Henriëtte van der Mey: verschil tussen versies

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Johan Francke (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
Johan Francke (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 11: Regel 11:
}}
}}
== Jeugd, opleiding en eerste artikelen ==
== Jeugd, opleiding en eerste artikelen ==
Henriëtta Rosina Dorothea van der Mey wordt geboren op 21 december 1850 als dochter van een officier in Harderwijk. Ze overlijdt te Laren (NH) op 26 augustus 1945. Van der Mey groeit op in een Nederlands-Hervormd gezin, dat door het beroep van de vader vaak verhuist. Omdat haar moeder Duitse is gaat zij zelf ook Duits studeren. In 1875 haalt ze als één van de eerste vrouwen de akte Middelbaar Onderwijs voor de Hoogduitse taal- en letterkunde. Daarna behaalt ze nog de aktes hulponderwijzeres (1876) en hoofdonderwijzeres (1878). Van september 1876 tot en met 1885 is ze lerares Duits en Nederlands aan de Middelbare School voor Meisjes in Goes.
Henriëtta Rosina Dorothea van der Mey werd geboren als dochter van een officier in Harderwijk. Van der Mey groeide op in een Nederlands-Hervormd gezin, dat door het beroep van de vader vaak verhuisde. Omdat haar moeder Duitse was ging zij zelf ook Duits studeren. In 1875 haalde ze als één van de eerste vrouwen de akte Middelbaar Onderwijs voor de Hoogduitse taal- en letterkunde. Daarna behaalde ze nog de aktes hulponderwijzeres (1876) en hoofdonderwijzeres (1878). Van september 1876 tot en met 1885 was ze lerares Duits en Nederlands aan de Middelbare School voor Meisjes in Goes.
Als schrijfster trekt Van der Mey al in 1882 de aandacht door het Deutsches Lesebuch für höhere Tochterschulen (Den Haag) samen te stellen. Eveneens in 1882 publiceert ze onder het pseudoniem Enrichetta haar eerste literaire kritiek in De Portefeuille. Nieuwe Kunst- en Letterbode. Tevens schrijft ze, soms onder pseudoniem, in De Nederlandsche Spectator, De Dageraad, De Lantaarn (Orgaan voor Noord- en Zuid-Nederland), Nederland en De Amsterdammer. Ze ijvert voor een Tehuis voor Onderwijzeressen en de wettelijke bescherming van de vrouwenarbeid in het tijdschrift Vragen des Tijds (mei 1884).
Als schrijfster trok Van der Mey al in 1882 de aandacht door het ''Deutsches Lesebuch für höhere Tochterschulen'' (Den Haag) samen te stellen. Eveneens in 1882 publiceerde ze onder het pseudoniem Enrichetta haar eerste literaire kritiek in ''De Portefeuille. Nieuwe Kunst- en Letterbode.'' Tevens schreef ze, soms onder pseudoniem, in ''De Nederlandsche Spectator, De Dageraad, De Lantaarn'' (Orgaan voor Noord- en Zuid-Nederland), ''Nederland'' en ''De Amsterdammer.'' Ze ijverde voor een Tehuis voor Onderwijzeressen en de wettelijke bescherming van de vrouwenarbeid in het tijdschrift ''Vragen des Tijds'' (mei 1884).


== Middelburgsche Courant ==
[[Bestand:ZNI_28_10_1884_pag1.jpg|thumb|left|200px|Zierikzeesche Nieuwsbode, 28 oktober 1884, p. 1, bron: [http://www.krantenbankzeeland.nl Krantenbank Zeeland]]
De Middelburgsche Courant, spreekbuis van vooruitstrevende liberalen, kreeg in 1885 een landelijke primeur. Henriëtte van der Mey werd de eerste vrouwelijke journaliste in dienst van een dagblad. Van der Mey passeerde daarbij tien mannelijke sollicitanten. In 1935 herinnerde [[Florentinus Wibaut]] zich nog ''‘… er waren toen heel wat lezers van het orgaan die het nog al erg vonden.’'' Al eerder werkten er vrouwelijke medewerkers voor weekbladen, maar Van der Mey was de eerste journaliste in loondienst bij een dagblad. Van 1884 tot 1896 verzorgde ze de rubrieken buitenlandse berichten en de rubriek Kunst en Letteren. Tevens verving ze Van der Pauwert, indien deze afwezig was, in zijn functie van hoofdredacteur.
[[Bestand:MCO_23_12_1884_pag2.jpg|thumb|right|150px|Middelburgsche Courant, 23 december 1884, p. 2., bron: [http://www.krantenbankzeeland.nl Krantenbank Zeeland]]]
[[Bestand:VanderMeij_111450.jpg|thumb|left|150px|Vergadering van Provinciale Staten. Van der Mey moest speciale toestemming krijgen om als vrouw namens de Middelburgsche Courant aanwezig te kunnen zijn, foto: J. Midavaine, 1962, ZB, Beeldbank Zeeland, recordnr.111450.]]
Van der Mey kreeg speciale toestemming zodat ze de vergaderingen van de Staten van Zeeland kon verslaan. Als enige vrouw was dat nodig om de zaal binnen te mogen. De linkse pers citeerde haar overzichten vaak met instemming. Het oordeel van Van der Mey was scherp en visionair. Zo voorspelde ze al in 1892 dat Wilhelm II een gevaar voor Europa zou worden. Jan Veth en Van der Valk vonden haar kunstkritieken in ''De Groene Amsterdammer'' getuigen van een frisse nieuwe geest in de provincie en ze werd als eerste vrouwelijke lid geaccepteerd van de Nederlandsche Journalisten-Kring.


