Proditor et hypocrita

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Proditor et hypocrita

Perry Moree, foto: intranet ZB
Geboren 29 november 1960 Vlaardingen
Overleden heden Vlaardingen
Beroep Maritiem historicus en directeur Zeeuwse Bibliotheek, 2015-heden
VIAF [1]

Pieter Jan "Perry" Moree (Vlaardingen, 29 november 1960) is een Nederlands maritiem historicus, gespecialiseerd in de postgeschiedenis van de Verenigde Oost-Indische Compagnie en directeur van de Zeeuwse Bibliotheek.

Opleiding en carrière

Moree studeerde aan de Universiteit Leiden in de jaren 1981-1987 en promoveerde er in 1998. Hij is maritiem-historicus en maakte uitvoerig gebruik van ongepubliceerde primaire bronnen. Moree legde daartoe bezoeken af aan archieven in het buitenland waar zich Nederlandse bronnen bevinden (onder meer in Zuid-Afrika, Indonesië en het Verenigd Koninkrijk(Kew)). Van 1993 tot 2010 was hij in dienst van de Koninklijke Bibliotheek Nederland en is sinds 2010 vicepresident van de Leidse uitgeverij Brill. In de periode 1999-2003 was hij voorzitter van de Linschoten-Vereeniging, die historische reisjournalen uitgeeft. Hij publiceert regelmatig over de VOC en over de Nederlandse visserijgeschiedenis. Vanaf 1 april 2015 is hij directeur van de Zeeuwse Bibliotheek.

Directeur fusieorganisatie

Perry Moree aan zijn bureau in de ZB, foto: J. Francke, 28 mei 2015, Zeeuwse Bibliotheek, Beeldbank Zeeland, recordnr.

Met zijn benoeming werd Moree directeur van ZB/Scoop; een organisatie van twee instellingen die in verband met provinciale perikelen die al sinds 2012 voortduurden, op dat moment de facto nog niet gefuseerd was omdat de pensioenregelingen nog niet afgerond waren. Deze fusieorganisatie telt circa 150 werknemers, maar binnen de bibliotheek werd nu ook kantoorruimte verhuurd aan instellingen als Switch, FNV, Klaverblad en de Zeeuwse Milieu Federatie.

Sailing Letters en Aagje Luijtsen

Moree is als initiatiefnemer betrokken bij 'Sailing Letters', een vertalings,- transcriptie,- conserverings- en massadigitaliseringsproject van door Nederlanders geschreven (en buitgenomen) 17de- en 18de-eeuwse post.[1] Deze brieven bevinden zich in The National Archives in Kew, Londen. In 2011 won Moree, samen met Els van Eijck van Heslinga, de Linschotenpenning voor 'Sailing Letters'. Moree was als redacteur (en auteur) in de periode 2009-2014 betrokken bij de vijfdelige reeks Sailing Letters Journaal. In 2003 publiceerde hij een reeks brieven van de Texelse zeemansvrouw Aagje Luijtsen uit 1776-1780, een boek dat veel aandacht trok, onder andere vanwege de vrouwelijke invalshoek. Voor het eerst stond de thuisblijfster en niet de zeeman centraal. Aagje Luijtsen is intussen een bekende historische figuur op Texel. Er zijn zelfs theatervoorstellingen gegeven, waarin geciteerd werd uit Aagje's brieven.[2]

VOC en dissertatie

In een boek uit 1998 rekende Moree af met het wat negatieve beeld van de VOC aan het eind van de achttiende eeuw dat door vele historici altijd wordt geschetst. Net zoals Karel Davids meent hij dat in de laatste jaren van de Compagnie plaats was voor innovatie. Davids wees op de vernieuwing van navigatietechnieken en Moree gaat in zijn boek in op een belangrijke innovatie in het scheepvaartverkeer tussen de Republiek en Azië in het laatste kwart van de achttiende eeuw: de instelling van een pakketvaart met snel zeilende brikken, waardoor de communicatie tussen Nederland en de Oost sterk kon verbeteren. Tot die tijd stelde de VOC alles in het werk om postverzending te belemmeren (via censuur en strenge straffen op clandestien vervoer van brieven), maar ging nu brievenvervoer juist bevorderen. Door de oorlogssituatie vanaf 1793 is deze innovatie weer in de kiem gesmoord. De pakketvaart ging met de VOC kort daarna ten onder. Critici hebben Moree wel verweten deze innovatie teveel op de voorgrond te plaatsen: de Compagnie was feitelijk zieltogend.

In 1998 publiceerde Moree een geschiedenis van het eiland Mauritius, waar de VOC een vestiging had in de jaren 1638-1710. In dit boek gaat hij in op zijn ontdekking, dat de bekende loopvogel dodo in 1688 nog voorkwam op het eiland. Men had tot dan toe aangenomen dat de laatste dodo al rond 1664 was uitgestorven, maar uit de Kaapse Archieven bleek dat dit niet klopte. Vanuit ornithologische hoek zijn er bezwaren ingebracht tegen Moree's conclusie. Moree heeft daarop aangekondigd dat hij de dagregisters van Mauritius 1686-1688 als bronnenuitgave zou willen publiceren.

Zijn boek uit 2014, in samenwerking met Piet van Sterkenburg, Verdrinken zonder water, bevat de memoires van Jan Ambrosius Hoorn (1741-1821), die het in de jaren 1758-1778 van jong matroos op een VOC-schip tot subsituut waterfiscaal in Batavia wist te schoppen.

Beknopte bibliografie

Eigen werk

Met anderen/redactie

Omslag van Buitgemaakt en teruggevonden, het vijfde deel in de Sailing Letter Journalen, gepubliceerd bij de Walburg Pers

Liber amicorum

-Peter de Bode, Erik van der Doe, Dirk J. Tang, Kaas voor Moree en andere Sailing Letters. Bundel aangeboden aan Perry Moree na zijn vertrek bij de Koninklijke Bibliotheek (Pijnacker: de Heren Drie, 2010).

Auteur

-Johan Francke, 2015.

Bronnen

-intranet ZB, 21 januari 2015

-Facebook

Noten

  1. Nationaal Archief: Project Sailing Letters
  2. Digitaal Vrouwenlexicon: Luijtsen, Aagje Klaasdr. (1756-1797)
Bronnen, noten en/of referenties