Norbertijnen

Uit encyclopedie van zeeland
Versie door Wim van Gorsel (overleg | bijdragen) op 29 okt 2024 om 09:31
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Norbertijnen
Norbertijn uit 1661. Bron: Wikimedia Commons

Norbertijnen

(premonstratensers, witheren). Kanunniken en lekebroeders van de door Norbertus van Xanten in 1120 te Prémontré gestichte orde. Zij streefden naar een apostolisch leven, zoals ook de eerste christengemeenten dat hadden gedaan. De voornaamste vestiging van de norbertijnen in Zeeland was de O.L.V. abdij te Middelburg. De snelle opkomst van de norbertijnen moeten we zien in het licht van de hervormingsbeweging die door paus Gregorius VII de Grote met kracht werd gestimuleerd. Behalve vanuit de abdij te Middelburg hebben de norbertijnen in Zeeland invloed gehad, zij het dan tijdelijk, door hun abdij te Tongerloo, die bezittingen had bij Yerseke, waar men een uithof heeft gesticht. Gedurende de 15e eeuw heeft de St.-Michielsabdij te Antwerpen grondbezit gehad in Koudorp, Ellewoutsdijk Oudelande, Baarland en Bakendorp, maar tot enige vestiging is het hier niet gekomen. Na die van Middelburg was de invloed van de norbertijner abdij te Drongen bij Gent in het tegenwoordige Zeeland het grootst, nl. in Oost Zeeuws-Vlaanderen, dat politiek tot Vlaanderen behoorde. Iman van Aalst schonk in 1136 grond aan een vestiging van kanunniken te Saleghem bij Vracene, ten zuiden van Hulsterloo. Daarbij behoorde ook de grond waarop hun klooster was gebouwd. Graaf Dirk van de Elzas bevestigde deze schenking en stond aan het klooster Hulsterloo gronden tussen Saleghem en Hulsterloo af. Deze kanunniken verhuisden in 1138 naar Drongen. Dit is ook het jaar dat zij zich definitief aansloten bij de orde van Sint-Norbertus. De kapel van Hulsterloo werd sinds 1156 steeds bediend door norbertijnen en ze werd voor hen een rijk bezit toen Hulsterloo zich tot een belangrijke bedevaartplaats ontwikkelde. Ondanks de verhuizingen zijn de banden met het land van Hulst niet alleen gebleven, maar ook vermeerderd. Behalve de parochie Hulsterloo bedienden de norbertijnen de parochies van Hengstdijk en Pauluspolder, ontstaan doordat de abdij van Drongen in de 14e eeuw hier veel moeren in bezit kreeg die door hen werden bedijkt en waar ze een uithof hebben gesticht. In de Grote Begijnstraat te Hulst hadden de ze norbertijnen een refuge, van waaruit de bezittingen in deze omgeving werden beheerd.

Auteur

S.J.M. Hulsbergen

Literatuur

  • P.J. Brand, Hulst.
  • P.J. Brand, Hulsterloo.
  • C. Dekker, Zuid-Beveland.
  • Fruytier, Hontenisse.
  • Post, Kerkgeschiedenis.
  • Van Empel en Pieters, Zeeland.