Van de Perre
Van de Perre |
---|
Familie
Geslacht van Zuidnederlandse herkomst; vanaf de beeldenstorm in 1566 tot de dood van Martinus Johan Veth van de Perre in 1802, met name in Zeeland zeer in aanzien. Jan Klaasz. van de Perre, afkomstig van Mechelen. Werd op 21 juli 1534 poorter van Middelburg. Onduidelijk is in welke relatie hij staat tot naamgenoten, die later in Middelburg verschijnen. Vermoedelijk overleden 1592. Op zijn naam zet Nagtglas de bijzonderheden die het Nieuw Nederlandsch Biographisch Woordenboek in verband brengt met: Jan van de Perre, koopman, geboren te Mechelen, die op 22 september 1557 poorter van Middelburg werd. Vanwege zijn houding tijdens de beeldenstorm vertoefde hij, tot de overgang van Middelburg naar de kant van de Prinsgezinden in 1574, in ballingschap. Bij het vervangen van het stadsbestuur door de Prins van Oranje werd hij tot raad benoemd. Als provisioneel, later als gewoon diaken was hij sinds 1574 betrokken bij de pogingen van kerk en overheid om de door de oorlogshandelingen ontstane verpaupering het hoofd te bieden. Christiaan van de Perre, schilder, vermeld in de stadsrekeningen van 1567 en 1568 van Middelburg telkens voor 10 pond, voor het schilderij 'De verrijzenis onzes Heeren' en een altaar in de Westmonsterkerk De posten houden ongetwijfeld verband met de beeldenstorm. Adriaan van de Perre, van 1597 tot 1612 raad, schepen en tresorier van Middelburg; in 1604 boekhouder van de schutterij van de Cloveniers. Door zijn huwelijk met Adriana Dirx Hayman, bij wie hij acht kinderen had, zwager van de raadpensionaris Johan Boreel. Zijn dochter Anna huwde omstreeks 1620 mr. Levinus van Vrijberge, die sinds 1616 voor de stad Tholen zitting had in de Rekenkamer van Zeeland. Adriaan bewoonde het huis op de Dam bij de Pauwpoort, dat later de woning werd van zijn oudste zoon Paulus (zie hierna). Mr. Paulus van de Perre. Met hem, de eerste uit zijn geslacht die in diplomatieke dienst trad, de eerste tevens met de titel meester in de rechten, is er de consolidatie van de positie van een voornaam regeringsgeslacht in Zeeland. Geboren in 1598, maakte hij sinds 1636 deel uit van het stadsbestuur van Middelburg, waarbij hij ook de functies van burgemeester (1640), secretaris (1645-1651) en die van pensionaris (1650-1653) bekleedde. In december 1651 was Van de Perre met Jacob Cats, de oud-raadpensionaris van Holland en Gerrit Schaep, vroedschap van Amsterdam, lid van het driemanschap dat namens de Staten-Generaal vrede met Engeland moest zien te bewaren. Middenin de Eerste Engelse Oorlog, juni 1653, vertrok hij andermaal met een delegatie naar Londen. Na een kortstondige ziekte overleed hij daar op 14 december. Bijzetting van het stoffelijk overschot in de Oude of St.-Pieterskerk te Middelburg vond nog voor het eind van het jaar plaats; dit was mogelijk door een bijzonder paspoort van de Engelsen, die in die tijd bijna alle Nederlandse havens blokkeerden. Uit het huwelijk met Clara Teelinck werden geboren: Adriana (1629), Ewaldus (1631) en Suzanna, die huwde met Adriaan van Borssele van der Hooge. Mr. Ewaldus van de Perre (Middelburg 21 mei 1631 - Middelburg 18 mei 1685), zoon van de hiervoor genoemde Paulus; van 1665 tot 1671 raad en schepen van Middelburg; in 1668 commissaris van desolate boedels; in 1670 schout van de stadsambachten. Hij huwde Barbara Veth. Met uitzondering van Cornelia, die in 1687 in het huwelijk trad met mr. Zacharias Paspoort, overleden zijn kinderen op jeugdige leeftijd. In 1679 kocht hij de hoge heerlijkheid Domburg voor 1275 ponden Vlaams. Hij is ook in Domburg begraven. Johan van de Perre (gedoopt Middelburg 7 sept. 1663 - Middelburg 22 nov. 1730), zoon van Jan van de Perre en Susanna van der Beke. Van 1703 tot 1708 schepen, raad en tresorier van Middelburg; van 1704 tot 1730 bewindhebber van de Kamer van Zeeland van de West-Indische Compagnie; lid van de Staten van Walcheren en Gecommitteerde Raad van de Staten van Zeeland (1710). Mr. Johan van de Perre, zoon van de hier voor genoemde Johan van de Perre en Maria Barbara Schorer. Van 1737 tot zijn dood in 1749 was hij, geheel in de lijn van de traditie, periodiek schepen, raad en tresorier van Middelburg. Een dochter Barbara Adriana, geboren 3 juli 1742 te Middelburg, huwde met Willem Thibaut, heer van Aagtekerke. Zeer bekend zijn zijn drie zonen, Johan Adriaan, Paulus Ewaldus en Martinus Johan met wie het