Janhagel (Zeeuws-Vlaamse): verschil tussen versies

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Importing text file
 
Johan Francke (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 1: Regel 1:
{{Infobox
{{Infobox
  | above      = Janhagel (zeeuws-vlaamse)
  | above      = Janhagel (zeeuws-vlaamse), schróatels
}}
}}


Gebak, geheel anders dan gewone Janhagel; het lijkt meer op ontbijtkoek en wordt ook wel stroopjanhagel genoemd of schróatels. Het bestaat uit: bloem, stroop, honing, anijszaad, kaneel (soms koekkruiden) en potas. Het deeg wordt in stukken gesneden van 20 bij 25 cm en op een bakplaat gebakken. Thans wordt het niet meer gemaakt.
Gebak, geheel anders dan gewone Janhagel; het lijkt meer op ontbijtkoek en wordt ook wel stroopjanhagel genoemd of schróatels.  
 
Het bestaat uit: bloem, stroop, honing, anijszaad, kaneel (soms koekkruiden) en potas. Het deeg wordt in stukken gesneden van 20 bij 25 cm en op een bakplaat gebakken. Thans wordt het niet meer gemaakt.
 
AUTEUR
 
v.d. Feen
 
 
= JANSE, Pieter =
(roepnaam Piet)
 
(Biggekerke 29 mei 1884 – Middelburg 28 oktober 1946)
 
Voorman en landelijk bestuurder van de Christelijk Nationale Werkmansbond en CHU Raadslid.
 
Pieter Janse was plaatselijk voorman en landelijk bestuurder van de Christelijk Nationale Werkmansbond, als zodanig wegbereider voor de komst van een afdeling van de Nederlandsche Christelijke Landarbeidersbond in Biggekerke op Walcheren en CHU-raadslid in deze plaats. Piet Janse werd geboren te Biggekerke op 29 mei 1884 en overleed te Middelburg op 28 oktober 1946.
 
 
Piet Janse was de zoon van Adriaan Janse, veldarbeider, en Margrita Izeboud. Op 10 mei 1907 trad hij in het huwelijk met Maria Wijkhuijs. Uit dit huwelijk werden drie dochters en twee zoons geboren. Eén van de dochters overleed op jonge leeftijd'''.'''
 
Piet Janse was één van de vele Zeeuwse landarbeiders die zich in de eerste decennia van de twintigste eeuw wisten op te werken tot klein-landbouwer. Zijn arbeidersafkomst verloochende hij niet. In de omstreeks 1906 opgerichte afdeling Biggekerke van de Christelijk Nationale Werkmansbond behoorde hij al snel tot de leidende figuren. De afdeling ontwikkelde zich tot de stem van de arbeiders in de plaatselijke gemeenschap, wat duidelijk uitkwam in het raadslidmaatschap van Piet Janse voor de CHU vanaf de verkiezingen van 1919. Behalve de SGP-vertegenwoordiger waren alle andere raadsleden gezeten boeren. Van meet af aan waren er strubbelingen binnen de CHU-fractie, vooral tussen Janse en de grote boer Abraham (Bram) Janse.
 
Ook vergeleken met de andere raadsleden was Piet Janse een buitenbeentje. Vaak was hij als enige voor een voorstel, waar de anderen tegenstemden omdat de kosten ervan opgebracht moesten worden uit de gemeentelijke belastingen. Dat gold voor het invoeren van de schoolartsendienst (1928) en subsidie aan een vereniging voor invalide arbeidskrachten (1929). Ook pleitte hij vergeefs voor het publiceren van de raadsverslagen in de regionale krant (1919) en voor het toelaten van werkloze niet-kostwinners boven de achttien jaar tot de gemeentelijke werkverschaffing (1931). Bij de laatste kwestie meenden de zes andere raadsleden dat zulke jongens maar boerenknecht moesten worden. Bij de kort nadien volgende stemming voor een gemeentelijk vertegenwoordiger in de commissie voor werkverschaffing, werd Piet Janse gesteund door de ARP en de SGP, niet door zijn CHU-fractiegenoten. Om die reden bedankte hij voor de eer.
 
Twee maanden later discussieerde de Biggekerkse raad langdurig over het al dan niet aansluiten bij het Werkloosheidsbesluit 1917, wat een hogere uitkering zou betekenen voor de plaatselijke leden van een vakbond. Toen Piet Janse één van zijn fractiegenoten wist over te halen om voor te stemmen, werd tot aansluiting besloten. Bij de in dat jaar, 1931, volgende raadsverkiezingen kwam Bram Janse vervolgens uit met een conservatieve ‘Vrije Lijst’ die één zetel behaalde. De lijstaanvoerder ervan vertrok boos uit de raad toen hij niét meer zoals voorheen tot wethouder gekozen werd. Piet Janse bleef raadslid voor de CHU tot 1941 toen de Duitse bezetters de gemeenteraden ophieven. In 1946 werd hij weer gekozen voor de CHU.
 
