Mol: verschil tussen versies
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Geen bewerkingssamenvatting |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 6: | Regel 6: | ||
Mollen hebben een torpedovormig lichaam tot 160 mm lengte. Ze hebben een kort, behaard staartje van ruim 25 mm, maar uitwendige oorschelpen ontbreken. Het meest opvallende kenmerk van mollen is de grote en zijwaarts geplaatste voorvoet (hand); deze “hand” lijkt direct aan de romp te zijn verbonden, zo kort is de arm zelf. Kort, maar zeker niet krachteloos, integendeel. De prominente richtels van het bot van de bovenarm geven de mogelijkheid om de spieren van de schoudergordel in positie te houden en een goede mogelijkheid voor de pezen om een aanhechting te vinden. | Mollen hebben een torpedovormig lichaam tot 160 mm lengte. Ze hebben een kort, behaard staartje van ruim 25 mm, maar uitwendige oorschelpen ontbreken. Het meest opvallende kenmerk van mollen is de grote en zijwaarts geplaatste voorvoet (hand); deze “hand” lijkt direct aan de romp te zijn verbonden, zo kort is de arm zelf. Kort, maar zeker niet krachteloos, integendeel. De prominente richtels van het bot van de bovenarm geven de mogelijkheid om de spieren van de schoudergordel in positie te houden en een goede mogelijkheid voor de pezen om een aanhechting te vinden. | ||
AUTEUR | AUTEUR | ||
-J.P. Bekker | |||
== LITERATUUR == | |||
-[http://zoeken.zeeuwsebibliotheken.nl/?itemid=|library/vubissmart-zeeland|1681022 Bekker, J.P. e.a., 2010: ''Zoogdieren in Zeeland''<nowiki>; Fauna Zeelandica Deel 6, Zoogdierenwerkgroep Zeeland, Stichting Het Zeeuwse Landschap, blz. 68-71</nowiki>] | |||
Bekker, J.P. e.a., 2010: ''Zoogdieren in Zeeland''<nowiki>; Fauna Zeelandica Deel 6, Zoogdierenwerkgroep Zeeland, Stichting Het Zeeuwse Landschap, blz. 68-71</nowiki> | |||
== Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984 == | |||
{{GoToOriginal}} | |||
[[category:zoogdieren]] | [[category:zoogdieren]] |
Versie van 13 nov 2014 13:56
Mol |
---|
(Talpa europaea)
Mollen hebben een torpedovormig lichaam tot 160 mm lengte. Ze hebben een kort, behaard staartje van ruim 25 mm, maar uitwendige oorschelpen ontbreken. Het meest opvallende kenmerk van mollen is de grote en zijwaarts geplaatste voorvoet (hand); deze “hand” lijkt direct aan de romp te zijn verbonden, zo kort is de arm zelf. Kort, maar zeker niet krachteloos, integendeel. De prominente richtels van het bot van de bovenarm geven de mogelijkheid om de spieren van de schoudergordel in positie te houden en een goede mogelijkheid voor de pezen om een aanhechting te vinden.
AUTEUR -J.P. Bekker