Pieter Pous: verschil tussen versies
k Marja heeft pagina Pous, Pieter hernoemd naar Pieter Pous: hernoemd |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 2: | Regel 2: | ||
| above = Pous, Pieter | | above = Pous, Pieter | ||
}} | }} | ||
== Opleiding en werkzaamheden == | |||
(Middelburg 12 okt. 1777 - Middelburg 30 juni 1851). Jurist. Studeerde te Leiden; na zijn promotie op 1 juli 1791 vestigde hij zich te Middelburg, waar hij tot president van de Vierschaar werd benoemd. In die functie sprak hij eens een beschuldig de (Jan van Ouwerkerk) in dichtmaat toe. Tevens werd hem de zorg over de zaken van de opgeheven Oost-Indische Compagnie op gedragen. Pous was ook lid van de stedelijke raad van Middelburg en tijdens de Franse tijd maakte hij deel uit van de centrale directie van Walcheren. Zijn vermogen belegde hij voor een groot deel in landerijen en hij werd hereboer. Veelal hield hij verblijf op zijn bij Serooskerke gelegen boerderij 'Ter Linde'. In de Bataafse tijd liet hij daar een proefveld voor suikerbieten aanleggen, waarmee hij zich het ongenoegen van de boeren in zijn omgeving op de hals haalde, die zich verzetten tegen de dwang van een hun onbekende, in een kwaad gerucht staande teelt. Op zijn bij Oostkapelle gelegen hofstede 'Ter Mee' stichtte hij omstreeks 1035 de 'Kweekschool voor den Landbouw', waar hij arme kinderen liet onderwijzen in de landbouw en in verschillende ambachten. Ook scheepsjongens werden er opgeleid. Tegenover [[Frans]] Naerebout, die tot armoede vervallen was, gedroeg hij zich genereus. Behalve als filantroop (die echter van de arbeid van zijn pupillen profijt wist te trekken) en als hereboer, is hij ook bekend geworden door zijn vele publicaties o.a. Het Land bouwkundig Schoolboek (1810). | (Middelburg 12 okt. 1777 - Middelburg 30 juni 1851). Jurist. Studeerde te Leiden; na zijn promotie op 1 juli 1791 vestigde hij zich te Middelburg, waar hij tot president van de Vierschaar werd benoemd. In die functie sprak hij eens een beschuldig de (Jan van Ouwerkerk) in dichtmaat toe. Tevens werd hem de zorg over de zaken van de opgeheven Oost-Indische Compagnie op gedragen. Pous was ook lid van de stedelijke raad van Middelburg en tijdens de Franse tijd maakte hij deel uit van de centrale directie van Walcheren. Zijn vermogen belegde hij voor een groot deel in landerijen en hij werd hereboer. Veelal hield hij verblijf op zijn bij Serooskerke gelegen boerderij 'Ter Linde'. In de Bataafse tijd liet hij daar een proefveld voor suikerbieten aanleggen, waarmee hij zich het ongenoegen van de boeren in zijn omgeving op de hals haalde, die zich verzetten tegen de dwang van een hun onbekende, in een kwaad gerucht staande teelt. Op zijn bij Oostkapelle gelegen hofstede 'Ter Mee' stichtte hij omstreeks 1035 de 'Kweekschool voor den Landbouw', waar hij arme kinderen liet onderwijzen in de landbouw en in verschillende ambachten. Ook scheepsjongens werden er opgeleid. Tegenover [[Frans]] Naerebout, die tot armoede vervallen was, gedroeg hij zich genereus. Behalve als filantroop (die echter van de arbeid van zijn pupillen profijt wist te trekken) en als hereboer, is hij ook bekend geworden door zijn vele publicaties o.a. Het Land bouwkundig Schoolboek (1810). | ||
== Auteur == | |||
-L. Hageman | |||
[[category:Zeeuwen]] | |||
[[category:persoon]] | [[category:persoon]] | ||
{{DEFAULTSORT:Pous, Pieter}} |
Versie van 20 mei 2019 19:46
Pous, Pieter |
---|
Opleiding en werkzaamheden
(Middelburg 12 okt. 1777 - Middelburg 30 juni 1851). Jurist. Studeerde te Leiden; na zijn promotie op 1 juli 1791 vestigde hij zich te Middelburg, waar hij tot president van de Vierschaar werd benoemd. In die functie sprak hij eens een beschuldig de (Jan van Ouwerkerk) in dichtmaat toe. Tevens werd hem de zorg over de zaken van de opgeheven Oost-Indische Compagnie op gedragen. Pous was ook lid van de stedelijke raad van Middelburg en tijdens de Franse tijd maakte hij deel uit van de centrale directie van Walcheren. Zijn vermogen belegde hij voor een groot deel in landerijen en hij werd hereboer. Veelal hield hij verblijf op zijn bij Serooskerke gelegen boerderij 'Ter Linde'. In de Bataafse tijd liet hij daar een proefveld voor suikerbieten aanleggen, waarmee hij zich het ongenoegen van de boeren in zijn omgeving op de hals haalde, die zich verzetten tegen de dwang van een hun onbekende, in een kwaad gerucht staande teelt. Op zijn bij Oostkapelle gelegen hofstede 'Ter Mee' stichtte hij omstreeks 1035 de 'Kweekschool voor den Landbouw', waar hij arme kinderen liet onderwijzen in de landbouw en in verschillende ambachten. Ook scheepsjongens werden er opgeleid. Tegenover Frans Naerebout, die tot armoede vervallen was, gedroeg hij zich genereus. Behalve als filantroop (die echter van de arbeid van zijn pupillen profijt wist te trekken) en als hereboer, is hij ook bekend geworden door zijn vele publicaties o.a. Het Land bouwkundig Schoolboek (1810).
Auteur
-L. Hageman