Nicolaas van Heyst (of Heystius)
| Heyst, Nicolaas Van Of Heystius |
|---|
(gedoopt te Zierikzee op 19 mei 1591 - ? ). Predikant.
Werd op 11 april 1609 als student in de godgeleerdheid ingeschreven te Leiden, waar hij op 6 augustus 1611 als proponent werd toegelaten. Op 1 september 1613 werd hij naar Noordgouwe en Kerkwerve beroepen en daar op 13 oktober door Godefridus Udemans als predikant bevestigd. Januari 1615 werd hij als opvolger van Dan. Slatius naar Oosterland beroepen, april 1615 bevestigde hij te Noordgouwe zijn opvolger J. Schouten. Spoedig naar Goes beroepen, werd hij op 4 januari 1616 tot de classis van Zuid-Beveland toegelaten. Naar aanleiding van de uitgebroken burgeroorlog in Engeland (1642-1648) tussen Kroon en Parlement, waarbij de kerk het laatste steunde, werd hij in 1643 met Gid. van Deinse, Godefridus Udemans en Joh. Bosschaert door de classis van Zeeland gemachtigd om de belangen van de kerken van Engeland en Ierland bij de Staten-Generaal te bevorderen. Op 2 april 1650 werd hij emeritus te Goes.
AUTEUR
L. Hageman, gecontroleerd redactie 2013
LITERATUUR
Algemeen Nederlandsch Familieblad, 1895, XII, 179,1 80, 232, 234.
N.N.B.W. I.
Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984
(gedoopt te Zierikzee op 19 mei 1591). Werd op 11 april 1609 als student in de godgeleerdheid ingeschreven te Leiden, waar hij op 6 augustus 1611 als proponent werd toegelaten. Op 1 september 1613 werd hij naar Noordgouwe en Kerkwerve beroepen en daar op 13 oktober d.a.v. door Godefridus Udemans als predikant bevestigd. Januari 1615 werd hij als opvolger van Dan. Slatius naar Oosterland beroepen, april 1615 bevestigde hij te Noordgouwe zijn opvolger J. Schouten. Spoedig naar Goes beroepen, werd hij op 4 januari 1616 tot de classis van Zuid-Beveland toegelaten. Naar aanleiding van de uitgebroken burgeroorlog in Engeland (1642-1648) tussen Kroon en Parlement, waarbij de kerk het laatste steunde, werd hij in 1643 met Gid. van Deinse, Godefridus Udemans en Joh. Bosschaert door de classis van Zeeland gemachtigd om de belangen van de kerken van Engeland en Ierland bij de Staten-Generaal te bevorderen. Op 2 april 1650 werd hij emeritus te Goes.