Door de sterke sociale controle in Biggekerke kwam het pas in 1931 tot oprichting van een afdeling van de Nederlandsche Christelijke Landarbeidersbond. Na de propagandavergadering kwamen de arbeiders, na onderling overleg, door de achterdeur weer naar binnen. Nu de boeren weg waren, kon de afdeling opgericht worden. Tot dat moment was de afdeling van de CNWB, de hervormde tegenhanger van ‘Patrimonium’ de enige vertegenwoordiger van het arbeidersbelang in Biggekerke. De afdeling telde aan het begin van de jaren twintig achttien leden en in het midden van de jaren dertig, twintig leden, waaronder zijn broer Evert, een zoon van één van de broers en twee zwagers van Piet Janse. De plaatselijke hervormde predikanten maakten deel uit van het bestuur evenals Piet Janse. Ten tijde van zijn overlijden in 1946 was hij voorzitter van de Provinciale Commissie voor Zeeland van de CNWB en lid van het landelijke hoofdbestuur. De afdeling Biggekerke werd na zijn overlijden opgenomen in de landelijke vereniging ‘In dienst der kerk’ en functioneerde als zodanig nog enkele tientallen jaren.
 
Piet Janse ‘woekerde met zijn talenten tot bevordering van het algemeen belang’ aldus een plaatsgenoot. Hij was ouderling in de Hervormde kerk, bestuurslid en een tijdlang voorzitter van de school voor Christelijk Volksonderwijs, voorzitter van de plaatselijke zangvereniging en van het kolenfonds te Biggekerke en bestuurslid van de afdeling van het Groene Kruis. Bij zijn begrafenis werd Piet Janse gekarakteriseerd als ‘''een edele geest met een eerlijk en oprecht karakter, die nooit zichzelve zocht''’ en die eigenlijk ‘''te groot was voor dit kleine dorp''’ waar men hem vaak niet begreep. Piet Janse overleed aan de gevolgen van een ongeval met een landbouwmachine.
 
 
AUTEUR
 
Jan Zwemer, 2012.
 
 
BRONNEN
 
Jan Zwemer, ‘De partij van Bram Janse’, in: Jan Zwemer ''Een kist op zolder. Veranderingen op Walcheren'' (Middelburg 1988) 57-60
 
[http://zoeken.zeeuwsebibliotheken.nl/?itemid=|library/vubissmart-zeeland|1038427 http://zoeken.zeeuwsebibliotheken.nl/?itemid=|library/vubissmart-zeeland|1038427]
 
J. Zwemer, ''Een zekel om geit-eten te snieën. De geschiedenis van de landarbeiders op Walcheren 1900-1940'' (Middelburg, 1986) 135.
 
[http://zoeken.zeeuwsebibliotheken.nl/?itemid=|library/vubissmart-zeeland|459445 http://zoeken.zeeuwsebibliotheken.nl/?itemid=|library/vubissmart-zeeland|459445]
 
 
ILLUSTRATIES
 
<nowiki>[Een foto van de CNWB-afd. Biggekerke met P. Janse staat in één van de boekjes </nowiki>''Biggekerke in oude ansichten''. Tevens afgedrukt, in Zwemer, ''Zekel'', 134; Janse staat ook op een foto met de gemeenteraad van Biggekerke van 1939 in één van de ansichtenboekjes van Biggekerke.]


== Ingrediënten ==
*1 N Zeeuwsche bloem
*0,25 N blanke basterdsuiker,
*0,25 N boter
*1,5 lood potas
*1,5 lood kaneel
*anijszaad


== Bereiding ==
Werk eerst de boter, potas en suiker met een weinig water goed door elkander en haal er dan de bloem en kaneel door.
Het deeg aan lange striemen gelijkelijk rollen net zoals bij het krieken en op een dergelijke wijze snijden. Leg de stukken dan naast elkaar op een goed gesmeerde plaats en bak dit flink heet af. Als de koek gaar is in stukken snijden van ca. 5x5 cm.


== AUTEUR ==
-v.d. Feen


== Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984 ==
{{GoToOriginal}}


[[category:Kunst & cultuur]]
[[category:volkskunde]]
[[category:volkskunde]]

Versie van 8 dec 2014 12:17

Janhagel (zeeuws-vlaamse), schróatels

Gebak, geheel anders dan gewone Janhagel; het lijkt meer op ontbijtkoek en wordt ook wel stroopjanhagel genoemd of schróatels. Het bestaat uit: bloem, stroop, honing, anijszaad, kaneel (soms koekkruiden) en potas. Het deeg wordt in stukken gesneden van 20 bij 25 cm en op een bakplaat gebakken. Thans wordt het niet meer gemaakt.

Ingrediënten

  • 1 N Zeeuwsche bloem
  • 0,25 N blanke basterdsuiker,
  • 0,25 N boter
  • 1,5 lood potas
  • 1,5 lood kaneel
  • anijszaad

Bereiding

Werk eerst de boter, potas en suiker met een weinig water goed door elkander en haal er dan de bloem en kaneel door. Het deeg aan lange striemen gelijkelijk rollen net zoals bij het krieken en op een dergelijke wijze snijden. Leg de stukken dan naast elkaar op een goed gesmeerde plaats en bak dit flink heet af. Als de koek gaar is in stukken snijden van ca. 5x5 cm.

AUTEUR

-v.d. Feen

Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984

Bekijk de originele tekst uit de Encyclopedie van Zeeland, 1982-1984