Johannes van Aalst (Aelstius)
| Aalst, Johannes Van (aelstius) |
|---|
(ca. 1660 – begraven Middelburg 10 juni 1712). Predikant.
Levensloop
Werd waarschijnlijk in oktober 1680 ingeschreven aan de Leidse universiteit en in 1687 predikant te Hoornaar, te Beverwijk (1698) en Middelburg (1705). Toen in 1709 de Illustere School voor de 4e keer werd opgericht, werd Van Aalst er hoogleraar in de filosofie.
Prestaties
Was een aanhanger van Descartes wat bleek uit zijn in 1696 uitgegeven boek 'Bespiegeling der Reden-leer'. Niettegenstaande zijn Cartesianisme nam hij deel aan de strijd tegen Balthazar Bekker en diens boek `De betoverde Weereld'. Eveneens keerde hij zich tegen Spinoza in zijn in 1705 uitgekomen 'Inleiding tot de Zeden-leer'.
AUTEUR
S.J.M. Hulsbergen, herz. Peter Sijnke (2011).
LITERATUUR
Van der Aa, Biographisch Woordenboek. http://zoeken.zeeuwsebibliotheken.nl/?itemid=|library/vubissmart-zeeland|1247749
Biographisch woordenboek Protestantsche Godgeleerden
http://zoeken.zeeuwsebibliotheken.nl/?itemid=|library/vubissmart-zeeland|1080118
Nagtglas, Levensberichten. http://zoeken.zeeuwsebibliotheken.nl/?itemid=|library/vubissmart-zeeland|1256781
N.N.B.W. VII
Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984
(Middelburg juni 1712). Predikant. Werd waarschijnlijk in oktober 1680 ingeschreven aan de Leidse universiteit. Werd predikant te Hoornaar (1687), Beverwijk (1698), Middelburg (1705). Toen in 1709 de Illustere School voor de 4e keer werd opgericht, werd Van Aalst er hoogleraar. Hij was een vurig aanhanger van Descartes wat bleek uit zijn in1696 uitgegeven boek 'Bespiegeling der Reden-leer'. Des te merkwaardiger is het dat hij in het Middelburgse milieu terecht kwam en blijkbaar werd gewaardeerd. Niettegenstaande zijn Cartesianisme nam hij deel aan de strijd tegen Balthazar Bekker en diens `De betoverde Weereld'. Eveneens keerde hij zich tegen Spinoza in zijn in 1705 uitgekomen 'Inleiding tot de Zeden-leer'.
AUTEUR
S.J.M. Hulsbergen
LITERATUUR
Van der Aa, Biographisch Woordenboek. Biographisch woordenboek Prot. godgeleerden. Nagtglas,
Levensberichten. N.N.B.W. VII