Muusoortje
| Muusoortje |
|---|
thumb|right|300px|Muusoortjes op een schuur in Zuid-Beveland, uit: G. Smallegange, Rond ’t Hof. Boerderijen en boerenleven in Zeeland (Goes, 2003) 18-19, 119. Kleine opening, tevens decoratief element in traditionele Zeeuwse landbouwschuren, bestaand uit een witte cirkel (in de zwart geteerde schuurwand) met zowel links als rechts ervan een gestileerd, horizontaal geplaatst muizenoortje. Tezamen dus drie kleine openingen op ooghoogte. Eventueel werden zij voorzien van glas, in het andere geval kon het muusoortje met een luik worden gesloten.
Plaats in de schuur
De muusoortjes bevonden zich in het kachelvek, een plaats in de schuur waar een merrie van een veulen (kachel in het Zeeuws) beviel. Om merrie en veulen wat licht en lucht te geven, werd het raampje dan wel het luikje van tijd tot tijd opengezet. De muusoortjes zijn spiegelbeeldig geplaatst, met de punten uiterst links en uiterst rechts in het geheel, dus afgekeerd van het centrale cirkeltje. De hoogte van het geheel is circa vijftien centimeter. Het muusoortje is aangebracht in het midden van een van de (gepotdekselde) planken die de wand van de schuur uitmaken. De breedte van de liggende muusoortjes plus het centrale cirkeltje bedraagt 70 à 80 centimeter. De meeste muusoortjes zijn te vinden in de Zak van Zuid-Beveland. Verder komen ze voor in overig Midden-Zeeland, maar in de rest van Zeeland zeer zelden.
AUTEUR
-Jan Zwemer, 2013
LITERATUUR
-G. Smallegange, Rond ’t Hof. Boerderijen en boerenleven in Zeeland (Goes, 2003) 18-19, 119.