Haardstenen
Haardstenen |
---|
Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984
Uit klei vervaardigde, gebakken stenen ter lengte van 14 -16 cm, die in de muur achter het open haardvuur werden aangebracht ter bescherming en als versiering van de achterwand. Ze werden toegepast van de 14e tot in de 17e eeuw. Aanvankelijk werd in pyramidevorm gestapeld, sinds ca. 1600 meer in een rechte baan. In het begin werden gewone bakstenen als haardsteen gebruikt, later zocht men er bijzonder vuurvaste exemplaren voor uit. Vooral stenen uit Vlaanderen waren door hun vuurbestendige kwaliteit gewild. Op den duur voldeden de eenvoudige stenen niet meer en kwam er vraag naar versierde stenen. Omdat wandtegels uit die tijd met slibversiering en loodglazuur niet geschikt waren als haardsteen is men ertoe gekomen stempelversieringen in de baksteen aan te brengen. Dit werd gedaan door een houten stempel vóór het bakken in de nog vochtige klei te drukken. Naast stenen in normaal baksteenformaat waren ook grote, halfronde of frontonvormige haardstenen in de handel. Deze dienden ter afsluiting van de bovenzijde van het versierde deel van de schouwwand. Het gebruik van speciale haardstenen stamt uit het gebied tussen de Maas en de Rijn (Maastricht, Aken, Luik). Al spoedig werden de haardstenen ook in andere plaatsen vervaardigd, in Brabant en Antwerpen, later ook in Holland en Utrecht. De ouderdom en de herkomst van haardstenen kan bij benadering vastgesteld worden omdat de grondstof, de afmetingen maar vooral ook de stijl van versieren van streek tot streek verschillend waren. In de 17e eeuw komt er een einde aan de vraag naar 'bakstenen met verheven beeldwerk'. Gietijzeren haardplaten en geglazuurde ('Delftse') tegels van goede kwaliteit raken dan in de mode.In Zeeland zijn versierde haardstenen o.a. bekend van Burgh, slot Craaijenstein, Veere, Zandenburg, Reimerswaal en Middelburg. Er zijn geen egevens dat de stenen in de provincie werden vervaardigd. In de verzameling van het Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen/Zeeuws Museum te Middelbur g zijn tientallen fraaie exemplaren aanwezig. Zij zijn echter voor een deel niet uit Zeeland afkomstig, maar o.a. uit de Brittenburg bij Katwijk.
AUTEUR
J.A. Trimpe Burger
LITERATUUR
Hollestelle, Haardstenen, Bull. K.N.O.B. 1959, kol.257-278. J. Hollestelle, De steenbakkerij in de Nederlanden tot ca. 1560. J. Hollestelle, Herkomst en verspreiding van haardstenen in de Nederlanden, Antiek (1970) 360-366. J. H ollestelle, Haardstenen in enkele Gelderse kastelen. Liber Castellorum, (1981) 360-366. A.A. van der Poel, Drie haardstenen afkomstig van het slot Craienstein Burgh, Mededelingenblad van de Ver. Stad en Lande van Schouwen-Duiveland, nr. 33, 264-271. S. de Wind, Iets over de oude baksteenen met verheven beeldwerk, voorhanden in het kabinet van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen.
AFBEELDING
Haardsteen (sluitsteen) met het wapen van Karel V, afkomstig van het slot Craaijenstein te Burgh op Schouwen; afmetingen: h. 20 cm, br. 30 cm, dikte 5 cm. Op de haardsteen is afgebeeld de rijksadelaar op een schild, waarboven de keizerskroon, aan weerszijden twee kolommen omslingerd door een banderol met het devies 'Plus Oltre'; boven het jaartal 1552. Naast de keizerskroon ziet men de zg. stokken- of Andrieskruisen van de Bourgondiërs. Oorspronkelijk luidde het devies 'Non plus ultra', d.w.z. 'Niet verder dan het uiterste'. Hiermee werd bedoeld de Straat van Gibraltar, in de oudheid de 'Zuilen van Hercules' genoemd (zij golden als het einde van de toenmaals bekende wereld). Na de ontdekking van Amerika door Columbus in 1492, werd de zinspreuk veranderd in 'Plus Oltra' (op de afgebeelde haardsteen in oud Frans 'Plus Oltre'): 'Verder dan het uiterste', aangezien de wereld toen open lag voor verdere ontdekkingen en veroveringen. Naast de zuilen van Hercules zijn op de haardsteen twee wapendieren afgebeeld: een griffioen en een leeuw.