Slot Moermond: verschil tussen versies
Importing text file |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 2: | Regel 2: | ||
| above = Moermond, Slot | | above = Moermond, Slot | ||
}} | }} | ||
== Ontstaan == | |||
De ligging van het eerste slot Moermond aan de Schouwse Moer(ass)en bij Renesse wordt aangegeven op de kaart 'Zeeland in 1300' (een reconstructie) uit de Geschiedkundige Atlas van Nederland. De hierna genoemde feiten wijzen erop, dat het tussen 1230 en 1244 werd gebouwd. Op 15 mei 1230 werd Costijn van Zierikzee heer van Renesse, door zijn bezittingen te Zierikzee te ruilen met die van graaf Floris IV. Tot deze bezittingen behoorde ook het hele duingebied ten Westen van Renesse, tot en met Westenschouwen, met uitzondering van Burgh en Raamstede. In 1244 logeerde graaf Willem IV, blijkens een oorkonde, op het slot bij de heer van Renesse; de bouwdatum moet dus tussen 1229 en 1244 liggen. Uit opgravingen in 1956 en 1957 blijkt, dat dit eerste slot Moermond meer dan 60 m in doorsnee mat, met muren van 1,50-2 m dik te. Het lag ten oosten van het huidige slot; de gracht aan de oostzijde is de westelijke van het oude slot. De geschiedenis van het geslacht Renesse is vrij sterk verweven met die van de strijd tussen Holland, Zeeland en Vlaanderen. In 1282 hielp Jan van Renesse, kleinzoon van Costijn, met een Zeeuws leger bij het beleg van het slot Vreeland door graaf Floris V. Gijsbrecht van Amstel werd bij die gelegenheid als gevangene mee naar Zeeland gevoerd. In 1289 werd Jan van Renesse Vlaams leenman, daarbij de politieke kleur van vele Zeeuwse edelen aannemend. Moermond werd in 1297 belegerd door Wolfert van Borssele, in opdracht van graaf Jan van Holland. De bezetting werd uitgehongerd, het slot werd totaal verwoest. De Renesse's ruilden in 1313 hun Schouwse goederen voor bezittingen te Baarland en op Walcheren met de graaf van Holland, Willem III (de Goede), zodat de laatste toen heel westelijk Schouwen bezat. In 1321, na de dood van Witte van Haamstede, erfde diens zoon Arend de eigendommen in Renesse. Arend heeft waarschijnlijk het tweede slot Moermond gebouwd; de enige zekere datum daarvoor blijkt uit een rekening van 1339 van de rentmeester Beoosten schelde, waarin het slot wordt genoemd. Blijkens de opgravingen in 1957 was dit op een andere plaats dan het eerste gelegen, een aanwijzing dat het tweede slot met materiaal van de eerste is gebouwd. Er zijn aanwijzingen, dat dit tweede slot op een aanwas lag, in het watertje dat bij de Moeren van Renesse in zee stroomde. Het had een rechthoekige doorsnede en ronde hoektorens; het onderste deel van het huidige slot is vrij zeker nog een rest van de poort van het tweede Moermond. Uit het feit, dat de kleinzoon van Arend, Florens van Haamstede, heer van Moermond, in 1446 het huis Crayensteijn bij Burgh bewoonde, zou opgemaakt kunnen worden dat het slot tijdens de Hoekse en Kabeljauwse twisten verwoest is. Omstreeks 1500 was het weer een ruïne. Blijkens een opschrift boven een schoorsteen in het oudste deel van het slot heeft Jacob van Serooskerke het in 1513 laten herbouwen. Na twee generaties Serooskerke's kwam het slot in 1612 via Cesar Porquin in bezit van Iman van Zuidtlandt, die een flink stuk liet aanbouwen. In 1688 werd het verkocht aan Pieter Kemp, burgemeester van Zierikzee. Door diens toedoen verkreeg het kasteel de vorm en het uiterlijk die het ook thans nog bezit. In 1751 werd het door de toenmalige eigenaar, Pieter van Schuilenburgh, weer gerenoveerd, daarna bleef het geruime tijd in handen van deze familie. In 1910 kocht J. Vriesendorp te Dordrecht het slot. Bij de overstromingsramp in 1953 werd veel vernield; de resten werden in 1955 door de voor dat doel opgerichte Stichting Moermond gekocht, die het slot liet restaureren. Sedertdien diende het eerst als huis vesting voor de 'Outward Bound School', waar jonge werknemers uit enkele bedrijfstakken enkele weken lichamelijk werden getest. Daarna was het een conferentieoord van N.V.V., N.K.V. en C.N.V. In 1978 huurde de Deltadienst van Rijkswaterstaat en de aannemerscombinatie 'DOS-bouw' het, om werknemers die aan de Oosterscheldewerken bouwen, te huisvesten, alsmede voor conferentie- en studiedagen. Wapen: Dit komt voor op de wapenkaart van Smallegange (1696). | |||
== Encyclopedie van Zeeland, 1982-1984 == | |||
{{GoToOriginal}} | |||
== Auteur == | |||
-J.A. Trimpe Burger | |||
== Literatuur == | |||
*Van Beveren, Verdwenen kastelen. | |||
*J.P. van den Broecke, Middeleeuwse kastelen. | |||
