Jan Kuiler: verschil tussen versies
Regel 41: | Regel 41: | ||
== Onderscheidingen == | == Onderscheidingen == | ||
*Michiel Adriaanszoon de Ruyterpenning | *1957 - Michiel Adriaanszoon de Ruyterpenning | ||
*Ridder in de Orde van Oranje-Nassau | *1967 - Ridder in de Orde van Oranje-Nassau | ||
== Auteur == | == Auteur == |
Versie van 15 jan 2015 12:25
Kuiler, Jan
(Middelburg, 27 juni 1893 - Middelburg, 15 november 1976) Componist, dirigent, musicus, muziekleraar |
---|
Zoon van Willem Kornelis Kuiler (directeur Middelburgse volkszangschool en zangvereniging ‘Advendo’, tevens organist van de Doopsgezinde kerk in Middelburg) en Johanna Emerentia de Jongh.
Huwelijken
Jan Kuiler hertrouwde met Grietje Saskia de Vries (†30 oktober 1943) op 29 mei 1928, na zijn echtscheiding van zangeres Elisabeth Antoinette Nonhebel die hij in mei 1919 huwde. Tijdens zijn tweede huwelijk werd er op 28 maart 1939 een kind levenloos geboren. Kuiler heeft waarschijnlijk meer kinderen verwekt. Zijn derde huwelijk gesloten met Elisabeth Kuiler-Puype (2 maart 1908 te Middelburg) was in oktober 1947.
Jeugd en studie
Als kind ontving Kuiler pianoles van Johann Cleuver. In 1906 vertrok hij naar Amsterdam om daar aan het Conservatorium van Amsterdam te studeren. Hier kreeg hij onder andere les van Julius Röntgen (piano), Alexander Schmuller (viool) en Bernard Zweers (compositie technieken). Het was ook hier dat hij kennismaakte met de componist Edvard Grieg en er een vriendschap ontstond tussen hen. Zijn docent muziek analyse, Willem Mengelberg, stelde hem voor als lid bij het Toonkunstkoor van Amsterdam en Den Haag. Verder trad hij dikwijls op met Guillaume Hesse op de cello en violist Jan Bresser als het ‘Hollands Trio’. Na de voltooïng van zijn studie verhuisde hij naar Hilversum, waar hij muziek doceerde en pianoles gaf.
Internationale carrière en terug naar Middelburg
Internationaal genoot Kuiler ook bekendheid. Hij reisde af naar Berlijn en trad hij op als onder andere concertpianist. Hiermee boekte hij veel succes, zowel in Duitsland als in andere delen van Europa. Wegens familie aangelegenheden keerde hij in 1924 terug naar Middelburg. Terug in zijn geboorteplaats werkte hij als particulier muziekdocent en als dirigent. Zo werd Kuiler dirigent van de Gemengde Zangvereniging te Vlissingen en vervulde hij dezelfde functie bij de Christelijke Zangvereniging ‘Hosanna’ in Middelburg. Zijn actieve betrokkenheid bij de laatstgenoemde vereniging duurde tot 1940. Samen met Jan Rijn was hij de laatste dirigent van dit koor dat ophield te bestaan door de intrede van de Tweede Wereldoorlog. In 1936 was Kuiler betrokken bij de heroprichting van de Vlissingsche Orkestvereeniging en rond die tijd werd hij eveneens directeur van de Zangschool der Gemengde Zangvereeniging te Vlissingen. In 1945 werd er een concert georganiseerd ter ere van de première van Kuiler’s compositie ‘Ontworsteld’. Het koor dat samengesteld werd voor deze gelegenheid, groeide een jaar later uit tot de Vlissingsche Oratoriumvereeniging, eerst onder leiding van Kuiler, waarna Daan Manneke het overnam. Op het repertoire van de Oratoriumvereeniging stonden veelal grote stukken als J.S. Bachs Johannes Passion, Matthäus Passion en Weihnachtsoratorium.
Werkzaamheden na 1945
Na de Tweede Wereldoorlog startte hij samen met zijn vrouw Elisabeth de volkszangschool van de vereniging ‘Uit het volk - voor het volk’. Met de kinderen van deze vereniging voerde hij op 21 augustus 1950 ten gelegenheid van het bezoek van toenmalig koningin Juliana en prins Bernhard zijn indrukwekkende aubade Oranje Zonneglans uit. Tijdens een openbare les in 1953, vier jaar na de oprichting, brachten de leerlingen onder andere Kuilers kindercantate getiteld Walcheren ten gehore. In april 1950 werd hij dirigent van het Middelburgs Mannenkoor dat het levenslicht zag op 5 december 1905. Onder Kuiler’s leiding won het mannenkoor op 8 juni 1963 de tweede prijs op een zangconcours georganiseerd door de AVRO in Hilversum. Anno 1951 werd Kuiler benoemd tot muziekleraar bij de Hogere Burgerschool in Vlissingen en maakt het drie jaar later als adjunct-directeur van de Zeeuwsche Muziekschool. In de jaren ’60 trad Kuiler niet langer op. Hij bleef echter actief als leraar en gaf frequent lezingen voor de Zeeuwsche Volksuniversiteit.
Werken
- Als de ziele luistert (voor mannenkoor), tekst G. Gezelle
- Beatrijs, tekst P.C. Boutens
- Cantate Wintercantate (voor kinderkoor), tekst J. Vreeken
- Gloria in excelsis Deo (voor mannenkoor)
- Kerstlied, tekst G. Gezelle
- Lied in den kerstnacht (voor mannenkoor), tekst G. Smit
- Kyrie Eleison (voor vrouwenkoor)
- Nachtstilte (voor mannenkoor), tekst P.C. Boutens
- Psalm 86
- Een scheepje over de Zuiderzee (voor mannenkoor), tekst A. van Scheltema
- Bewerking van Sweet low, sweet chariot (voor mannenkoor)
- Bewerking van Het was een Maged uitverkoren (voor mannenkoor).
- 1926 - Jantje in Modderstad, Kinderoperette
- 1929 - Zes Kinderliederen (gedichten van Rie Cramer en Annie Pino)
- 1947 - Ave Maria (voor 4-stemmig vrouwenkoor)
- 1948 - Kerst Oratorium
- 1950 - Oranje Zonneglans (Welkomstlied aan H.M. de Koningin en Z.K.H. Prins der Nederlanden, voor kinderkoor), tekst H. den Engelsman
- 1953 - Walcheren, kindercantate, tekst L. van den Broeke- de Man
Onderscheidingen
- 1957 - Michiel Adriaanszoon de Ruyterpenning
- 1967 - Ridder in de Orde van Oranje-Nassau
Auteur
Marjan Pantjes (UCR), 2012
Literatuur
-Ponsioen, Marjoeska, ‘Jan Kuiler (27 juni 1893 - 15 november 1976); het leven van een Middelburgs musicus onder de loep genomen.’, in: Zeeland, Tijdschrift van het Koninklijk Zeeuws Genootschap der Wetenschappen 3/1 (1994) 16-21.
-Krantenbank Zeeland, Merkwaardig Koor. Provinciale Zeeuwse Courant 19 juni 1963, pag. 3.