geslacht uitsterft. Mr. Johan Adriaan van de Perre (Middelburg 25 dec. 1738 - Middelburg 8 april 1790). Heer van Nieuwerve en Welzinge; bewoonde de commanderij van de voormalige Duitse Orde, die weldra meer op een paleis dan op een regentenhuis leek. Hij huwde in 1760 de schatrijke Jacoba van de Brande, dochter van de Middelburgse raad Johan Pieter en Maria van Reigersberg. Van 1760 tot 1769 maakte hij als kiesheer, raad en schepen opgang als magistraat in Middelburg. Op 29-jarige leeftijd werd hij in zijn hoedanigheid van vertegenwoordiger van de Eerste Edele, de Prins van Oranje, in Staten en Gecommitteerde Raden van Zeeland de leider van de Oranje gezinde partij in dit gewest. Strubbelingen tussen zijn voorganger, mr. Wilhelm van Citters, en het stadhouderlijke hof liggen aan deze benoeming ten grondslag. Versterkt werd zijn positie bij de opvolging van mr. Jacob van Citters als eerste gecommitteerde van de Prins in de Staten van Walcheren. Veel tumult gaf in laatst genoemd college de vlucht, in 1767, van de door Staten en Breede Geërfden aangestelde kassier en boekhouder van het eiland, mr. Jan Willem Maertens, met medeneming van een bedrag van f 80.000,—. Na tien jaar procederen verschenen op last van de Hoge Raad twee deurwaarders om het polderbestuur voor gijzeling gevankelijk naar Den Haag te voeren, om met harde hand naleving van het vonnis om de schulden te dekken af te dwingen. De affaire die uiteindelijk in der minne werd geschikt, deed Van de Perre besluiten zich einde 1777 terug te trekken uit de Staten van Walcheren. Een jaar later legde hij in december zijn functie van Vertegenwoordiger van de Eerste Edele in Staten en Gecommitteerde Raden van Zeeland neer. Uit het laatste bezoek van Willem V aan Zeeland in 1786, waarbij mr. Johan Adriaan en zijn broer mr. Paulus Ewaldus gastheren van de Prins waren, bleek dat Van de Perre ook in de periode van ambteloos burger nog groot gezag had. Van verstrekkende betekenis was zijn politieke moed om na de ernstige onlusten van 1786 en 1787 een felle politieke tegenstander als de jeugdige Van der *Palm in dienst te nemen. Na zijn politieke carrière wijdde Van de Perre zich aan kunsten en wetenschappen, die hij voor alle bevolkingsgroepen bereikbaar wilde maken. In 1980 werd ter nagedachtenis aan mr. J.A. van de Perre door de Tekenakademie in Middelburg de J.A. van de Perreprijs ingesteld voor de beste inzending van schilderkunst voor inwonenden van de provincie Zeeland. Mr. Paulus Ewaldus van de Perre (Middelburg 26 augustus 1745 - Brussel 17 augustus 1786). Studie te Leiden. Door zijn huwelijk met Johanna Susanna van de Mandere kreeg hij aandeel in de aanzienlijke heerlijkheid van de Vier bannen van Duiveland. Op Walcheren kwam hij door dit huwelijk o.a. in het bezit van het huis 'Der Boede', waar hij in 1786 Willem V ontving. In 1774 was hij leenman in het Leenhof van Vlaanderen te Middelburg. Bewindhebber van de Kamer Zeeland van de Oost-Indische Compagnie werd hij in 1776. Zijn woning in de Lange Noordstraat was bij zijn tijdgenoten vermaard om het bijzondere Chinese lakwerk en de satijnen behangsels. Hij overleed te Brussel als buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister van de Staten-Generaal, volgens overlevering (vermeld in Nagtglas) door zelfmoord om zijn eer te redden na een mogelijk geval van doodslag. Mr. Martinus Johan Veth van de Perre (Middelburg 15 augustus 1747 - Middelburg 24 juli 1802). Het eerste deel van zijn naam is precies gelijk aan de naam van zijn oom, van wie hij in 1755 de heerlijkheid Westkapelle erfde. Moeilijkheden over de nieuwe psalm berijming van 1774, waaraan eerst in 1787 schijnbaar een einde kwam, waren oorzaak van een gespannen verhouding met de bevolking, die na de revolutie van 1795 niets meer van hem wilde weten. Van 1769 tot 1795 was Veth van de Perre, die in 1780 in het huwelijk trad met Clasina Cornelia van Bronkhorst, afwisselend schepen, raad en burgemeester van Middelburg. Op 16 februari 1795 koos de vergadering van burgers hem mede als nieuwe schepen. Daar hij de eed alleen in handen van de eerste burgemeester en niet in handen van de voorzitter van het Burgercomité, Van der Palm, wilde afleggen, vond er geen benoeming plaats. Zie kleurenplaat XXXII; t.o. pag. 513.
Auteur
-J.H. Kluiver
Literatuur
- Nagtglas, Levensberichten.
- A. de Groot, Van der Palm, hfdst IV.
- Van der Aa, Biographisch woordenboek.