Kasteel Moermond (1.) en het dorp Renesse (r.) in de zeventiende eeuw.De hoofdingang van Moermond (oostzijde) met het gecombineerde familiewapen Zuidland - Montens en de spreuk 'Door tegenslagen krijgt de deugd nieuwe kracht'. | Kasteel Moermond (1.) en het dorp Renesse (r.) in de zeventiende eeuw.De hoofdingang van Moermond (oostzijde) met het gecombineerde familiewapen Zuidland - Montens en de spreuk 'Door tegenslagen krijgt de deugd nieuwe kracht'. | ||
Versie van 24 feb 2017 12:31
Moermond, Slot |
---|
Ontstaan
De ligging van het eerste slot Moermond aan de Schouwse Moer(ass)en bij Renesse wordt aangegeven op de kaart 'Zeeland in 1300' (een reconstructie) uit de Geschiedkundige Atlas van Nederland. De hierna genoemde feiten wijzen erop, dat het tussen 1230 en 1244 werd gebouwd. Op 15 mei 1230 werd Costijn van Zierikzee heer van Renesse, door zijn bezittingen te Zierikzee te ruilen met die van graaf Floris IV. Tot deze bezittingen behoorde ook het hele duingebied ten Westen van Renesse, tot en met Westenschouwen, met uitzondering van Burgh en Raamstede. In 1244 logeerde graaf Willem IV, blijkens een oorkonde, op het slot bij de heer van Renesse; de bouwdatum moet dus tussen 1229 en 1244 liggen. Uit opgravingen in 1956 en 1957 blijkt, dat dit eerste slot Moermond meer dan 60 m in doorsnee mat, met muren van 1,50-2 m dik te. Het lag ten oosten van het huidige slot; de gracht aan de oostzijde is de westelijke van het oude slot. De geschiedenis van het geslacht Renesse is vrij sterk verweven met die van de strijd tussen Holland, Zeeland en Vlaanderen. In 1282 hielp Jan van Renesse, kleinzoon van Costijn, met een Zeeuws leger bij het beleg van het slot Vreeland door graaf Floris V. Gijsbrecht van Amstel werd bij die gelegenheid als gevangene mee naar Zeeland gevoerd. In 1289 werd Jan van Renesse Vlaams leenman, daarbij de politieke kleur van vele Zeeuwse edelen aannemend. Moermond werd in 1297 belegerd door Wolfert van Borssele, in opdracht van graaf Jan van Holland. De bezetting werd uitgehongerd, het slot werd totaal verwoest. De Renesse's ruilden in 1313 hun Schouwse goederen voor bezittingen te Baarland en op Walcheren met de graaf van Holland, Willem III (de Goede), zodat de laatste toen heel westelijk Schouwen bezat. In 1321, na de dood van Witte van Haamstede, erfde diens zoon Arend de eigendommen in Renesse. Arend heeft waarschijnlijk het tweede slot Moermond gebouwd; de enige zekere datum daarvoor blijkt uit een rekening van 1339 van de rentmeester Beoosten schelde, waarin het slot wordt genoemd. Blijkens de opgravingen in 1957 was dit op een andere plaats dan het eerste gelegen, een aanwijzing dat het tweede slot met materiaal van de eerste is gebouwd. Er zijn aanwijzingen, dat dit tweede slot op een aanwas lag, in het watertje dat bij de Moeren van Renesse in zee stroomde. Het had een rechthoekige doorsnede en ronde hoektorens; het onderste deel van het huidige slot is vrij zeker nog een rest van de poort van het tweede Moermond. Uit het feit, dat de kleinzoon van Arend, Florens van Haamstede, heer van Moermond, in 1446 het huis Crayensteijn bij Burgh bewoonde, zou opgemaakt kunnen worden dat het slot tijdens de Hoekse en Kabeljauwse twisten verwoest is. Omstreeks 1500 was het weer een ruïne. Blijkens een opschrift boven een schoorsteen in het oudste deel van het slot heeft Jacob van Serooskerke het in 1513 laten herbouwen. Na twee generaties Serooskerke's kwam het slot in 1612 via Cesar Porquin in bezit van Iman van Zuidtlandt, die een flink stuk liet aanbouwen. In 1688 werd het verkocht aan Pieter Kemp, burgemeester van Zierikzee. Door diens toedoen verkreeg het kasteel de vorm en het uiterlijk die het ook thans nog bezit. In 1751 werd het door de toenmalige eigenaar, Pieter van Schuilenburgh, weer gerenoveerd, daarna bleef het geruime tijd in handen van deze familie. In 1910 kocht J. Vriesendorp te Dordrecht het slot. Bij de overstromingsramp in 1953 werd veel vernield; de resten werden in 1955 door de voor dat doel opgerichte Stichting Moermond gekocht, die het slot liet restaureren. Sedertdien diende het eerst als huis vesting voor de 'Outward Bound School', waar jonge werknemers uit enkele bedrijfstakken enkele weken lichamelijk werden getest. Daarna was het een conferentieoord van N.V.V., N.K.V. en C.N.V. In 1978 huurde de Deltadienst van Rijkswaterstaat en de aannemerscombinatie 'DOS-bouw' het, om werknemers die aan de Oosterscheldewerken bouwen, te huisvesten, alsmede voor conferentie- en studiedagen. Wapen: Dit komt voor op de wapenkaart van Smallegange (1696).
Encyclopedie van Zeeland, 1982-1984
Auteur
-J.A. Trimpe Burger
Literatuur
- Van Beveren, Verdwenen kastelen.
- J.P. van den Broecke, Middeleeuwse kastelen.
Kasteel Moermond (1.) en het dorp Renesse (r.) in de zeventiende eeuw.De hoofdingang van Moermond (oostzijde) met het gecombineerde familiewapen Zuidland - Montens en de spreuk 'Door tegenslagen krijgt de deugd nieuwe kracht'.