Cornelis Zwigtman: verschil tussen versies
Regel 12: | Regel 12: | ||
==Biografie== | ==Biografie== | ||
Cornelis Zwigtman was de zoon van Marinus Zwigtman en Sia (Josina) de Moor. Zijn vader had eerder een wagenmakerij overgenomen in 's Heerenhoek. Na acht jaar verkocht vader Marinus zijn wagenmakerij en vestigde zich op Noord-Beveland, waarna hij daar zich ook als wagenmaker vestigde. Ook hier nam hij een bestaande wagenmakerij over. | |||
Ook zoon Cornelis Zwigtman kwam terecht in de wagenmakerij, maar voelde zich meer thuis in het tekenvak. Hij bezocht daarom enige tijd de Tekenacademie te Middelburg. | |||
Hij was bevriend met de dichter Hendrik Tollens, die hem tot de poëzie aanspoorde. Op de Noordbevelandse nutsavonden oogstte hij veel succes met zijn rijmen, zoals de 'Zeeuwsche boerenkermis' (1817) en 'Staal van Zeeuwschen heldenmoed of het voorgevallene in Noord-Beveland op den 13 van wintermaand 1813', beide in 1820 uitgegeven. Ook beschreef hij in dichtvorm de levens van de kunstschilders Jan Steen (1841) en Adriaan Brouwer (1863). | |||
Zijn schilderijen hebben weinig kunstwaarde, maar zijn van belang voor de kennis van het Noordbevelandse volksleven en de klederdracht. Wat betreft zijn schilderstijl onderscheidt hij zich volgens A.A. van der Poel door een soepele penseelstreek, fraaie kleuren, aandachtige observering en uitbeelding van zijn modellen.<ref>[https://www.tijdschriftenbankzeeland.nl/issue/arc/1968-01-01/edition/0/page/7?query=%22Cornelis%20Zwigtman%22&period=1/1/1900-1/1/2018&sort=relevance A.A. van der Poel, Drie Noordbevelandse schilders', in: Archief, 1 januari 1968, pag. 7 e.v.]</ref> | Zijn schilderijen hebben weinig kunstwaarde, maar zijn van belang voor de kennis van het Noordbevelandse volksleven en de klederdracht. Wat betreft zijn schilderstijl onderscheidt hij zich volgens A.A. van der Poel door een soepele penseelstreek, fraaie kleuren, aandachtige observering en uitbeelding van zijn modellen.<ref>[https://www.tijdschriftenbankzeeland.nl/issue/arc/1968-01-01/edition/0/page/7?query=%22Cornelis%20Zwigtman%22&period=1/1/1900-1/1/2018&sort=relevance A.A. van der Poel, Drie Noordbevelandse schilders', in: Archief, 1 januari 1968, pag. 7 e.v.]</ref> |
Versie van 25 okt 2018 13:29
Cornelis Zwigtman | |
---|---|
Wissenkerke, monumentaal pand, 2014, foto: M. Verbeek, Bron: Wikimedia Commons | |
Geboren | 7 juni 1781 's-Heerenhoek |
Overleden | 1 november 1866 Wissenkerke |
Beroep | Wagenmaker, schilder en dichter |
VIAF | Cornelis Zwigtman |
Biografie
Cornelis Zwigtman was de zoon van Marinus Zwigtman en Sia (Josina) de Moor. Zijn vader had eerder een wagenmakerij overgenomen in 's Heerenhoek. Na acht jaar verkocht vader Marinus zijn wagenmakerij en vestigde zich op Noord-Beveland, waarna hij daar zich ook als wagenmaker vestigde. Ook hier nam hij een bestaande wagenmakerij over.
Ook zoon Cornelis Zwigtman kwam terecht in de wagenmakerij, maar voelde zich meer thuis in het tekenvak. Hij bezocht daarom enige tijd de Tekenacademie te Middelburg.
Hij was bevriend met de dichter Hendrik Tollens, die hem tot de poëzie aanspoorde. Op de Noordbevelandse nutsavonden oogstte hij veel succes met zijn rijmen, zoals de 'Zeeuwsche boerenkermis' (1817) en 'Staal van Zeeuwschen heldenmoed of het voorgevallene in Noord-Beveland op den 13 van wintermaand 1813', beide in 1820 uitgegeven. Ook beschreef hij in dichtvorm de levens van de kunstschilders Jan Steen (1841) en Adriaan Brouwer (1863).
Zijn schilderijen hebben weinig kunstwaarde, maar zijn van belang voor de kennis van het Noordbevelandse volksleven en de klederdracht. Wat betreft zijn schilderstijl onderscheidt hij zich volgens A.A. van der Poel door een soepele penseelstreek, fraaie kleuren, aandachtige observering en uitbeelding van zijn modellen.[1]
Zijn zoon Marinus (Wissenkerke 8 mei 1818-Wissenkerke 26 jan. 1848) en zijn leerling en knecht Karel Kramer volgden hem na. Zie kleuren plaat XXX, t.o.pag. 369.
Encyclopedie van Zeeland 1982-1984
Auteur
- A.J. Beenhakker