Gosuinus à Buitendijck,: verschil tussen versies
k Johan Francke heeft pagina Gosuinus Buitendijck, hernoemd naar Gosuinus à Buitendijck, |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 1: | Regel 1: | ||
{{InfoboxPersoon | {{InfoboxPersoon | ||
| afbeelding = [[Bestand:.jpg|250px]] | | afbeelding = [[Bestand:.jpg|250px]] | ||
| naam = Gosuinus Buitendijck | | naam = Gosuinus à Buitendijck | ||
| onderschrift = | | onderschrift = | ||
| geboortedatum = [[1585]] | | geboortedatum = [[1585]] | ||
| geboorteplaats = | | geboorteplaats = Oud-Beijerland | ||
| overlijdensdatum = [[1661]] | | overlijdensdatum = [[1661]] | ||
| overlijdensplaats = | | overlijdensplaats = | ||
| beroep = predikant | | beroep = predikant en spinozist | ||
| VIAF = [http://viaf.org/viaf/289367087 G. Buitendijck] | | VIAF = [http://viaf.org/viaf/289367087 G. à Buitendijck] | ||
}} | }} | ||
== Biografie == | == Biografie == | ||
Spinoza heeft in het begin van de 18de eeuw in ons land een grote invloed uitgeoefend. In gepopulariseerde vorm kwamen zijn denkbeelden ook op de kansel terecht. Er is een tijd geweest dat een ieder die ook maar enigszins afweek van de officiële kerkleer voor spinozist werd aangezien. Dit is ook met Buitendijck het geval geweest, al dan niet terecht. De moeilijkheden met hem begonnen al toen hij in 1701 te Schore werd beroepen. Tegen hem werd een aanklacht ingediend, die overigens niets met zijn leer te maken had. Pas het volgende jaar werd het beroep goedgekeurd. In 1705 kwamen er opnieuw beschuldigingen, welke in 1709 uitgroeiden tot de grote beroering van een kerkelijke procedure. Deze klachten hadden wel met zijn leer en prediking te maken, maar hiermee zat men blijkbaar verlegen. Na een prediking van hem in 's-Gravenpolder op 17 augustus 1710, kwamen er nieuwe aanklachten over bedenkelijke afwijkingen van de gereformeerde kerkleer, die in ieder geval in de richting van Spinoza gingen. Hij zag God als de immanente oorzaak van alle dingen en de drie-eenheid zou door hem worden geloochend. Buitendijck toonde zich geen gemakkelijk mens. Op 5 januari 1711 werd hij 'gesuspendeerd' (geschorst) en op 19 februari 1712 afgezet, tezamen met de kerkenraad en de schoolmeester van Schore. Die zich achter hem bleven scharen. Buitendijck ging hierna tot een andere studie over en promoveerde in 1715 tot doctor in de medicijnen. Hij vestigde zich in Roosendaal, waar hij een groep vormde. Toen hij gevaar vreesde, week hij uit naar Vlaanderen. In Zeeland hield hij allerlei contacten en vormde hij kringen, vooral op Zuid-Beveland, waarom de Staten hem verboden op dit eiland te komen, van welk verbod Buitendijck zich niets aantrok. In 1726 werd hij uit Breda verbannen. Buitendijck was nog al eens tegen de draad in en het is niet ten onrechte dat van hem nog altijd resteert in onze provincie de uitdrukking: ‘'t Is een buitendijker’, waarmee niet een vreemdeling wordt bedoeld, maar iemand uit eigen kring, die wat anders is dan de anderen. | |||
== Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984 == | == Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984 == | ||
{{GoToOriginal}} | {{GoToOriginal}} | ||
== Auteur == | == Auteur == |
Versie van 4 mrt 2016 08:08
Gosuinus à Buitendijck, | |
---|---|
Bestand:.jpg ' | |
Geboren | 1585 Oud-Beijerland |
Overleden | 1661 |
Beroep | predikant en spinozist |
VIAF | G. à Buitendijck |
Biografie
Spinoza heeft in het begin van de 18de eeuw in ons land een grote invloed uitgeoefend. In gepopulariseerde vorm kwamen zijn denkbeelden ook op de kansel terecht. Er is een tijd geweest dat een ieder die ook maar enigszins afweek van de officiële kerkleer voor spinozist werd aangezien. Dit is ook met Buitendijck het geval geweest, al dan niet terecht. De moeilijkheden met hem begonnen al toen hij in 1701 te Schore werd beroepen. Tegen hem werd een aanklacht ingediend, die overigens niets met zijn leer te maken had. Pas het volgende jaar werd het beroep goedgekeurd. In 1705 kwamen er opnieuw beschuldigingen, welke in 1709 uitgroeiden tot de grote beroering van een kerkelijke procedure. Deze klachten hadden wel met zijn leer en prediking te maken, maar hiermee zat men blijkbaar verlegen. Na een prediking van hem in 's-Gravenpolder op 17 augustus 1710, kwamen er nieuwe aanklachten over bedenkelijke afwijkingen van de gereformeerde kerkleer, die in ieder geval in de richting van Spinoza gingen. Hij zag God als de immanente oorzaak van alle dingen en de drie-eenheid zou door hem worden geloochend. Buitendijck toonde zich geen gemakkelijk mens. Op 5 januari 1711 werd hij 'gesuspendeerd' (geschorst) en op 19 februari 1712 afgezet, tezamen met de kerkenraad en de schoolmeester van Schore. Die zich achter hem bleven scharen. Buitendijck ging hierna tot een andere studie over en promoveerde in 1715 tot doctor in de medicijnen. Hij vestigde zich in Roosendaal, waar hij een groep vormde. Toen hij gevaar vreesde, week hij uit naar Vlaanderen. In Zeeland hield hij allerlei contacten en vormde hij kringen, vooral op Zuid-Beveland, waarom de Staten hem verboden op dit eiland te komen, van welk verbod Buitendijck zich niets aantrok. In 1726 werd hij uit Breda verbannen. Buitendijck was nog al eens tegen de draad in en het is niet ten onrechte dat van hem nog altijd resteert in onze provincie de uitdrukking: ‘'t Is een buitendijker’, waarmee niet een vreemdeling wordt bedoeld, maar iemand uit eigen kring, die wat anders is dan de anderen.
Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984
Auteur
-?
Literatuur
-De Ligt, Gosuinus à Buitendijck. cagegory:Zeeuwen