Berbice: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
|||
Regel 2: | Regel 2: | ||
| above = Berbice | | above = Berbice | ||
}} | }} | ||
[[Bestand:Berbice_ZI_I_1625.jp|thumb|right|350px|Kaart van Berbice, gravure van Reinier en Josua Ottens, 1763, collectie KZGW, ZI I-1625]] | |||
== kolonisering Berbice == | == kolonisering Berbice == | ||
Zeeuwse handelspost aan de noordkust van Zuid-Amerika. Ten westen van de Corantijn en wel aan de Berbice, hadden [[Abraham van Pere]] en [[Pieter van Rhee]], beiden Vlissingers, in 1624 een kleine handelsnederzetting. In 1627 kwam een accoord tot stand tussen Van Pere en de Kamer Zeeland tot het stichten van een patroonschap in Berbice. Berbice werd in 1665 door de Engelsen aangevallen, doch de commandeur Bergenaer, die blijkbaar in de Indianen goede bondgenoten had, wist de aanval af te slaan en zelfs [[Essequibo]] te heroveren. Toen [[Abraham Crijnssen]], na de zaken in [[Suriname]] voorlopig geregeld te hebben, zijn tocht langs de [[Wilde Kust]] voortzette, vond hij niets meer te doen voor het herstel aldaar van het Nederlandse gezag. Berbice was blijkbaar een bloeiende handelspost en een zich ontwikkelende plantagekolonie. De erfgenamen der oorspronkelijke patroons van Berbice kregen in 1678 deze kolonie van de nieuwe [[West]]-Indische Compagnie als erfelijk leen toegewezen, op voorwaarden welke in 1703 zijn vernieuwd. De Zeeuwse belanghebbenden stonden gedurende de Spaanse Successieoorlog hun kolonie aan de Fransen af. Een agent van [[Lodewijk XIV]] verkocht haar in 1714 aan een combinatie van Amsterdamse kooplieden, die haar in 1720 inbracht in de [[Sociëteit van Berbice]]. In 1782 werd het gebied door de Engelsen bezet, maar nog in datzelfde jaar heroverd door een Frans eskader en bij de vrede aan de Republiek teruggegeven. Na de Franse tijd hebben de Engelsen de kolonie niet meer teruggegeven. | Zeeuwse handelspost aan de noordkust van Zuid-Amerika. Ten westen van de Corantijn en wel aan de Berbice, hadden [[Abraham van Pere]] en [[Pieter van Rhee]], beiden Vlissingers, in 1624 een kleine handelsnederzetting. In 1627 kwam een accoord tot stand tussen Van Pere en de Kamer Zeeland tot het stichten van een patroonschap in Berbice. Berbice werd in 1665 door de Engelsen aangevallen, doch de commandeur Bergenaer, die blijkbaar in de Indianen goede bondgenoten had, wist de aanval af te slaan en zelfs [[Essequibo]] te heroveren. Toen [[Abraham Crijnssen]], na de zaken in [[Suriname]] voorlopig geregeld te hebben, zijn tocht langs de [[Wilde Kust]] voortzette, vond hij niets meer te doen voor het herstel aldaar van het Nederlandse gezag. Berbice was blijkbaar een bloeiende handelspost en een zich ontwikkelende plantagekolonie. De erfgenamen der oorspronkelijke patroons van Berbice kregen in 1678 deze kolonie van de nieuwe [[West]]-Indische Compagnie als erfelijk leen toegewezen, op voorwaarden welke in 1703 zijn vernieuwd. De Zeeuwse belanghebbenden stonden gedurende de Spaanse Successieoorlog hun kolonie aan de Fransen af. Een agent van [[Lodewijk XIV]] verkocht haar in 1714 aan een combinatie van Amsterdamse kooplieden, die haar in 1720 inbracht in de [[Sociëteit van Berbice]]. In 1782 werd het gebied door de Engelsen bezet, maar nog in datzelfde jaar heroverd door een Frans eskader en bij de vrede aan de Republiek teruggegeven. Na de Franse tijd hebben de Engelsen de kolonie niet meer teruggegeven. |
Versie van 19 jan 2017 13:34
Berbice |
---|
kolonisering Berbice
Zeeuwse handelspost aan de noordkust van Zuid-Amerika. Ten westen van de Corantijn en wel aan de Berbice, hadden Abraham van Pere en Pieter van Rhee, beiden Vlissingers, in 1624 een kleine handelsnederzetting. In 1627 kwam een accoord tot stand tussen Van Pere en de Kamer Zeeland tot het stichten van een patroonschap in Berbice. Berbice werd in 1665 door de Engelsen aangevallen, doch de commandeur Bergenaer, die blijkbaar in de Indianen goede bondgenoten had, wist de aanval af te slaan en zelfs Essequibo te heroveren. Toen Abraham Crijnssen, na de zaken in Suriname voorlopig geregeld te hebben, zijn tocht langs de Wilde Kust voortzette, vond hij niets meer te doen voor het herstel aldaar van het Nederlandse gezag. Berbice was blijkbaar een bloeiende handelspost en een zich ontwikkelende plantagekolonie. De erfgenamen der oorspronkelijke patroons van Berbice kregen in 1678 deze kolonie van de nieuwe West-Indische Compagnie als erfelijk leen toegewezen, op voorwaarden welke in 1703 zijn vernieuwd. De Zeeuwse belanghebbenden stonden gedurende de Spaanse Successieoorlog hun kolonie aan de Fransen af. Een agent van Lodewijk XIV verkocht haar in 1714 aan een combinatie van Amsterdamse kooplieden, die haar in 1720 inbracht in de Sociëteit van Berbice. In 1782 werd het gebied door de Engelsen bezet, maar nog in datzelfde jaar heroverd door een Frans eskader en bij de vrede aan de Republiek teruggegeven. Na de Franse tijd hebben de Engelsen de kolonie niet meer teruggegeven.
Zeeuwse etymologie
Aan het moordende klimaat in de vroegere kolonie herinnert nog de uitdrukking 'naar de barbiesjes gaan (wensen)': zijn ondergang tegemoet gaan.
Auteur
-R. Huybrecht
Literatuur
-Edmundson, western Guiana.
-Harlow, Colonising expeditions.
-Hartsinck, Guiana.
-Netscher, Essequibo.
-De Villiers, Storm van 's-Gravezande.