== Middelburgsche Courant ==
==  
De Middelburgsche Courant, spreekbuis van vooruitstrevende liberalen, heeft in 1885 een landelijke primeur. Henriette van der Mey wordt de eerste vrouwelijke journaliste in dienst van een dagblad. Van der Mey passeert daarbij tien mannelijke sollicitanten. In 1935 herinnert F.M. Wibaut zich nog ‘… er waren toen heel wat lezers van het orgaan die het nog al erg vonden.’Al eerder waren er vrouwelijke medewerkers aan weekbladen, maar Van der Mey is de eerste journaliste in loondienst bij een dagblad. Van 1884 tot 1896 verzorgt ze de rubrieken buitenlandse berichten en de rubriek Kunst en Letteren. Tevens vervangt ze Van der Pauwert indien deze afwezig is, in zijn functie van hoofdredacteur.
Naast haar redactionele werk was Van der Mey in Middelburg actief op sociaal gebied in de vooruitstrevende kring waarin zich onder meer de familie Berdenis van Berlekom, F.M. Wibaut, C.M. Ghijsen en de advocaat M.J. de Witt Hamer bewegen. Met de zus van deze advocaat, Petronella Johanna de Witt Hamer (1855-1919) woonde Van der Mey samen, eerst in Goes, later in Middelburg, Amsterdam en Laren. In Middelburg baren ze het nodige opzien door samen, niet vergezeld van enige mannelijk gezelschap, de zomerconcerten in de tuin van de sociëteit Schuttershof bij te wonen en er thee te drinken.  
Van der Mey krijgt speciale toestemming zodat ze de vergaderingen van de Staten van Zeeland kan verslaan. Als enige vrouw is dat nodig om de zaal binnen te mogen: ‘ik hoef u niet te zeggen hoe de heeren mij telkens opnieuw vol verbazing aanstaarden als … feministisch phenomeen’, zei ze hierover later. De linkse pers citeert haar overzichten echter vaak met instemming. Het oordeel van Van der Mey is scherp en visionair. Zo voorspelt ze al in 1892 dat Wilhelm II een gevaar voor Europa zal worden. Jan Veth en Van der Valk vinden haar kunstkritieken in De Groene Amsterdammer getuigen van een frisse nieuwe geest in de provincie en ze wordt als eerste vrouwelijke lid geaccepteerd van de Nederlandsche Journalisten-Kring.
[Vergadering van Provinciale Staten. Van der Mey moest speciale toestemming krijgen om als vrouw namens de Middelburgsche Courant aanwezig te kunnen zijn, foto: J. Midavaine, 1962, ZB, Beeldbank Zeeland, recordnr.111450.]


Naast haar redactionele werk is Van der Mey in Middelburg actief op sociaal gebied in de vooruitstrevende kring waarin zich onder meer de familie Berdenis van Berlekom, F.M. Wibaut, C.M. Ghijsen en de advocaat M.J. de Witt Hamer bewegen. Met de zus van deze advocaat, Petronella Johanna de Witt Hamer (1855-1919) woonde Van der Mey samen, eerst in Goes, later in Middelburg, Amsterdam en Laren. In Middelburg baren ze het nodige opzien door samen, niet vergezeld van enige mannelijk gezelschap, de zomerconcerten in de tuin van de sociëteit Schuttershof bij te wonen en er thee te drinken.
[[Bestand:Ghijsen_120798.jpg|left|150px|thumb|H.C.M. Ghijsen, na haar promotie op 8 juli 1919; zij was één van de vriendinnen van Henriëtte van der Mey, foto, ZB, Beeldbank Zeeland, recordnr. 120798]
[Aankondiging van een zomerconcert in het Schuttershof, waar Van der Mey vaak met Petronella Johanna de Witt Hamer naartoe ging, Affiche, 1 juni 1879, ZB, Beeldbank Zeeland, recordnr. 2065.]
[H.C.M. Ghijsen, thuis te Domburg; zij was één van de vriendinnen van Henriëtte Dorothea van der Mey, foto: P. Aarssen, ca. 18 december 1968, ZB, Beeldbank Zeeland, recordnr. 50193.]


