Cornelis Evertsen (de Jonge)
Cornelis Evertsen (de Jonge) | |
---|---|
Geboren | 16 april 1628 Vlissingen |
Overleden | 20 september 1679 Vlissingen |
Beroep | Zeeofficier |
VIAF | [1] |
Zeeofficier. Tweede zoon van Johan Evertsen en Maayken Gorcoms. Werd door zijn vader voor de zeedienst opgeleid en nam deel aan de grote zeeslag in de eerste Engelse oorlog. Hij werd in 1652 kapitein ter zee en kreeg het bevel over een schip. In de slag bij Terheiden in 1653, toen Tromp sneuvelde, werd Cornelis zwaar gewond. In 1661 veroverde hij een Portugees schip onder bevel van Johan Collaert en kreeg van de zeeraad als beloning een gouden ketting en penning. In 1663 ging hij met zijn oom Cornelis en De Ruyter naar Algiers en twee jaar later was hij aanwezig in de slag bij Lowestoft. In deze tweede Engelse oorlog streed hij mee in alle belangrijke zeeslagen. Op 20 augustus 1666 werd hij benoemd tot vice-admiraal. Op 11 september 1666 maakte hij zich meester van een Engels schip van 56 stukken. Hij was ook aanwezig bij de tocht naar Chatham. In de derde Engelse oorlog was hij weer aanwezig bij belangrijke zeeslagen. In 1675 werd hij aangesteld tot commandeur van Vlissingen en majoor van het fort Rammekens. In 1674 vergezelde hij De Ruyter op zijn tocht naar Martinique en in 1676 had hij het opperbevel van een eskader dat de Denen moest steunen in hun strijd tegen Zweden. Daarna maakte hij in 1678 nog een tocht naar de Middellandse zee om tezamen met een Spaanse vloot Messina op de Fransen te veroveren. Afgezien van een gevecht tegen zes Franse schepen nabij Cadiz is deze expeditie echter op niets uitgelopen. In september 1678 was Cornelis weer terug in het vaderland. Hij was de eerste Evertsen die een normale dood stierf.
Encyclopedie van Zeeland, 1982-1984
Auteur
F.C. van Oosten
Literatuur
Doeke Roos, Twee eeuwen varen en vechten 1550-1750. Het admiralengeslacht Evertsen (Vlissingen 2003).