterstandswijk.

Beleidsmedewerker en assistent

In 2004 werd hij op voorspraak van oud-Tweede Kamerlid Jan de Vries beleidsmedewerker Onderwijs van de Tweede Kamerfractie van het CDA. Twee jaar later werd De Jonge politiek assistent van minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Maria van der Hoeven. Daarna was hij dat op hetzelfde ministerie van staatssecretaris Marja van Bijsterveldt. Met succes, want op het ministerie willen ze De Jonge niet kwijt. Tussendoor was hij ook nog waarnemend politiek assistent van minister-president Jan Peter Balkenende in 2008. Vervolgens was hij tot 2010 lid van het managementteam van de directie Voortgezet Onderwijs op het ministerie, waar hij Projectleider Taskforce Gratis Schoolboeken en Programmamanager Kwaliteitsagenda Voortgezet Onderwijs was.

Wethouder van Rotterdam

Hugo de Jonge samen met premier Rutte tijdens de uitreiking van de Militaire Willems-Orde, 2018. Bron: Wikimedia Commons

In 2010 werd De Jonge in Rotterdam benoemd tot wethouder van Onderwijs, Jeugd en Gezin in Rotterdam. De Jonge pleitte in 2013 bij Knevel & Van den Brink na een stapeling van problemen bij de Islamitische Scholengemeenschap Ibn Ghaldoun voor sluiting, maar had daarvoor niet de wettelijke mogelijkheden.

In 2014 werd hij opnieuw geïnstalleerd als wethouder met de portefeuille zorg. Datzelfde jaar werd De Jonge uitgeroepen tot Rotterdams politicus van het jaar. Als wethouder zette hij zich onder andere heel sterk in voor de bestrijding van eenzaamheid. Tevens pleitte hij voor de landelijke mogelijkheid tot verplichte anticonceptie voor ouders die (op dat moment) niet in staat waren tot verantwoord ouderschap. In Rotterdam begon De Jonge gelijktijdig met een programma om ouders hiervan vrijwillig te overtuigen. Bij zijn afscheid van de Rotterdamse politiek in oktober 2017 ontving hij de Wolfert van Borselenpenning vanwege zijn grote verdiensten voor de havenstad.

Vicepremier en minister van VWS

In oktober 2017 werd De Jonge benoemd als minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en als vicepremier in het kabinet-Rutte III. [3] Hij kwam even in het nieuws omdat hij tijdens de bordesscene hele opvallende witte schoenen aan had. Sommige mensen vonden dat ijdel en overdreven, omdat hij daarmee alle aandacht op de foto naar zich toe zou trekken. Andere mensen vonden het juist vernieuwend en modieus. Bij zijn aantreden koos De Jonge ouderenzorg als belangrijkste thema, waarvoor in het regeerakkoord ook twee miljard euro vrijgemaakt was. De Jonge noemde de marktwerking in de zorg doorgeschoten en pleitte voor minder markt en meer samenwerking. Als minister stond De Jonge bekend om het afleggen van veel werkbezoeken, het liefst minimaal twee per week. Hij focuste zich minder op wetgevingstrajecten, maar kwam met diverse actieprogramma's zoals "Eén tegen Eenzaamheid", "Kansrijke Start" en "Werken in de Zorg". De Jonge zocht ook regelmatig de publiciteit op om aandacht te vragen voor onderwerpen uit de actieprogramma's. Vanwege het opzoeken van de publiciteit kreeg de Jonge tijdens zijn ministerschap regelmatig het verwijt vooral bezig te zijn zichzelf te profileren.

Corona

Hugo de Jonge en premier Rutte tijdens een persconferentie in coronatijd. Bron: Wikimedia Commons

Aanvankelijk had De Jonge slechts een ondersteunende rol bij de bestrijding van de uitbraak van corona. Dit stond onder leiding van minister voor Medische Zorg Bruno Bruins. Bruins zakte echter vlak na de uitbraak in Nederland tijdens een debat op 18 maart 2020 in elkaar en stapte op als minister. Hugo de Jonge kreeg vervolgens de verantwoordelijkheid voor het coronadossier.

Als minister verantwoordelijk voor de coronabestrijding gaf De Jonge regelmatig met Rutte persconferenties. Hij was ook verantwoordelijk voor het invoeren van het coronatoegangsbewijs, waarbij men alleen toegang had tot sommige activiteiten als men gevaccineerd, getest of recentelijk genezen was. De Jonge verdedigde ook de invoering van een strengere variant (zogenaamde 2G), waarbij alleen met test of vaccinatie gold, maar dit werd later ingetrokken bij gebrek aan steun in de Tweede Kamer.