Henriette van der Mey is een van de initiatiefneemsters van de Vereeniging tot het verschaffen van warm voedsel aan arme schoolgaande kinderen (1889). In 1895 is ze, samen met Mathilde Wibaut-Berdenis van Berlekom, mede-oprichtster en voorzitster van de (Middelburgse) Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht. Het jaar daarop verhuist Van der Mey naar Amsterdam. Op verzoek van Jeltje de Bosch Kemper neemt ze plaats in de redactie van het tweewekelijkse blad Belang en Recht [? =Orgaan van het Comité tot Verbetering van den Maatschappelijken en den Rechtstoestand der Vrouwen in Nederland, van den Vrouwenbond te Groningen en van de Vereeniging 'Thugater' te Amsterdam]. Van der Mey propageert hierin het algemeen kiesrecht voor zowel mannen als vrouwen. Ook ijvert ze voor arbeidsbescherming van vrouwen en afschaffing van de nachtelijke arbeid van bakkers.
Henriette van der Mey is een van de initiatiefneemsters van de Vereeniging tot het verschaffen van warm voedsel aan arme schoolgaande kinderen (1889). In 1895 is ze, samen met Mathilde Wibaut-Berdenis van Berlekom, mede-oprichtster en voorzitster van de (Middelburgse) Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht. Het jaar daarop verhuist Van der Mey naar Amsterdam. Op verzoek van Jeltje de Bosch Kemper neemt ze plaats in de redactie van het tweewekelijkse blad Belang en Recht [? =Orgaan van het Comité tot Verbetering van den Maatschappelijken en den Rechtstoestand der Vrouwen in Nederland, van den Vrouwenbond te Groningen en van de Vereeniging 'Thugater' te Amsterdam]. Van der Mey propageert hierin het algemeen kiesrecht voor zowel mannen als vrouwen. Ook ijvert ze voor arbeidsbescherming van vrouwen en afschaffing van de nachtelijke arbeid van bakkers.
[Na het vertrek van Van der Mey uit Zeeland ging de emancipatiestrijd door. Hier staan enkele Walcherse strijdsters voor vrouwenkiesrecht, prentbriefkaart, ca. 1900, ZB, Beeldbank Zeeland, recordnr. 33114.]
[[Bestand:VanderMey_33114.jpg|thumb|right|200px|Na het vertrek van Van der Mey uit Zeeland ging de emancipatiestrijd door. Hier staan enkele Walcherse strijdsters voor vrouwenkiesrecht, prentbriefkaart, ca. 1900, ZB, Beeldbank Zeeland, recordnr. 33114.]]


SDAP [? = Scoiaal Democratische Arbeiders Partij]voorman Jelle Troelstra heeft waarderende woorden voor haar artikelen. Zolang Van der Mey voor het blad werkt treedt ze echter nooit openlijk tot de SDAP toe. Ze legt de basis voor scholingswerk onder vrouwelijke vakbondsleden door in 1897 onder de roosjessnijdsters en – slijpsters cursussen te gaan organiseren. Die cursussen zijn ook gezelligheidsavonden. Dit is het begin van een jarenlange hechte band met de Nederlandse Diamantwerkersbond (ANDB). In 1903 zet ze samen met Pothuis-Smit en met hulp van de Amsterdamsche Bestuurdersbond ontwikkelingsavonden op voor pettenmaaksters, sigarettenmaaksters, breisters en cacaobewerksters.  
SDAP [? = Scoiaal Democratische Arbeiders Partij]voorman Jelle Troelstra heeft waarderende woorden voor haar artikelen. Zolang Van der Mey voor het blad werkt treedt ze echter nooit openlijk tot de SDAP toe. Ze legt de basis voor scholingswerk onder vrouwelijke vakbondsleden door in 1897 onder de roosjessnijdsters en – slijpsters cursussen te gaan organiseren. Die cursussen zijn ook gezelligheidsavonden. Dit is het begin van een jarenlange hechte band met de Nederlandse Diamantwerkersbond (ANDB). In 1903 zet ze samen met Pothuis-Smit en met hulp van de Amsterdamsche Bestuurdersbond ontwikkelingsavonden op voor pettenmaaksters, sigarettenmaaksters, breisters en cacaobewerksters.  
[Het gebouw van de Algemene Nederlandse Diamantwerkers Bond ,’de Burcht’ aan de Henri Polaklaan 9 in Amsterdam]


