Matthias de Lobel
Matthias de Lobel | |
---|---|
Geboren | 1538 Rijssel (F.) |
Overleden | 3 maart 1616 Londen |
Beroep | Botanicus |
VIAF | Matthias de Lobel |
Zuid-Nederlands botanicus. Studeerde medicijnen in Montpellier en is in 1566 in Engeland, waar hij met Petrus Pena, ook een medicus, een boek schrijft over planten en kruiden, dat voor het eerst een systematische classificatie probeert te brengen. Hij verdeelt de planten naar hun bladkenmerken en begint een onderscheid tussen monocotylen en dicotylen. Dit werk dat, fraai geïllustreerd met honderden houtgravures, in 1571 onder de titel Nova Stirpium Adversaria bij Plantijn in Antwerpen verschijnt, maakt hem wereldberoemd. In 1576 verschijnt bij dezelfde uitgever, die zich omzichtig 'aartsdrukker van de koning blijft noemen, een zeer vermeerderde druk, aangevuld met een Plantarium seu Stirpium Historia. Dit werk van ruim 1200 bladzijden en vele honderden illustraties is niet alleen voor botanici interessant, het laat ook zien waartoe Vlaamse drukkers zelfs in roerige tijden nog in staat waren. In 1581 komt de Lobel naar Nederland, waar hij in Delft lijfarts wordt van prins Willem van Oranje. Na diens dood op 10 juli wordt hij stadsdokter in Antwerpen en trekt als Antwerpen is gevallen naar Middelburg om daar eveneens een functie als stadsdokter te aanvaarden. Uit dank voor het aanvaarden van deze benoeming keert het stadsbestuur hem een gratificatie uit van 16£-13-3. Hij verblijft te Middelburg in ieder geval van 1587-1590, maar hij komt er ook nog in 1603 en 1614 voor. In 1602 haalt Jacobus I hem echter naar Engeland, waar hij opzichter wordt van de koninklijke tuinen. Het plantengeslacht Lobelia is naar hem genoemd.
Encyclopedie van Zeeland, 1982-1984
Auteur
L. Hageman