Joannes Adriaensens: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 10: | Regel 10: | ||
| VIAF = [http://viaf.org/viaf/] | | VIAF = [http://viaf.org/viaf/] | ||
}} | }} | ||
== | == Biografie== | ||
Studeerde theologie in Gent en kwam als missionaris naar Hontenisse om de pater karmeliet Henquiné, die van 1710-1770 pastoor was van dat dorp, bij te staan. Na de dood van pastoor Henquiné (16 december 1770) volgde hij deze op en werd 7 maart 1771 door de Raad van State toegelaten. | Studeerde theologie in Gent en kwam als missionaris naar Hontenisse om de pater karmeliet Henquiné, die van 1710-1770 pastoor was van dat dorp, bij te staan. Na de dood van pastoor Henquiné (16 december 1770) volgde hij deze op en werd 7 maart 1771 door de Raad van State toegelaten. | ||
Toen op 16 mei 1795 Zeeuws-Vlaanderen aan Frankrijk werd afgestaan bleef Adriaensens met zijn kapelaan Thomas Vervoort op zijn post. Zij weigerden beiden de ‘eed van haat’ aan het koningschap af te leggen en werden op de lijst geplaatst om gedeporteerd te worden. Van toen af aan moesten zij onderduiken. Op allerlei adressen, in schuren en boerenhuizen droegen zij in het geheim de H. Mis op, 's nachts of vroeg in de morgen. De schuilplaats van de pastoor werd echter ten slotte verraden. Met zijn kapelaan Vervoort werd hij toen gevangen genomen en opgesloten. Zodra het schrikbewind ten einde was, keerde hij naar Hontenisse terug en hervatte zijn bediening, maar in 't geheim. Toen de parochies in het bisdom Goes weer werden opgericht, werd hij (1803) overgeplaatst naar Grembergen. Daar overleed hij drie maanden later. Zijn naam bleef in Hontenisse lang voortleven. | Toen op 16 mei 1795 Zeeuws-Vlaanderen aan Frankrijk werd afgestaan bleef Adriaensens met zijn kapelaan Thomas Vervoort op zijn post. Zij weigerden beiden de ‘eed van haat’ aan het koningschap af te leggen en werden op de lijst geplaatst om gedeporteerd te worden. Van toen af aan moesten zij onderduiken. Op allerlei adressen, in schuren en boerenhuizen droegen zij in het geheim de H. Mis op, 's nachts of vroeg in de morgen. De schuilplaats van de pastoor werd echter ten slotte verraden. Met zijn kapelaan Vervoort werd hij toen gevangen genomen en opgesloten. Zodra het schrikbewind ten einde was, keerde hij naar Hontenisse terug en hervatte zijn bediening, maar in 't geheim. Toen de parochies in het bisdom Goes weer werden opgericht, werd hij (1803) overgeplaatst naar Grembergen. Daar overleed hij drie maanden later. Zijn naam bleef in Hontenisse lang voortleven. | ||
Versie van 12 mei 2021 09:30
Joannes Adriaensens | |
---|---|
Geboren | gedoopt op 6juli 1733 Hontenisse |
Overleden | 18 april 1803 Dendermonde |
Beroep | pastoor |
VIAF | [1] |
Biografie
Studeerde theologie in Gent en kwam als missionaris naar Hontenisse om de pater karmeliet Henquiné, die van 1710-1770 pastoor was van dat dorp, bij te staan. Na de dood van pastoor Henquiné (16 december 1770) volgde hij deze op en werd 7 maart 1771 door de Raad van State toegelaten.
Toen op 16 mei 1795 Zeeuws-Vlaanderen aan Frankrijk werd afgestaan bleef Adriaensens met zijn kapelaan Thomas Vervoort op zijn post. Zij weigerden beiden de ‘eed van haat’ aan het koningschap af te leggen en werden op de lijst geplaatst om gedeporteerd te worden. Van toen af aan moesten zij onderduiken. Op allerlei adressen, in schuren en boerenhuizen droegen zij in het geheim de H. Mis op, 's nachts of vroeg in de morgen. De schuilplaats van de pastoor werd echter ten slotte verraden. Met zijn kapelaan Vervoort werd hij toen gevangen genomen en opgesloten. Zodra het schrikbewind ten einde was, keerde hij naar Hontenisse terug en hervatte zijn bediening, maar in 't geheim. Toen de parochies in het bisdom Goes weer werden opgericht, werd hij (1803) overgeplaatst naar Grembergen. Daar overleed hij drie maanden later. Zijn naam bleef in Hontenisse lang voortleven.
Auteur
C.P.M. Holtkamp
Literatuur
- N.N.B.W.VI.