IJsvogel

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
IJsvogel
IJsvogel, bron: ZB Tijdschriftenbank; Sterna; december 2019, Henk Harmsen

IJsvogel (Alcédo átthis)

De ijsvogel is een kleine vogel met staalblauwe bovendelen en roodbruine onderdelen, korte staart, lange donkere snavel en rode poten. Broedt in zelf gegraven gangen in steile oevers. Vangt visjes door vanaf een zitplaats in het water te duiken; bidt soms. Stand- en zwerfvogel. In Zeeland zijn verspreid door de provincie enkele broedgevallen bekend, het meest regelmatig in Zeeuws-Vlaanderen. Dialect; Zeeuws-Vlaanderen; Iespauwke.

Historie

De ijsvogel heeft sterk te lijden van strenge winters, waardoor de populatie vaak wordt gedecimeerd. Na een zeer sterke afname in de winter 1962-'63 heeft de ijsvogelpopulatie in Nederland zich langzaam hersteld en telde in 1975 275-350 paar, waarvan 5-7 paar in Zeeland. Door het creëren van kunstmatige nestgelegenheid, hetgeen reeds op enkele plaatsen in Zeeland is gebeurd, is het mogelijk het broeden van de ijsvogel te stimuleren. Buiten de broedtijd, van juli tot april, is de ijsvogel een regelmatige bezoeker van allerlei wateren en wordt dan ook wel langs brak en zout water gezien. Vaak worden meer exemplaren tegelijk waargenomen.

Auteur

-P.L. Meininger

Literatuur

-Meininger, Kwak en Heijnen, De IJsvogel als broedvogel. Meininger, Kwak en Heijnen, Het creëren van kunstmatige nestgelegenheid.