Van der Mey verdwijnt naar de achtergrond als het jaar daarop de Amsterdamsche Sociaal-Democratische Vrouwenpropagandaclub ontstaat. Al in 1899 heeft ze W.H. Vliegen benaderd over het seksuele misbruik van onder meer dienstbodes en winkelbediendes door hun bazen. Vliegen onderkent het probleem wel, maar denkt bij een onderzoek geen of nauwelijks respons van vrouwen te krijgen. Zij zouden te beschaamd zijn om er over te spreken. Daarnaast is Van der Mey ook nog actief als presidente van het in 1902 in Amsterdam opgerichte Bemiddelingsbureau tot plaatsing van dienstboden. In 1937 zegt ze over het doel van de moderne vrouwenbeweging: 'Naar mijn mening kan het naaste doel der moderne vrouwenbeweging geen ander zijn, dan dat de jonge generatie een energischen strijd voert tot behoud van het recht der vrouw op arbeid'.
Van der Mey verdwijnt naar de achtergrond als het jaar daarop de Amsterdamsche Sociaal-Democratische Vrouwenpropagandaclub ontstaat. Al in 1899 heeft ze W.H. Vliegen benaderd over het seksuele misbruik van onder meer dienstbodes en winkelbediendes door hun bazen. Vliegen onderkent het probleem wel, maar denkt bij een onderzoek geen of nauwelijks respons van vrouwen te krijgen. Zij zouden te beschaamd zijn om er over te spreken. Daarnaast is Van der Mey ook nog actief als presidente van het in 1902 in Amsterdam opgerichte Bemiddelingsbureau tot plaatsing van dienstboden. In 1937 zegt ze over het doel van de moderne vrouwenbeweging: 'Naar mijn mening kan het naaste doel der moderne vrouwenbeweging geen ander zijn, dan dat de jonge generatie een energischen strijd voert tot behoud van het recht der vrouw op arbeid'.
Regel 34: Regel 35:


Van der Mey vindt zichzelf ongeschikt om te spreken. Met moeite weet de organisatie van het internationale vrouwencongres in Berlijn (13-18 juni 1904) haar over te halen om te komen spreken. Ze geeft een lezing over de toestand van de fabrieksarbeidsters in Nederland. Ook neemt ze deel aan het debat over de wettelijke bescherming van arbeidsters. Nadat Van der Mey heeft gesproken wordt er ‘weiter, weiter’ uit de zaal gescandeerd. Later, in 1937, zal Van der Mey haar optreden in Berlijn als één van de belangrijkste momenten van haar leven beschouwen.  
Van der Mey vindt zichzelf ongeschikt om te spreken. Met moeite weet de organisatie van het internationale vrouwencongres in Berlijn (13-18 juni 1904) haar over te halen om te komen spreken. Ze geeft een lezing over de toestand van de fabrieksarbeidsters in Nederland. Ook neemt ze deel aan het debat over de wettelijke bescherming van arbeidsters. Nadat Van der Mey heeft gesproken wordt er ‘weiter, weiter’ uit de zaal gescandeerd. Later, in 1937, zal Van der Mey haar optreden in Berlijn als één van de belangrijkste momenten van haar leven beschouwen.  
[Twee suffragettes demonstreren voor het stemrecht van vrouwen tijdens het internationale vrouwen congres in 1904 in Berlijn.]


Nadat Belang en Recht tijdelijk niet meer verschijnt wordt ze in 1906 vaste medewerkster van het Sociaal Weekblad voor de rubriek ‘Vrouwenarbeid en Vrouwenorganisatie’. Vanaf 1907 schrijft ze ook in het Weekblad van de ANDB de rubriek ‘Sociale Aangelegenheden’. Onder meer over: internationale arbeidswetgeving, huisindustrie, vakorganisaties, kinderarbeid en vrouwenlonen. Na 1927 schrijf Van der Mey nog slechts incidenteel. Pas op 83-jarige leeftijd, in 1934 legt ze de pen geheel terzijde –althans voor wat de pers betreft.  
Nadat Belang en Recht tijdelijk niet meer verschijnt wordt ze in 1906 vaste medewerkster van het Sociaal Weekblad voor de rubriek ‘Vrouwenarbeid en Vrouwenorganisatie’. Vanaf 1907 schrijft ze ook in het Weekblad van de ANDB de rubriek ‘Sociale Aangelegenheden’. Onder meer over: internationale arbeidswetgeving, huisindustrie, vakorganisaties, kinderarbeid en vrouwenlonen. Na 1927 schrijf Van der Mey nog slechts incidenteel. Pas op 83-jarige leeftijd, in 1934 legt ze de pen geheel terzijde –althans voor wat de pers betreft.  
[Gewonde Belgische vluchtelingen worden door verpleegsters geholpen in het Middelburgse Militair hospitaal. Van der Mey was tijdens de oorlogsjaren lid van het Belgische Vluchtelingen Comité, foto, ca. oktober 1914, ZB, Beeldank Zeeland, recordnr. 2538]
 
