Van der Palm, Familie: verschil tussen versies

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
W. van Gorsel (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
W. van Gorsel (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 4: Regel 4:
[[Bestand:Van der Palm.jpg|thumb|right|250px|Johannes Henricus van der Palm, Collectie prenten en tekeningen ZB, Bron: ZB, Beeldbank Zeeland, nr. 267]]
[[Bestand:Van der Palm.jpg|thumb|right|250px|Johannes Henricus van der Palm, Collectie prenten en tekeningen ZB, Bron: ZB, Beeldbank Zeeland, nr. 267]]


==Belangrijkste personen==
1. Kornelis. ('s-Hertogenbosch 28 nov. 1730 - Delfshaven, begr. 10 jan. 1789). Kostschoolhouder te Delftshaven, bekend om zijn inzending op de prijsvraag van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen over verbetering van het onderwijs in 1781;  
1. Kornelis. ('s-Hertogenbosch 28 nov. 1730 - Delfshaven, begr. 10 jan. 1789). Kostschoolhouder te Delftshaven, bekend om zijn inzending op de prijsvraag van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen over verbetering van het onderwijs in 1781;  



Versie van 8 apr 2021 06:54

Palm, Van Der, Familie
Johannes Henricus van der Palm, Collectie prenten en tekeningen ZB, Bron: ZB, Beeldbank Zeeland, nr. 267

Belangrijkste personen

1. Kornelis. ('s-Hertogenbosch 28 nov. 1730 - Delfshaven, begr. 10 jan. 1789). Kostschoolhouder te Delftshaven, bekend om zijn inzending op de prijsvraag van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen over verbetering van het onderwijs in 1781;

2. zijn zoon Johannes Henricus, (Rotterdam 17 juli 1763-Leiden, buitenplaats Oosterhof, 8 sept. 1840). Theoloog. Bekend als gematigd patriot, wetgever op het terrein van het onderwijs, als redenaar en als één van de meest geliefde schrijvers uit de 19e eeuw. In 1787 bij de Pruisische interventie nam hij als patriot de vlucht uit de pastorie van Maartensdijk. Door bemiddeling van zijn leermeester, prof. Schultens, werd hij om zijn bijzondere wetenschappelijke kwaliteiten aanbevolen aan Johan Adriaan van de Perre, die hem, op voorwaarde dat hij zijn politieke activiteiten liet varen in persoonlijke dienst nam. De bedoeling was dat Van der Palm directeur zou worden van een door Van de Perre te stichten Museum Medioburgense 'tot beschaving en veredeling van de burgerstand'. Tot het overlijden van Vrouwe van de Perre op 14 augustus 1794 verzorgde Van der Palm tweemaal per dag huisdiensten in het bij uitstek Orangistische gezin. In 1788 begon Van de Perre met zijn Museum Medioburgense, een opmerkelijke culturele instelling, waarvoor Van de Perre een jaar eerder al het huis van zijn broer, mr. M.J. Veth van de Perre, aan de Latijnsche Schoolstraat had gekocht. Van de Perre was van plan de afdeling Middelburg van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, met het Natuurkundig Genootschap voor dames, het Natuurkundig Genootschap voor heren en de Academie der teken en bouwkunde, hier onder te brengen. Om de wetenschappelijke voordrachten in het `museum' in een passende omgeving te doen plaatsvinden zouden bij en in het huis een kruidentuin, een ontleedkamer, een planetarium van de Middelburgse horlogemakers Joseph en Robert van den Eeckhout, als mede een letterkundig kabinet een soort van openbare leeszaal komen. Museum en directeurschap raakten echter van de baan door het plotseling overlijden van de ontwerper.

Groot was de invloed, die Van de Perre gedurende die weinige jaren op Van der Palm heeft uitgeoefend. In het revolutie jaar 1795 op 3 februari capituleert Zeeland trad Van der Palm letterlijk op de voorgrond. Hij werd door de Volksvergadering, een orgaan dat in de Oostkerk vergaderde, aangewezen als voorzitter van het Burgercomité dat haar bijeenkomsten moest leiden. Tevens werd hij voorzitter van het kiezerscomité dat zorg droeg voor de aanstelling van een patriottisch stadsbestuur en ook last kreeg de verkiezingen van 25 en 26 mei van de nieuwe municipaliteit te regelen. Ook Van der Palm werd gekozen. Belangrijker echter was zijn benoeming enkele dagen later, op 1 juni 1795, tot lid van de Provisionele Representanten des Zeeuwsen Volks, het provinciaal bestuur. Min of meer doorslag gevende stem had hij hier in de netelige kwestie, hoe de verhouding van de gewesten tot het landsbestuur diende te zijn. Uitleg van zijn ideeën gaf Van der Palm vrij regelmatig in het weekblad 'De Vriend des Volks', dat hij van 5 maart 1795 tot 11 juni 1796 - het moment van zijn vertrek naar Leiden - in Middelburg redigeerde met zijn vriend en geestverwant Teissèdre l'Ange. Als scholarch, die toezicht op de scholen in Middelburg moest houden, was Van der Palm goed ingewerkt in de problemen inzake het onderwijs. Van 1799 tot 1806 was Van der Palm als Agent van Nationale Opvoeding en Raad van Binnenlandse Zaken op nationaal niveau als minister werkzaam. De onderwijswetten van 1800, 1803 en 1805 staan op zijn naam. Van zijn hand verschenen een vertaling van de Bijbel (1818-1825; 6 dln) en van de Apocryfe boeken (1829-1830; 2 dln). Verder schreef hij o.a. Mijn herinneringen aan J. Bellamy (1822). Zijn leerschool voor dit werk lag in Zeeland.

Auteur

J.H. Kluiver

Literatuur

  • Nagtglas, Levensberichten.
  • A. de Groot, Van der Palm.
  • Nijk, Van der Palm.
  • N.N.B.W. V.