Makelaar: verschil tussen versies
kGeen bewerkingssamenvatting |
k →AUTEUR |
||
Regel 25: | Regel 25: | ||
[[Bestand:makelaarkroniek1995.jpg|center|thumb|300px|Diverse makelaars van Schouwen-Duiveland, bron: H.C. Verduijn den Boer-Gorzeman, ‘De makelaar, een klein monument’, in: Kroniek van het land van de zeemeermin (jaarboek van de Vereniging Stad en Lande van Schouwen-Duiveland) 20 (1995) 75-84.]] | [[Bestand:makelaarkroniek1995.jpg|center|thumb|300px|Diverse makelaars van Schouwen-Duiveland, bron: H.C. Verduijn den Boer-Gorzeman, ‘De makelaar, een klein monument’, in: Kroniek van het land van de zeemeermin (jaarboek van de Vereniging Stad en Lande van Schouwen-Duiveland) 20 (1995) 75-84.]] | ||
== | == Auteur == | ||
Jan Zwemer, 2013. | Jan Zwemer, 2013. | ||
== LITERATUUR == | == LITERATUUR == |
Versie van 4 dec 2014 07:30
Makelaar of maekelaer |
---|
Versierde, verticaal aangebrachte en geverfde plank aan de zijkant van de nok van een pannendak.
Etymologische oorsprong
De makelaar is aangebracht op de plek waar de twee overstekken die een pannendak afsluiten, elkaar raken aan het einde van het overstek. Behalve een als het ware naar boven wijzend uiteinde, hebben veel makelaars ook een los uiteinde dat een stuk overheen de eindgevel een stukje naar beneden steekt. Het verbinden van, in dit geval, de twee overstekken heet in bepaalde streektalen (niet het Zeeuws) makelen en daarvan is het woord afgeleid. Een ander woord is: geveltopteken. Rieten daken hebben geen makelaar.
Symbolische betekenis
Makelaars kwamen en komen vrij algemeen voor op boerenschuren. De makelaar heeft over het algemeen over een deel van zijn lengte, meestal het bovendeel, geschulpte randen. Veel makelaars hebben uitgezaagde versieringen. In de makelaars is heel wat oude symboliek bewaard gebleven, voor een deel uit voorchristelijke tijden. Daartoe behoren onder meer het zonnerad dat in verschillende vormen voorkomt en de levensboom. Christelijke symbolen die in makelaars voorkomen zijn bijvoorbeeld de vijfpuntige kroon (Christussymbool), de lelie als teken van hoop en de miskelk. Verder komt een klaverblad voor, dat staat voor geluk, terwijl een hart voor de liefde staat, een vaas voor overvloed en een omgekeerd hart, dat blikseminslag zou afwenden. De symboliek die de dorpstimmerlieden in de twintigste eeuw aanbrachten in de makelaars, was slechts traditie. Vermoedelijk was de oorspronkelijke betekenis al in een lang voorbije periode de makers en de opdrachtgevers ontgaan. Miskelken en vazen worden het meest aangetroffen in makelaars op Walcheren. Van de symbolen die rond 1990 werden aangetroffen op Schouwen-Duiveland kwam het zonnerad een keer of twintig voor, de vaas ongeveer veertig keer.
Kleur en het verdwijnen van de makelaar
Het wit schilderen van de makelaars dateert uit de achttiende eeuw. Voordien waren ze zwart geteerd zoals de rest van de boerenschuur of ongeverfd. Makelaars gingen ongeveer 35 à 40 jaar mee. Het aanbrengen van makelaars, voorheen een standaard onderdeel van de bouw van een schuur, verdween vrij algemeen na de Tweede Wereldoorlog toen door de stijging van de uurlonen allerlei onnodige versieringen (die veel arbeid kostten) achterwege werden gelaten. Kapotte exemplaren werden niet langer vervangen. Timmerman J.P. Padmos uit Elkerzee meende dat er op Zuid-Beveland en Walcheren (nog) relatief frequenter werd overgegaan tot het plaatsen van makelaars dan op Schouwen-Duiveland.
Terugkeer van de makelaar
In de eerste helft van de jaren 1990 waren er op Schouwen-Duiveland nog ongeveer 130 makelaars, de meeste in het midden en het westen van het voormalige eiland. Vermoedelijk door de beschietingen tijdens de Tweede Wereldoorlog en door de Watersnoodramp van 1953 kwamen ze te Bruinisse, Oosterland en Ouwerkerk nog maar weinig voor. Volgens Smallegange had Dreischor daarentegen ‘de mooiste verzameling’ makelaars van heel Zeeland. Rond de laatste eeuwwisseling brachten steeds meer inwoners er een makelaar aan. In de voorafgaande decennia kwam het, in heel Zeeland en daarbuiten, steeds meer voor dat men bijvoorbeeld hobby’s of een beroep in de vorm van de makelaar kenbaar maakte wanneer een nieuwe makelaar werd aangebracht. Zo liet een motorliefhebber te Nisse twee gekruiste zuigers in een vierkant aanbrengen als onderdeel van de makelaar op zijn schuur. Makelaars werden aan het eind van de twintigste eeuw en daarna ook steeds meer aangebracht op schuurtjes en garages.
Auteur
Jan Zwemer, 2013.
LITERATUUR
-H.C.M. Ghijsen (red.), Woordenboek der Zeeuwse dialecten (Den Haag, 1974) 563-564.
-G. Smallegange, Op ’t hof. Boerderijen en boerenerven in Zeeland (Goes, 2001) 25-27.