Naast haar schrijverscarrière is Van der Mey ook nog actief in verenigingen en organisaties als het Centraal Genootschap voor Kinderherstellings- en Vacantiekolonies, Ons Huis, de Vereeniging Armenzorg, het Belgische Vluchtelingen Comité 1914-1918 en de Openbare Leeszaal in Laren. Van der Mey blijft ook op haar oude levensdag geïnteresseerd in de actualiteit en helder van geest. Zoals zij hoopt mag ze de bevrijding nog meemaken. Op 26 augustus 1945 overlijdt Van der Mey, 94 jaar oud. In oktober 1987 wordt het huis aan de Nieuwstraat 49 in Middelburg, het onderkomen van diverse vrouwenorganisaties, naar haar vernoemd: het Henriëtte van der Mey-huis.
Naast haar schrijverscarrière is Van der Mey ook nog actief in verenigingen en organisaties als het Centraal Genootschap voor Kinderherstellings- en Vacantiekolonies, Ons Huis, de Vereeniging Armenzorg, het Belgische Vluchtelingen Comité 1914-1918 en de Openbare Leeszaal in Laren. Van der Mey blijft ook op haar oude levensdag geïnteresseerd in de actualiteit en helder van geest. Zoals zij hoopt mag ze de bevrijding nog meemaken. Op 26 augustus 1945 overlijdt Van der Mey, 94 jaar oud. In oktober 1987 wordt het huis aan de Nieuwstraat 49 in Middelburg, het onderkomen van diverse vrouwenorganisaties, naar haar vernoemd: het Henriëtte van der Mey-huis.
[Plaquette en het Henriëtte van der Mey-huis aan de Nieuwstraat 49 te Middelburg, foto: J. Francke, 9 juli 2010, ZB, Beeldbank Zeeland, recordnr. .]
Ze overlijdt te Laren (NH) op 26 augustus 1945.
[[Bestand:Meyhuis4.jpg|thumb|left|200px|Het Henriëtte van der Mey huis, Nieuwstraat 49 in Middelburg, foto: J. Francke, 9 juli 2010]]
[[Bestand:Meyhuisplaq1.jpg|thumb|right|200px|Plaquette op de muur van het Henriëtte van der Mey huis, Nieuwstraat 49 in Middelburg, foto: J. Francke, 9 juli 2010]]


== Auteur ==
== Auteur ==
Regel 46: Regel 48:
== Bronnen ==
== Bronnen ==
=== Literatuur ===
=== Literatuur ===
-H.P. Abrahams, ''De Middelburgsche courant van haar ontstaan tot de oprichting der Vennootschap ter voortzetting harer uitgifte, 1758-1874'' (’s-Gravenhage, 1898).
-[http://zoeken.zeeuwsebibliotheek.nl/?itemid=|universal/sru|http://data.bibliotheek.nl/ggc/ppn/ H.P. Abrahams, ''De Middelburgsche courant van haar ontstaan tot de oprichting der Vennootschap ter voortzetting harer uitgifte, 1758-1874'' (’s-Gravenhage, 1898).]


-H.P. Abrahams, ''De pers in Zeeland 1758-1900 : beschrijving van in Zeeland uitgegeven dag- en weekbladen en periodieke geschriften van 1758 tot ultimo december 1900'' ('s-Gravenhage, 1912).
-[http://zoeken.zeeuwsebibliotheek.nl/?itemid=|universal/sru|http://data.bibliotheek.nl/ggc/ppn/ H.P. Abrahams, ''De pers in Zeeland 1758-1900 : beschrijving van in Zeeland uitgegeven dag- en weekbladen en periodieke geschriften van 1758 tot ultimo december 1900'' ('s-Gravenhage, 1912).]


-Mies Campfens, ‘Henriëtte Rosina Dorothea van der Meij’, in: ''BWSA'' 3 (1988) 139-143.  
-[http://zoeken.zeeuwsebibliotheek.nl/?itemid=|universal/sru|http://data.bibliotheek.nl/ggc/ppn/ Mies Campfens, ‘Henriëtte Rosina Dorothea van der Meij’, in: ''BWSA'' 3 (1988) 139-143. ]


-Johan Francke en Jan J.B. Kuipers, ''Geschiedenis van Zeeland. De canon van ons Zeeuws verleden'' (Zutphen, 2009).
-[http://zoeken.zeeuwsebibliotheek.nl/?itemid=|universal/sru|http://data.bibliotheek.nl/ggc/ppn/ Johan Francke en Jan J.B. Kuipers, ''Geschiedenis van Zeeland. De canon van ons Zeeuws verleden'' (Zutphen, 2009).]


