Johan Pieter Roetert Tak van Poortvliet: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 10: | Regel 10: | ||
| VIAF = [http://viaf.org/viaf/ Johan Pieter Roetert Tak van Poortvliet] | | VIAF = [http://viaf.org/viaf/ Johan Pieter Roetert Tak van Poortvliet] | ||
}} | }} | ||
Jurist en politicus. Zoon van de predikant Adriaan Tak van Poortvliet. Bezocht het gymnasium te Middelburg, studeerde daarna te Leiden en promoveerde in september 1862 op een dissertatie over het recht van amendement in de constitutionele monarchie. In 1863 werd Tak commies bij de Raad van State, in 1865 commies-griffier bij de Tweede Kamer. Hij maakte zich verdienstelijk als secretaris der staatscommissie voor de regeling der calamiteuze polders in Zeeland. In 1870 verkreeg hij voor het district Middelburg een zetel in de Tweede Kamer, waar hij zich aansloot bij de links-liberalen. Van 1877-1879 was hij minister van Waterstaat. Handel en Nijverheid in het ministerie Kappeyne, in 1894 minister van Binnenlandse zaken in het naar hem genoemde kabinet. Het lukte hem niet zijn wetsvoorstel ook kiesrecht te verlenen aan alle niet-bedeelden die lezen en schrijven konden, te doen aannemen. Tak trad hierna af en werd weer lid van de Tweede en in 1901 van de Eerste Kamer. Hij was mede-oprichter (o.a. met prins Hendrik) en president van de in 1875 opgerichte Stoomvaart Mij. Zeeland. Behalve zijn dissertatie verscheen in 1869 te Middelburg van zijn hand: Over het Polderbestuur van Walcheren. | |||
==Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984== | ==Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984== | ||
{{GoToOriginal}} | {{GoToOriginal}} | ||
==Auteur== | ==Auteur== |
Versie van 16 mrt 2020 09:04
Johan Pieter Roetert Tak van Poortvliet | |
---|---|
300px tekst | |
Geboren | 21 juni 1839 Engelen (N.Br.) |
Overleden | 26 januari 1904 's-Gravenhage |
Beroep | Jurist en politicus |
VIAF | Johan Pieter Roetert Tak van Poortvliet |
Jurist en politicus. Zoon van de predikant Adriaan Tak van Poortvliet. Bezocht het gymnasium te Middelburg, studeerde daarna te Leiden en promoveerde in september 1862 op een dissertatie over het recht van amendement in de constitutionele monarchie. In 1863 werd Tak commies bij de Raad van State, in 1865 commies-griffier bij de Tweede Kamer. Hij maakte zich verdienstelijk als secretaris der staatscommissie voor de regeling der calamiteuze polders in Zeeland. In 1870 verkreeg hij voor het district Middelburg een zetel in de Tweede Kamer, waar hij zich aansloot bij de links-liberalen. Van 1877-1879 was hij minister van Waterstaat. Handel en Nijverheid in het ministerie Kappeyne, in 1894 minister van Binnenlandse zaken in het naar hem genoemde kabinet. Het lukte hem niet zijn wetsvoorstel ook kiesrecht te verlenen aan alle niet-bedeelden die lezen en schrijven konden, te doen aannemen. Tak trad hierna af en werd weer lid van de Tweede en in 1901 van de Eerste Kamer. Hij was mede-oprichter (o.a. met prins Hendrik) en president van de in 1875 opgerichte Stoomvaart Mij. Zeeland. Behalve zijn dissertatie verscheen in 1869 te Middelburg van zijn hand: Over het Polderbestuur van Walcheren.
Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984
Auteur
P. v.d. Veen