Windenburg, Huis

Windenburg, Huis

Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984

Voormalig kasteel bij Dreischor, dat tussen 1388 en 1401, wellicht door de ambachtsheer Albrecht van Beieren, is gebouwd. Onder Adolf van Kleef vond in de jaren 1476, '77 en '78 een omvangrijke verbouwing plaats. Waarschijnlijk kreeg Windenburg toen de vorm waarin het van de afbeeldingen van o.a. Hildernisse bekend is. In 1837 werd het huis voor afbraak verkocht met de bepaling dat de funderingen slechts tot op een bepaalde hoogte mochten worden afgebroken. In 1953 liet de gemeente Dreischor de funderingen blootleggen en in 1955 werden deze door de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek nader onderzocht. Hierbij bleek dat het gebouw oorspronkelijk als sterkte was opgezet. De fundering was cirkelvormig met een middellijn van 17,5 m en een muurdikte van 2,45 m. Een opmerkelijk gebouw met zijn uitspringend poortgebouw, zijn ongeveer half-cirkelvormig binnenplaatsje van ongeveer 7,5 bij 12 m en zijn beperkte woonruimte in de vorm van een cirkelsegment. De 'saele' op de verdieping kan nauwelijks 6 bij 4,5 m hebben gemeten. Het huis was bedoeld als ambtswoning voor een baljuw.

LITERATUUR

J.P, van den Broecke, Middeleeuwse kastelen. J.G.N. Renaud, Het Huis Windenburg te Dreischor. Ber. ROB, 1957. J.G.N. Renaud, Het Huis Windenburg te Dreischor, Bull. K.N.O.B., 1957.