Weer: verschil tussen versies
Importing text file |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 3: | Regel 3: | ||
}} | }} | ||
== Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984 == | |||
= | |||
Afsluiting van teen of staken in een V-vorm op de ondiepe zeebodem, gebruikt bij de visvangst ([[weervisserij]]). De benen van de V-vorm, de zg. vleuten, hebben doorgaans een lengte van 700 à 800 m. De weer staat altijd met de punt in de richting van de open zee; in die punt is een opening waaraan een fuik bevestigd is. De vis die bij afgaand water in de weer terecht komt wordt door twee vissers (gekleed in waadpakken), lopend langs de vleuten, met een net in de richting van de fuik gedreven, als het water nog ca. 1 m hoog staat. In de wintermaanden wordt er in de weer niet gevist. Het vissen met behulp van een weer levert ansjovis, tong, bot en geep op; vroeger ook haring, maar na het afsluiten van de Zuiderzee (1932) is die vangst sterk teruggelopen daar de Zuiderzee de paaiplaats van de haring was. Ook de ansjovisvangst is om die reden teruggelopen. De weervisserij, nog op de Oosterschelde (Verdronken Land van Reimerswaal) beoefend, zal wellicht geheel moeten verdwijnen door de bouw van de pijlerdam en de Oesterdam. | |||
== AUTEUR == | |||
-J. Kuipers | |||
[[category:topografie]] | [[category:topografie]] | ||
[[category:Landbouw & visserij]] | |||
[[category:visserij]] |
Versie van 14 okt 2014 09:48
Weer |
---|
Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984
Afsluiting van teen of staken in een V-vorm op de ondiepe zeebodem, gebruikt bij de visvangst (weervisserij). De benen van de V-vorm, de zg. vleuten, hebben doorgaans een lengte van 700 à 800 m. De weer staat altijd met de punt in de richting van de open zee; in die punt is een opening waaraan een fuik bevestigd is. De vis die bij afgaand water in de weer terecht komt wordt door twee vissers (gekleed in waadpakken), lopend langs de vleuten, met een net in de richting van de fuik gedreven, als het water nog ca. 1 m hoog staat. In de wintermaanden wordt er in de weer niet gevist. Het vissen met behulp van een weer levert ansjovis, tong, bot en geep op; vroeger ook haring, maar na het afsluiten van de Zuiderzee (1932) is die vangst sterk teruggelopen daar de Zuiderzee de paaiplaats van de haring was. Ook de ansjovisvangst is om die reden teruggelopen. De weervisserij, nog op de Oosterschelde (Verdronken Land van Reimerswaal) beoefend, zal wellicht geheel moeten verdwijnen door de bouw van de pijlerdam en de Oesterdam.
AUTEUR
-J. Kuipers