Jacobus Janse Stroobant: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
| Regel 8: | Regel 8: | ||
| overlijdensplaats = Middelburg | | overlijdensplaats = Middelburg | ||
| beroep = Rechter | | beroep = Rechter | ||
| VIAF = [http://viaf.org/viaf/] | | VIAF = [http://viaf.org/viaf/287849082 Jacobus Janse Stroobant] | ||
}} | }} | ||
Rechter. Studeerde te Leiden, waar hij in 1810 tot doctor in de beide rechten promoveerde. Hij vestigde zich als koopman en advocaat te Middelburg; in 1823 werd hij tot plaatsvervangend vrederechter en in 1826 tot rechter in de rechtbank van koophandel benoemd. Sinds 1831 tot aan haar opheffing in 1838 was hij voorzitter van dat college, waarna hij tot 1846 plaatsvervangend kantonrechter was. Bij publieke veiling kocht hij in 1857 van de stad Vlissingen voor f 1.250,— de ambachtsheerlijkheid Zoutelande en Werendijke, waarna hij zich Janse van Zoutelande liet noemen. Van hem is verschenen ‘De reductie van den Zeeuwschen Nederlandschen zilveren ducaat of zoogenaamden Zeeuwschen rijksdaalder, beschouwd als eene hoofdoorzaak des vervals en der niet wederopkomst van den handel in Zeeland’ (Middelburg 1843). | Rechter. Studeerde te Leiden, waar hij in 1810 tot doctor in de beide rechten promoveerde. Hij vestigde zich als koopman en advocaat te Middelburg; in 1823 werd hij tot plaatsvervangend vrederechter en in 1826 tot rechter in de rechtbank van koophandel benoemd. Sinds 1831 tot aan haar opheffing in 1838 was hij voorzitter van dat college, waarna hij tot 1846 plaatsvervangend kantonrechter was. Bij publieke veiling kocht hij in 1857 van de stad Vlissingen voor f 1.250,— de ambachtsheerlijkheid Zoutelande en Werendijke, waarna hij zich Janse van Zoutelande liet noemen. Van hem is verschenen ‘De reductie van den Zeeuwschen Nederlandschen zilveren ducaat of zoogenaamden Zeeuwschen rijksdaalder, beschouwd als eene hoofdoorzaak des vervals en der niet wederopkomst van den handel in Zeeland’ (Middelburg 1843). | ||
Versie van 2 dec 2020 11:37
| Jacobus Janse Stroobant | |
|---|---|
| Geboren | 24 oktober 1791 Middelburg |
| Overleden | 7 mei 1866 Middelburg |
| Beroep | Rechter |
| VIAF | Jacobus Janse Stroobant |
Rechter. Studeerde te Leiden, waar hij in 1810 tot doctor in de beide rechten promoveerde. Hij vestigde zich als koopman en advocaat te Middelburg; in 1823 werd hij tot plaatsvervangend vrederechter en in 1826 tot rechter in de rechtbank van koophandel benoemd. Sinds 1831 tot aan haar opheffing in 1838 was hij voorzitter van dat college, waarna hij tot 1846 plaatsvervangend kantonrechter was. Bij publieke veiling kocht hij in 1857 van de stad Vlissingen voor f 1.250,— de ambachtsheerlijkheid Zoutelande en Werendijke, waarna hij zich Janse van Zoutelande liet noemen. Van hem is verschenen ‘De reductie van den Zeeuwschen Nederlandschen zilveren ducaat of zoogenaamden Zeeuwschen rijksdaalder, beschouwd als eene hoofdoorzaak des vervals en der niet wederopkomst van den handel in Zeeland’ (Middelburg 1843).
Encyclopedie van Zeeland, 1982-1984
43).
Auteur
L. Hageman
Literatuur
- Zelandia Illustrata I, 721.
- Nagtglas, Levensberichten.
- N.N.B.W. I.