-'In memoriam', in: ''De Groene Amsterdammer'' (29 september 1945).
-[http://zoeken.zeeuwsebibliotheek.nl/?itemid=|universal/sru|http://data.bibliotheek.nl/ggc/ppn/ 'In memoriam', in: ''De Groene Amsterdammer'' (29 september 1945).]


-Sibold S. Smeding, ''1 3/4 eeuw ... : Provinciale Zeeuwsche Middelburgsche en Goesche courant, 1758-1933'' (Middelburg, 1932).
-[http://zoeken.zeeuwsebibliotheek.nl/?itemid=|universal/sru|http://data.bibliotheek.nl/ggc/ppn/ Sibold S. Smeding, ''1 3/4 eeuw ... : Provinciale Zeeuwsche Middelburgsche en Goesche courant, 1758-1933'' (Middelburg, 1932).]


-Peter Sijnke en W. Riemens, 'Henriette van der Mey', in: idem, ''Middelburg'' (Middelburg, 1988) 60-61.
-[http://zoeken.zeeuwsebibliotheek.nl/?itemid=|universal/sru|http://data.bibliotheek.nl/ggc/ppn/ Peter Sijnke en W. Riemens, 'Henriette van der Mey', in: idem, ''Middelburg'' (Middelburg, 1988) 60-61.]


-W. Wynaendts Francken-Dyserinck, 'Onze eerste journaliste', in: ''De Groene Amsterdammer'' (10-12-1927).
-[http://zoeken.zeeuwsebibliotheek.nl/?itemid=|universal/sru|http://data.bibliotheek.nl/ggc/ppn/ W. Wynaendts Francken-Dyserinck, 'Onze eerste journaliste', in: ''De Groene Amsterdammer'' (10-12-1927).]


=== Sites ===
=== Sites ===

Versie van 15 okt 2015 12:56

Henriëtte van der Mey

Henriette van der Mey, foto: IISG.
Geboren 21 december 1850 Harderwijk
Overleden 23 augustus 1945 Laren (NH)
Beroep journaliste
VIAF [1]

Jeugd, opleiding en eerste artikelen

Henriëtta Rosina Dorothea van der Mey werd geboren als dochter van een officier in Harderwijk. Van der Mey groeide op in een Nederlands-Hervormd gezin, dat door het beroep van de vader vaak verhuisde. Omdat haar moeder Duitse was ging zij zelf ook Duits studeren. In 1875 haalde ze als één van de eerste vrouwen de akte Middelbaar Onderwijs voor de Hoogduitse taal- en letterkunde. Daarna behaalde ze nog de aktes hulponderwijzeres (1876) en hoofdonderwijzeres (1878). Van september 1876 tot en met 1885 was ze lerares Duits en Nederlands aan de Middelbare School voor Meisjes in Goes. Als schrijfster trok Van der Mey al in 1882 de aandacht door het Deutsches Lesebuch für höhere Tochterschulen (Den Haag) samen te stellen. Eveneens in 1882 publiceerde ze onder het pseudoniem Enrichetta haar eerste literaire kritiek in De Portefeuille. Nieuwe Kunst- en Letterbode. Tevens schreef ze, soms onder pseudoniem, in De Nederlandsche Spectator, De Dageraad, De Lantaarn (Orgaan voor Noord- en Zuid-Nederland), Nederland en De Amsterdammer. Ze ijverde voor een Tehuis voor Onderwijzeressen en de wettelijke bescherming van de vrouwenarbeid in het tijdschrift Vragen des Tijds (mei 1884).

Middelburgsche Courant

Zierikzeesche Nieuwsbode, 28 oktober 1884, p. 1, bron: [http://www.krantenbankzeeland.nl Krantenbank Zeeland

De Middelburgsche Courant, spreekbuis van vooruitstrevende liberalen, kreeg in 1885 een landelijke primeur. Henriëtte van der Mey werd de eerste vrouwelijke journaliste in dienst van een dagblad. Van der Mey passeerde daarbij tien mannelijke sollicitanten. In 1935 herinnerde Florentinus Wibaut zich nog ‘… er waren toen heel wat lezers van het orgaan die het nog al erg vonden.’ Al eerder werkten er vrouwelijke medewerkers voor weekbladen, maar Van der Mey was de eerste journaliste in loondienst bij een dagblad. Van 1884 tot 1896 verzorgde ze de rubrieken buitenlandse berichten en de rubriek Kunst en Letteren. Tevens verving ze Van der Pauwert, indien deze afwezig was, in zijn functie van hoofdredacteur.

