Marcus Zuerius Boxhorn: verschil tussen versies

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Johan Francke (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
Wim van Gorsel (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 39: Regel 39:


== Literatuur ==
== Literatuur ==
-Van der Aa, Biographisch woordenboek.  
*Van der Aa, Biographisch woordenboek.  


-Algemeen Letterkundig maandschrift 1845 II, 567.  
*Algemeen Letterkundig maandschrift 1845 II, 567.  


-Van Boshoorn, Epistolae et poemata.  
*Van Boshoorn, Epistolae et poemata.  


-Kampinga, De opvattingen.  
*Kampinga, De opvattingen.  


-Knuttel, Catalogus pamfletten, nrs. 4508, 4566, 4898, 5147, 5564, 5740.  
*Knuttel, Catalogus pamfletten, nrs. 4508, 4566, 4898, 5147, 5564, 5740.  


-Nagtglas, Levensberichten. S. de Wind. Bibliotheek, 445, á89.
*Nagtglas, Levensberichten. S. de Wind. Bibliotheek, 445, á89.


[[category:Kunst & cultuur]]
[[category:Kunst & cultuur]]
Regel 55: Regel 55:
[[category:Zeeuwen]]
[[category:Zeeuwen]]
[[category:persoon]]
[[category:persoon]]
{{DEFAULTSORT:Boxhorn, Marcus Zuerius}}

Versie van 1 aug 2019 07:35

Marcus Zuerius Boxhorn

Marcus Zuerius van Boxhorn (1602-1653), hoogleraar te Leiden en historieschrijver van Zeeland, met een gedicht (Latijn) van A. Hofferus, 1630, kopergravure, KZGW, ZI IV, 280.
Geboren 25 september 1612(volgens A.J. van der Aa 1602) Bergen op Zoom
Overleden 3 oktober 1653 Leiden
Beroep kroniekschrijver
VIAF M.Z. Boxhorn

Levensloop

Na het overlijden van zijn vader in 1618 vestigde het gezin zich te Breda bij de grootvader, de predikant Henri Boxhorn. Bij de inname van Breda door de Spanjaarden in 1625, trekt de familie naar Leiden, waar Marcus zich op 12 augustus 1626 als student liet inschrijven in de wijsbegeerte, rechten en politieke geschiedenis. Zijn begaafdheid bleef niet lang onopgemerkt: reeds in 1632 werd hij benoemd tot hoogleraar in de welsprekendheid, welk ambt hij met zoveel verve vervulde dat hij door de Zweedse kanselier Oxenstierna, tijdens diens bezoek aan Holland, werd uitgenodigd naar Zweden te komen. Hij sloeg het aanbod echter af. In 1648 volgde hij Daniël Heinsius op als hoogleraar in de geschiedenis en de staatkunde. Zijn vroege dood werd als een groot verlies beschouwd.

Werkzaamheden

Wapenbord van Marcus Zuerius Boxhorn (1612-1653). Afkomstig van de familie Besdenis, waaraan Boxhorn verwant was, foto, ca. 1920, ZB, Beeldbank Zeeland, recordnr. 146901

Boxhorn was bijzonder productief geweest: meer dan 60 boeken over de meest uiteenlopende onderwerpen verschenen van zijn hand. Het merendeel echter kenmerkte zich door oppervlakkigheid. Zijn belangrijkste en eerst na zijn dood verschenen werk was de gallisch-keltische encyclopedie: ‘Originum Gallicarum Liber’ (Amsterdam 1654); een historische beschrijving van Holland verscheen toen hij 20 jaar oud was: ‘Theatrum sive descriptio comitatus et urbium Hollandiae’ (Amsterdam 1632); ‘Respublica Leodiensium’ (Leiden 1633) verscheen in een serie landbeschrijvingen; ‘Apologia pro navigationibus Hollandorum adversus Pontum Heuterum’ (Leiden 1633) is een tegen Pontus Heuterus gerichte verdediging van de oude zeevaart der Hollanders; ‘De Typographica eartis inventione et inventoribus dissertatio’ (Leiden 1640) verdedigt het recht van Haarlem op de uitvinding van de boekdrukkunst. Uit 1644 dateren twee excentrieke werkjes: ‘Spiegeltjen vertoonende 't lanck hayr ende hayrlokken bij de oude Hollanders ende Zeelanders gedragen’ (Middelburg 1644) en het ‘Spiegeltien vertoonende 't cort hayr bij de Hollanders en de Zeelanders joncst gedragen ende van vreemden ontleent’ (Middelburg 1644) waarin hij de lange haardracht bij mannen voorstaat; belangrijk werk verrichtte hij met de van aantekeningen voorziene uitgaven van de kronieken: ‘Chronyiik van Zeelandt, eertijds beschreven door d'heer Johannes Reygersbergen, nu verbetert ende vermeerdert’, 2 dln. (Middelburg 1644) en J. Veldenaer, ‘Chronyck van Hollandt, Zeelandt ende Westvrieslandt, met aanteyckeningen’ (Leiden 1650). Ook zijn ‘Historia obsidionis Bredanae et rerumanno 1637 in Belgio aut alibi gestarum’ (Leiden 1640) heeft nog steeds waarde; de ‘Nederlandsche Historiën, Eerste boek, behelsende de eerste veranderingen in den Nederlanden, voor ende tot de tijden van Keijser Karel de Vde’ (Leiden 1644, in 1700 te Utrecht herdrukt als Nederlands merkwaardigste gebeurtenissen 2 dln. schetst de kerkgeschiedenis van Nederland van 1000 tot 1500, waarin hij scherp uitvalt tegen de Katholieke Kerk. Voorts schreef hij latijnse gedichten die niet boven de middelmaat uitkomen en heeft hij veel latijnse oratiën, vnl. lijkredenen, gehouden. Een volledige lijst van zijn werk is te vinden achter Baselius' ‘Vita Boxhornii’ (vóór de uitgave zijner ‘Epistolae et Poemata’, A'dam 1662), bij Paquot, ‘Memoires’ 1, 416 vlg., en bij Nicéron, ‘Memoires’ IV, 181 vlg.

beknopte Bibliografie

Titelpagina van de Chroniick van Zeelandt van Boxhorn, uit 1644

Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984

Bekijk de originele tekst uit de Encyclopedie van Zeeland, 1982-1984

Auteur

-L. Hageman

Literatuur

  • Van der Aa, Biographisch woordenboek.
  • Algemeen Letterkundig maandschrift 1845 II, 567.
  • Van Boshoorn, Epistolae et poemata.
  • Kampinga, De opvattingen.
  • Knuttel, Catalogus pamfletten, nrs. 4508, 4566, 4898, 5147, 5564, 5740.
  • Nagtglas, Levensberichten. S. de Wind. Bibliotheek, 445, á89.