In 2020 liet De Jonge zijn ministerie contact leggen met partijgenoot Sywert van Lienden, die beweerde gratis mondkapjes te kunnen leveren. Uiteindelijk sloot minister voor Medische Zorg Martin van Rijn een mondkapjesdeal, waarop Van Lienden en zijn partners miljoenenwinst maakte. Dit leidde tot de zogenoemde mondkapjesaffaire. De Jonge had aanvankelijk ontkend betrokken te zijn bij de deal, maar in 2022 bleek dat hij ze wel in contact gebracht had.[4]

Partijleider

Hugo de Jonge samen met collega-ministers tijdens een EU-meeting in 2022. Bron: Wikimedia Commons

Al vanaf het aantreden van De Jonge werden hij en collega-minister Wopke Hoekstra gezien als kroonprinsen binnen de partij, de vermoedelijke opvolgers van partijleider Sybrand van Haersma Buma. Nadat Van Haersma Buma opstapte en er een lijsttrekkersverkiezing werd georganiseerd, stelde De Jonge zich hiervoor op 18 juni 2020 kandidaat. Hoekstra zag af van deelname, waardoor De Jonge het opnam tegen Mona Keijzer, Martijn van Helvert en Pieter Omtzigt. De eerste ronde won De Jonge met 48,7%, waarna hij samen met Omtzigt doorging naar de volgende ronde. Ook de tweede ronde won De Jonge met een nipte 50,7% van de stemmen. Vanwege technische problemen en het kleine verschil bleef er binnen de partij echter twijfel bestaan over de betrouwbaarheid van de uitslag.[5]

Na deze verkiezing begon een fluistercampagne, door onder meer sponsoren, tegen De Jonge. Een evaluatiecommissie na de Tweede Kamerverkiezingen van 2021 onder leiding van Liesbeth Spies schreef over deze periode dat 'De Jonge door sommigen niet geaccepteerd werd, de peilingen tegenvielen en de fondsenwerving achterbleef'. Op 10 december 2020 legde De Jonge het lijsttrekkersschap neer. Hij ontkende dat gedaan te hebben onder druk, en deed het naar eigen zeggen omdat het ministerschap verantwoordelijk voor coronabestrijding niet te combineren bleek met het lijsttrekkerschap. De Jonge zag ook af van een andere plek op de kandidatenlijst. Na het opstappen werd Hoekstra door het partijbestuur aangewezen als CDA-lijsttrekker.

Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening

Op 10 januari 2022 werd De Jonge minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening in het kabinet-Rutte IV.[6]

Op 5 september 2023 werd De Jonge ook demissionair minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, nadat Hanke Bruins Slot (toen de minister van Binnenlandse Zaken) werd benoemd tot Minister van Buitenlandse Zaken. Zij volgde Wopke Hoekstra op, nadat hij werd benoemd tot Europees commissaris voor de Europese Green Deal. De ministerschappen van Hugo de Jonge eindigden op 2 juli 2024, toen het kabinet-Schoof aantrad.

Waarnemend commissaris van de Koning in Zeeland

In augustus 2024 hebben Provinciale Staten van Zeeland respectievelijk de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties De Jonge voorgedragen als waarnemend commissaris van de Koning in deze provincie. Deze voordracht is door de ministerraad overgenomen zodat hij middels Koninklijk besluit benoemd kan worden per 15 september 2024.

Privé/trivia

De Jonge is lid van de Protestantse Kerk in Nederland, is sinds 1999 getrouwd en heeft twee kinderen. Hij heeft een broer (Marien) die werkzaam is in de farmaceutische industrie. Zijn oom is oud-burgemeester en oud-Tweede Kamerlid Aat de Jonge. Hugo de Jonge staat bekend als een fanatiek Feyenoord-supporter.

Betekenis

Hugo de Jonge tijdens lancering van MAEX in Rotterdam, 2016. Bron: Wikimedia Commons

Gedreven, ijdel, workaholic, family-man. Het zijn zo maar wat termen die voorbij komen als het gaat over Hugo de Jonge. Hoe het ook zij; feit is dat de voormalige inwoner van Zaamslag in betrekkelijk korte tijd als een komeet omhoog schoot in de landelijke politiek en het zelfs schopte tot vice-premier. De basis daarvoor werd voor een niet onbelangrijk deel gelegd in zijn ouderlijk huis, een warm nest, waar Hugo de Jonge als domineeszoon ongetwijfeld de nodige maatschappelijke betrokkenheid meekreeg. Ook zijn onderwijzersschap in Rotterdamse achterstandswijken en zijn ervaringen als wethouder van Rotterdam droegen hier waarschijnlijk sterk toe bij.

Als minister was hij nooit onomstreden. Hij zou te veel op de voorgrond willen treden en wel eens te hard van stapel lopen. In de moeilijke jaren dat het coronavirus ons land geselde groeide hij voor veel Nederlanders bovendien uit tot een soort nationale Kop van Jut. Ondanks al die kritiek bleef Hugo de Jonge een gedreven minister die zich niet uit het veld liet slaan bij tegenwind en ook nooit uit was op de populariteitsprijs.

De verwachting was dat Hugo de Jonge na zijn ministerschap gekozen zou worden tot burgemeester van zijn woonplaats Rotterdam. Die eer was echter weggelegd voor collega-minister Schouten van de ChristenUnie. Het (tijdelijke) commissarisschap van zijn geboorteprovincie Zeeland is voor hem echter een heel mooie troostprijs. [7]

Belangrijkste nevenfuncties

  • lid algemeen bestuur GGD Rotterdam-Rijnmond
  • voorzitter gemeenschappelijke regeling Jeugdhulp Rotterdam-Rijnmond

Prijzen/eretekens

  • Wolfert van Borselenpenning, oktober 2017, vanwege zijn grote verdiensten voor de havenstad
  • Ridder in de Orde van Oranje-Nassau, 2024

Bronnen

Auteur

W. van Gorsel, 2024

Noten