Piet Mondriaan: verschil tussen versies

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Hans Clement (overleg | bijdragen)
Hans Clement (overleg | bijdragen)
Regel 6: Regel 6:




== Auteur ==
== AUTEUR ==
?
?



Versie van 17 okt 2014 09:04

Mondriaan, Peter Cornelis (piet)

(Amersfoort 7 maart 1872 - New York 1 febr. 1944). Schilder en kunsttheoreticus. Kwam uit een streng-calvinistisch milieu. Hij kreeg zijn eerste lessen van zijn oom Freits Mondriaan, behaalde tekenakten en studeerde vervolgens aan de Rijksacademie in Amsterdam. Hij begon met donkere landschappen in de trant van de Haagse school en van Breitner, maar na 1897 werd zijn stijl vloeiender en meer schematisch, met een vrijer gebruik van de kleur. Geïnspireerd door de theosophische beweging ging hij ook symbolische werken schilderen. In september 1908 bezocht hij voor het eerst Domburg, waar hij in contact kwam met Jan Toorop, Jacoba van Heemskerck en Marie Tak van Poort vliet. Hij kwam er jaarlijks terug en nam deel aan de tentoonstellingen, die Toorop organiseerde; in 1911 werkte hij een tijdlang in Veere. Op Walcheren ontstonden monumentale series schilderijen van o.m. de kerktoren van Domburg de vuurtoren van Westkapelle, duingezichten en boomstudies, waarbij de vormen steeds eenvoudiger en schematischer werden. Soms gebruikte hij felle lichteffecten. In 1911 vertrok Mondriaan naar Parijs, waar hij beïnvloed werd door het kubisme. Bij het uitbreken van de oorlog in 1914 tot 1919 was hij weer geregeld in Domburg. De beroemde serie Tier and ocean', die geheel uit horizontale en verticale zwarte lijntjes bestaat, is geïnspireerd op de strandhoofden van Domburg. In 1917 richtten Theo van Doesburg, Bart van der Leek en Mondriaan het tijdschrift 'De Stijl' op, dat internationale faam zou krijgen. Zijn werk was nu gereduceerd tot horizontale en verticale lijnen en vlakken in de primaire kleuren rood, geel en blauw en de niet-kleuren zwart en wit. In 1919 vertrok Mondriaan weer naar Parijs, waar in 1921 zijn artistieke geloofsbelijdenis 'Le néoplasticisme' verscheen. Zijn doel was om te komen tot een universele harmonische kunst, die de basis zou vormen voor een betere wereld. Toen de oorlogsdreiging naderde vertrok hij in 1938 naar Londen en in 1940 naar New York, waar hij zijn ideale omgeving vond en zeer gelukkig was. Zijn werk nam hier ook een verrassende wending: in de Boogie-woogie-schilderijen verdwijnt het zwart en verschijnen weer diverse tussen kleuren. De compositie bestaat uit lyrische, ritmisch ingedeelde kleurbanen. Mondriaan stierf echter vrij plotseling, voordat deze ontwikkeling zich had doorgezet. Mondriaan wordt beschouwd als de vader van de geometrisch-abstracte kunst en heeft ook de toegepaste kunsten en de architectuur diepgaand beïnvloed. Zijn lange consequente ontwikkelingsgang is bijzonder boeiend. Hierbij hebben de zomerverblijven in Domburg een belangrijke rol gespeeld, om dat hij hier het geestelijke klimaat en de omgeving vond die hem inspireerden. De series van de kerk van Domburg en de strandhoofden behoren tot de hoogtepunten in de ontwikkeling van de moderne kunst. Als mens was Mondriaan vriendelijk en bescheiden. Hij was een verstokte vrijgezel, al tijd correct gekleed; hij leefde van bijna niets, maar was gek op dansen en jazzmuziek. De belangrijkste collectie van zijn werk, waaronder zeer veel uit zijn Zeeuwse periode, bevindt zich in het Gemeente Museum te Den Haag.


AUTEUR

?

LITERATUUR

H.L.C. Jaffé, De Stijl 1917-1931, the dutch contribution to modern art. M. Seuphor, P. Mondriaan, life and work. L.J.F. Wijsenbeek, Piet Mondriaan. Piet Mondriaan (met eigen teksten van de schilder, red. en inleiding H.L.C. _laffe). C. Blok, Piet Mondriaan, een catalogus van zijn werk in Nederlands openbaar bezit. M. Butor en M.G. Ottolenghi, Tout l'oeuvre peint de Mondrian.