Cornelis Fannius: verschil tussen versies
k Marja heeft pagina Fannius, Cornelis hernoemd naar Cornelis Fannius: hernoemd |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 1: | Regel 1: | ||
{{ | {{InfoboxPersoon | ||
| | | afbeelding = | ||
| naam = Cornelis Fannius | |||
| onderschrift = | |||
| geboortedatum = [[9 juni]] [[1625]] | |||
| geboorteplaats = Brouwershaven | |||
| overlijdensdatum = [[3 november]] [[1675]] | |||
| overlijdensplaats = Den Haag | |||
| beroep = Jurist | |||
| VIAF = [http://viaf.org/viaf/] | |||
}} | }} | ||
(Brouwershaven 9 juni 1625 - Den Haag 3 november 1675, begraven te Hillegom). Jurist. Werd op 20 augustus 1640 ingeschreven als student in de rechten te Leiden. Na waarschijnlijk als advocaat werkzaam geweest te zijn te Den Haag, werd hij op 5 maart 1656 benoemd tot pensionaris van Den Briel. Door toedoen van de Witt, aan wie hij van moederskant verwant en door zijn vrouw een volle neef was, waarvoor hij zich overigens verontschuldigd schijnt te hebben in het proces tegen C. de Witt (van Wijn, Bijv. en Aanm. op Wagenaar XIV, p.184), werd hij 27 februari 1660 als raadsheer toegelaten tot het Hof van Holland. In 1670 trachtte de Witt tevergeefs het voorzitterschap van het Hof voor hem te bemachtigen. Als commissaris-politiek nam hij in 1672 en 1674 de synode van Noord-Holland waar. | |||
==Encyclopedie van Zeeland, 1982-1984== | |||
{{GoToOriginal}} | |||
==Auteur== | |||
L. Hageman, gecontroleerd redactie 2013 | L. Hageman, gecontroleerd redactie 2013 | ||
==Literatuur== | |||
*W.M. en A. van der Goes, Briefwisseling I, 61; II, 188. | |||
*Huygens, Journalen (register). | |||
*Algemeen Nederlandsch Familieblad XIV, 97. | |||
*N.N.B.W. IV. | |||
[[category:persoon]] | |||
[[category:Zeeuwen]] | |||
[[category:Gedschiedenis]] | |||
{{DEFAULTSORT: Fannius, Cornelis}} |
Versie van 18 jan 2021 12:01
Cornelis Fannius | |
---|---|
Geboren | 9 juni 1625 Brouwershaven |
Overleden | 3 november 1675 Den Haag |
Beroep | Jurist |
VIAF | [1] |
(Brouwershaven 9 juni 1625 - Den Haag 3 november 1675, begraven te Hillegom). Jurist. Werd op 20 augustus 1640 ingeschreven als student in de rechten te Leiden. Na waarschijnlijk als advocaat werkzaam geweest te zijn te Den Haag, werd hij op 5 maart 1656 benoemd tot pensionaris van Den Briel. Door toedoen van de Witt, aan wie hij van moederskant verwant en door zijn vrouw een volle neef was, waarvoor hij zich overigens verontschuldigd schijnt te hebben in het proces tegen C. de Witt (van Wijn, Bijv. en Aanm. op Wagenaar XIV, p.184), werd hij 27 februari 1660 als raadsheer toegelaten tot het Hof van Holland. In 1670 trachtte de Witt tevergeefs het voorzitterschap van het Hof voor hem te bemachtigen. Als commissaris-politiek nam hij in 1672 en 1674 de synode van Noord-Holland waar.
Encyclopedie van Zeeland, 1982-1984
Auteur
L. Hageman, gecontroleerd redactie 2013
Literatuur
- W.M. en A. van der Goes, Briefwisseling I, 61; II, 188.
- Huygens, Journalen (register).
- Algemeen Nederlandsch Familieblad XIV, 97.
- N.N.B.W. IV.