Doornikse Steen
Doornikse Steen |
---|
Blauwzwarte, Devonische koralenkalksteen uit het gebied van Doornik, in het uiterste westen van de Belgische provincie Henegouwen. De steensoort werd al door de Romeinen in grote hoeveelheden gewonnen en als bouwen verhardingsmateriaal, o.a. te Aardenburg, gebruikt. Ook enkele Nehalennia-altaren Nehalennia) zijn uit dit materiaal vervaardigd. Sedert de 1 le eeuw werd de steen opnieuw gewonnen op beide oevers van de Schelde ten zuiden van Doornik. Met de Doornikse steen werd in de 13e eeuw een architectuurvorm geïntroduceerd de zg. Scheldegotiek bouwkunst) die als kenmerkend element knopkapitelen van de ze steensoort heeft. Doornikse steen is verwerkt in de St.-Bavokerk te Aardenburg (tweede kwart 13eeeuw), de kolommen van de Balanspoort te Middelburg (midden 13e eeuw), de kelder onder de vroegere Statenzaal van de abdij te Middelburg (derde kwart 13e eeuw), het laat 13e-eeuwse koor van de Ned. Hen,. kerk te Kloetinge en in de Nobelpoort te Zierikzee. De blauwzwarte steen is aan gevels gemakkelijk te herkennen aan het zilvergrijs patinaen de schilferige verwering. In kerken zijn de donkerste vloertegels en grafzerken vrijwel altijd van Doornikse steen. De steen wordt thans door de beperkte afmetingen waarin zij verkrijgbaar is, weinig meer toegepast. Vroeger ook vrij veel gebruikt in zeeweringen; als stortsteen minder geschikt vanwegehaar betrekkelijk laag soortelijk gewicht (2,6 à 2,7). Nu meestal tot steenslag verwerkt of tot kalk gebrand.
Auteur
J.A. Trimpe Burger