Middelburgsche Courant, 23 december 1884, p. 2., bron: Krantenbank Zeeland
Bestand:VanderMeij 111450.jpg
Vergadering van Provinciale Staten. Van der Mey moest speciale toestemming krijgen om als vrouw namens de Middelburgsche Courant aanwezig te kunnen zijn, foto: J. Midavaine, 1962, ZB, Beeldbank Zeeland, recordnr.111450.

Van der Mey kreeg speciale toestemming zodat ze de vergaderingen van de Staten van Zeeland kon verslaan. Als enige vrouw was dat nodig om de zaal binnen te mogen. De linkse pers citeerde haar overzichten vaak met instemming. Het oordeel van Van der Mey was scherp en visionair. Zo voorspelde ze al in 1892 dat Wilhelm II een gevaar voor Europa zou worden. Jan Veth en Van der Valk vonden haar kunstkritieken in De Groene Amsterdammer getuigen van een frisse nieuwe geest in de provincie en ze werd als eerste vrouwelijke lid geaccepteerd van de Nederlandsche Journalisten-Kring.

== Naast haar redactionele werk was Van der Mey in Middelburg actief op sociaal gebied in de vooruitstrevende kring waarin zich onder meer de familie Berdenis van Berlekom, F.M. Wibaut, C.M. Ghijsen en de advocaat M.J. de Witt Hamer bewegen. Met de zus van deze advocaat, Petronella Johanna de Witt Hamer (1855-1919) woonde Van der Mey samen, eerst in Goes, later in Middelburg, Amsterdam en Laren. In Middelburg baren ze het nodige opzien door samen, niet vergezeld van enige mannelijk gezelschap, de zomerconcerten in de tuin van de sociëteit Schuttershof bij te wonen en er thee te drinken.

[[Bestand:Ghijsen_120798.jpg|left|150px|thumb|H.C.M. Ghijsen, na haar promotie op 8 juli 1919; zij was één van de vriendinnen van Henriëtte van der Mey, foto, ZB, Beeldbank Zeeland, recordnr. 120798]

Henriette van der Mey is een van de initiatiefneemsters van de Vereeniging tot het verschaffen van warm voedsel aan arme schoolgaande kinderen (1889). In 1895 is ze, samen met Mathilde Wibaut-Berdenis van Berlekom, mede-oprichtster en voorzitster van de (Middelburgse) Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht. Het jaar daarop verhuist Van der Mey naar Amsterdam. Op verzoek van Jeltje de Bosch Kemper neemt ze plaats in de redactie van het tweewekelijkse blad Belang en Recht [? =Orgaan van het Comité tot Verbetering van den Maatschappelijken en den Rechtstoestand der Vrouwen in Nederland, van den Vrouwenbond te Groningen en van de Vereeniging 'Thugater' te Amsterdam]. Van der Mey propageert hierin het algemeen kiesrecht voor zowel mannen als vrouwen. Ook ijvert ze voor arbeidsbescherming van vrouwen en afschaffing van de nachtelijke arbeid van bakkers.

Na het vertrek van Van der Mey uit Zeeland ging de emancipatiestrijd door. Hier staan enkele Walcherse strijdsters voor vrouwenkiesrecht, prentbriefkaart, ca. 1900, ZB, Beeldbank Zeeland, recordnr. 33114.

SDAP [? = Scoiaal Democratische Arbeiders Partij]voorman Jelle Troelstra heeft waarderende woorden voor haar artikelen. Zolang Van der Mey voor het blad werkt treedt ze echter nooit openlijk tot de SDAP toe. Ze legt de basis voor scholingswerk onder vrouwelijke vakbondsleden door in 1897 onder de roosjessnijdsters en – slijpsters cursussen te gaan organiseren. Die cursussen zijn ook gezelligheidsavonden. Dit is het begin van een jarenlange hechte band met de Nederlandse Diamantwerkersbond (ANDB). In 1903 zet ze samen met Pothuis-Smit en met hulp van de Amsterdamsche Bestuurdersbond ontwikkelingsavonden op voor pettenmaaksters, sigarettenmaaksters, breisters en cacaobewerksters.

