Zoden

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
De zoutwinning in volle actie met zoutketen, en op de achtergrond de stad Zierikzee. Naar een schilderij in het Gasthuis te Zierikzee. Tekening C. Pronk, 1745. Bron: ZB/Beeldbank Zeeland, rec.nr. 382

Vierkante of rechthoekig gestoken blokken van grasland. Werden in de waterbouwkunde gebruikt om vers opgeworpen taluds te bekleden of steile taluds te stapelen. Men kende eertijds: blokzoden, dik 10 cm, plakzoden, dik 6 cm, staartzoden, 1 ½ x de normale lengte om de zode in verband te kunnen leggen. Bij stapeling van steile taluds sprak men van stapelzoden. De zoden werden in het terrein gestoken, door eerst met een zodenploeg insnijdingen te maken en daarbij het terrein te verdelen volgens het gewenste formaat van de zode. Met de zodenlichter werden vervolgens de zoden afgestoken op de gewenste dikte. Beide werktuigen werden door een of twee man -afhankelijk van de dikte der zoden- voortgetrokken en door een tweede of derde man van achter voortgeduwd langs de gemaakte insnijdingen.

Auteur

M.H. Wilderom