Marinus van Reijmerswaal: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 14: | Regel 14: | ||
==Auteur== | ==Auteur== | ||
P.J. Meertens | P.J. Meertens | ||
==Encyclopedie van Zeeland, 1982-1984== | |||
{{GoToOriginal}} | |||
==Literatuur== | ==Literatuur== |
Versie van 20 apr 2020 09:37
Marinus van Reijmerswaal | |
---|---|
300px tekst | |
Geboren | 1493 waarschijnlijk Reimerswaal |
Overleden | na 1567 Middelburg |
Beroep | Schilder |
VIAF | Marinus van Reijmerswaal |
(waarschijnlijk Reimerswaal 1493-Middelburg na 1567). Schilder. Was een zoon van de schilder Claas Marinusz van Zierikzee, die in 1475 vrijmeester in het St.-Lucasgilde in Antwerpen werd. Hij wordt in 1506-'09 genoemd als leerling van de glasschilder Simon van Dale in Antwerpen, maar is daar niet in het gilde opgenomen. Er zijn aanwijzingen dat hij te Reimerswaal heeft gewerkt. Waarschijnlijk was hij in 1566 betrokken bij de beeldenstorm in Middelburg, waarvoor hij in 1567 werd veroordeeld tot openbare boetedoening en verbanning. Marinus, zoals hij signeerde, schilderde vooral taferelen van bankiers en kooplieden in hun werkvertrek. Hoewel in de literatuur veelal wordt gesproken van tollenaars en woekeraars, zijn toch eerder eerzame koop lui en stadsthesauriers afgebeeld. Ook O.L. Vrouw met het kind en de H. Hieronymus in zijn studeervertrek zijn geliefde onderwerpen. Zijn werken zijn gedateerd van 1521-1542. Hoewel Marinus tot de navolgers van Quinten Matsijs wordt gerekend, is zijn werk zeer persoonlijk en direct herkenbaar. Typerend zijn de hoogst expressieve, bijna karikaturale koppen en de nerveuze, benige handen. Zelfs de stillevens van papieren en geldbuidels zitten vol spanning. Mede door de fijne stofuitdrukking is hij één van de eerste echte stillevenschilders van de Nederlanden. Zijn schilderijen zijn over de musea van heel Europa verspreid.
Auteur
P.J. Meertens
Encyclopedie van Zeeland, 1982-1984
Literatuur
- Friedlaender, Altniederländische Malerei XII, 69-76.
- Van Werveke, Aantekeningen bij de zgn. belastingpachters.