Van der Mey verdwijnt naar de achtergrond als het jaar daarop de Amsterdamsche Sociaal-Democratische Vrouwenpropagandaclub ontstaat. Al in 1899 heeft ze W.H. Vliegen benaderd over het seksuele misbruik van onder meer dienstbodes en winkelbediendes door hun bazen. Vliegen onderkent het probleem wel, maar denkt bij een onderzoek geen of nauwelijks respons van vrouwen te krijgen. Zij zouden te beschaamd zijn om er over te spreken. Daarnaast is Van der Mey ook nog actief als presidente van het in 1902 in Amsterdam opgerichte Bemiddelingsbureau tot plaatsing van dienstboden. In 1937 zegt ze over het doel van de moderne vrouwenbeweging: 'Naar mijn mening kan het naaste doel der moderne vrouwenbeweging geen ander zijn, dan dat de jonge generatie een energischen strijd voert tot behoud van het recht der vrouw op arbeid'. [Veel dienstbodes in Zeeland bleven hun streekdracht ook dragen op hun werk, zoals hier bij de uitspanning in Oranjezon, foto, circa 1920, ZB, Beeldbank Zeeland, 55660.

Van der Mey vindt zichzelf ongeschikt om te spreken. Met moeite weet de organisatie van het internationale vrouwencongres in Berlijn (13-18 juni 1904) haar over te halen om te komen spreken. Ze geeft een lezing over de toestand van de fabrieksarbeidsters in Nederland. Ook neemt ze deel aan het debat over de wettelijke bescherming van arbeidsters. Nadat Van der Mey heeft gesproken wordt er ‘weiter, weiter’ uit de zaal gescandeerd. Later, in 1937, zal Van der Mey haar optreden in Berlijn als één van de belangrijkste momenten van haar leven beschouwen.

Nadat Belang en Recht tijdelijk niet meer verschijnt wordt ze in 1906 vaste medewerkster van het Sociaal Weekblad voor de rubriek ‘Vrouwenarbeid en Vrouwenorganisatie’. Vanaf 1907 schrijft ze ook in het Weekblad van de ANDB de rubriek ‘Sociale Aangelegenheden’. Onder meer over: internationale arbeidswetgeving, huisindustrie, vakorganisaties, kinderarbeid en vrouwenlonen. Na 1927 schrijf Van der Mey nog slechts incidenteel. Pas op 83-jarige leeftijd, in 1934 legt ze de pen geheel terzijde –althans voor wat de pers betreft.

Naast haar schrijverscarrière is Van der Mey ook nog actief in verenigingen en organisaties als het Centraal Genootschap voor Kinderherstellings- en Vacantiekolonies, Ons Huis, de Vereeniging Armenzorg, het Belgische Vluchtelingen Comité 1914-1918 en de Openbare Leeszaal in Laren. Van der Mey blijft ook op haar oude levensdag geïnteresseerd in de actualiteit en helder van geest. Zoals zij hoopt mag ze de bevrijding nog meemaken. Op 26 augustus 1945 overlijdt Van der Mey, 94 jaar oud. In oktober 1987 wordt het huis aan de Nieuwstraat 49 in Middelburg, het onderkomen van diverse vrouwenorganisaties, naar haar vernoemd: het Henriëtte van der Mey-huis. Ze overlijdt te Laren (NH) op 26 augustus 1945.

Het Henriëtte van der Mey huis, Nieuwstraat 49 in Middelburg, foto: J. Francke, 9 juli 2010
Plaquette op de muur van het Henriëtte van der Mey huis, Nieuwstraat 49 in Middelburg, foto: J. Francke, 9 juli 2010

Auteur

-J. Francke, 2015

Bronnen

Literatuur

-H.P. Abrahams, De Middelburgsche courant van haar ontstaan tot de oprichting der Vennootschap ter voortzetting harer uitgifte, 1758-1874 (’s-Gravenhage, 1898).

-H.P. Abrahams, De pers in Zeeland 1758-1900 : beschrijving van in Zeeland uitgegeven dag- en weekbladen en periodieke geschriften van 1758 tot ultimo december 1900 ('s-Gravenhage, 1912).

-Mies Campfens, ‘Henriëtte Rosina Dorothea van der Meij’, in: BWSA 3 (1988) 139-143.

-Johan Francke en Jan J.B. Kuipers, Geschiedenis van Zeeland. De canon van ons Zeeuws verleden (Zutphen, 2009).

-'In memoriam', in: De Groene Amsterdammer (29 september 1945).

-Sibold S. Smeding, 1 3/4 eeuw ... : Provinciale Zeeuwsche Middelburgsche en Goesche courant, 1758-1933 (Middelburg, 1932).

-Peter Sijnke en W. Riemens, 'Henriette van der Mey', in: idem, Middelburg (Middelburg, 1988) 60-61.

-W. Wynaendts Francken-Dyserinck, 'Onze eerste journaliste', in: De Groene Amsterdammer (10-12-1927).

Sites

-Biografische schets van Henriëtte van der Mey op de site van het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis.