Club van zeventien

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Club van zeventien
De club van zeventien bijeen in 1968, bron: Krantenbank Zeeland, J. Cats, bijpraten tijdens de weekmarkt, PZC, 19-2-1998, p. 17

De club van zeventien is een sinds begin 1958 bestaande informele wekelijkse bijeenkomst van zeventien landbouwers uit Walcheren, waar voor hen relevante onderwerpen worden besproken. Het aantal zeventien is volledig toevallig: dat is simpelweg het aantal ‘leden’ waarmee ooit werd begonnen.

Ontstaan

Initiatiefnemers waren Sam de Visser uit Aagtekerke, destijds voorzitter van de kring Walcheren van de Zeeuwse Landbouwmaatschappij (ZLM), en Dingeman van Nieuwenhuijzen uit Nieuw- en Sint Joosland. Ook Adrie Bosselaar uit Aagtekerke was bij het initiatief betrokken, evenals Ir. J.D. Dorst, secretaris van de ZLM die het uitwisselen van kennis door landbouwers stimuleerde. Vergelijkbare clubs elders in de provincie, in dezelfde tijd ontstaan, zijn al geruime tijd ter ziele. Traditiegetrouw kwam een aanzienlijk deel van de Walcherse boeren, misschien vooral de kleinsten uitgezonderd, op de donderdagse marktdag naar Middelburg waar ze buiten op de Markt met elkaar praatten. Na de Tweede Wereldoorlog verschraalde die gewoonte langzamerhand, terwijl de leden van de club van zeventien deze dus juist iets verder formaliseerden.

de bijeenkomsten

Van een echte club, vereniging of wat dan ook was en is echter geen sprake. Men kwam en komt slechts bij elkaar in een zaal van het café Het Nederlands Koffiehuis, later bij Suisse, vervolgens in café De Eendracht en sinds geruime tijd bij De Huifkar, elke donderdag stipt van een tot twee ‘s middags. Na binnenkomst verschijnt een ober met koffie, die tegelijk met het ronddelen van de koffie de bestellingen opneemt voor de tweede ronde die voor velen bestaat uit een alcoholische versnapering. Om twee uur wordt afgerekend – ieder voor zich behalve wanneer iemand iets te vieren heeft gehad, zoals een verjaardag, en een rondje geeft – waarna men uit elkaar gaat. De club geeft uiteraard de gelegenheid om te ‘netwerken’ en voorziet blijkbaar in een behoefte bij een beroepsgroep waarvan de leden bijna altijd afzonderlijk aan het werk zijn. Aanvankelijk werd elk jaar iemand uit het midden van de club gekozen om de tijd in de gaten te houden en het gesprek zo nodig wat te leiden. Later werd die functie uitgesplitst in die van een voorzitter en een secretaris, maar notulen of iets van dien aard werden en worden niet gemaakt.

Kringgesprek

De club behandelt in het uurtje tussen een en twee een onderwerp of een probleem, dat om de beurt door een van de aanwezigen wordt bepaald. Politiek werd daarbij zo mogelijk niet aangeroerd, evenmin als godsdienst. ‘In de eerste tijd was het allemaal nogal technisch, later zijn de onderwerpen wat algemener geworden,’ aldus een lid-vanaf-het-begin bij het veertigjarig bestaan. ‘De bijeenkomsten waren juist daarom altijd zo interessant omdat menig lid iets over een eigen specialisme kon vertellen.’ In later tijd bleek het niet meer mogelijk om de politiek helemaal uit te sluiten als gespreksonderwerp: het landbouwbeleid wordt nu eenmaal door de politiek medebepaald. Men leert elkaar uiteraard goed kennen na zoveel tijd, wat betekent dat men elkaar nu en dan zo nodig flink de waarheid zegt zonder dat het de verhoudingen schaadt. Geregeld komt ook humor om de hoek kijken. Zo eens in de vier, vijf jaar doet de club gezamenlijk iets leerzaams en gaat zij op excursie. Samen met de vrouwen vertrekt men dan voor een korte vakantie, vaak naar het nabije buitenland, waar dan zo mogelijk een boerenbedrijf wordt bezocht.

Samenstelling

De zeventien landbouwers komen van het hele Walcherse platteland, waarbij aanvankelijk ook in de gaten werd gehouden dat de voornaamste kerkelijke richtingen onder hen vertegenwoordigd waren. Later werd alleen nog bewust gekeken naar het bedrijfstype: zowel de veehouders als de akkerbouwers moeten goed vertegenwoordigd zijn. Het is de bedoeling dat de club voornamelijk bestaat uit praktiserende boeren. Vertrek iemand van de boerderij, dan treedt hij – eventueel op termijn – terug en zoekt hij zelf een opvolger voor de opengevallen plaats in de club. Dat kan een zoon zijn die ook zijn opvolger is op de boerderij, maar het kan ook een ander zijn. Wanneer het iemand niet gelukt om een opvolger te vinden, overlegt de club van zeventien over die opvolging.

Auteur

-Jan Zwemer (2020)

Bronnen