Nieuwlande: verschil tussen versies

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Johan Francke (overleg | bijdragen)
Johan Francke (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 11: Regel 11:
De site van Nieuwlande was in de tweede helft van de twintigste eeuw een geliefd excursiedoel van schatgravers; er heerst nu een betreedverbod. Behalve veel schatgraverij vond in Nieuwlande het oudste systematische onderzoek van een verdronken dorp in Zeeland plaats. In opdracht van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen mat G.H. Bolier in 1926 de zichtbare resten van de kerk op. De grote kerk met een waarschijnlijk vijfhoekig gesloten koor en buitenmuren met steunberen had een totale lengte van bijna 67 meter. De toren met verstevigde hoeken mat 11,5 x 11,5 meter. Binnen en buiten de kerk werden enkele graven aangetroffen. De plattegrond was die van een kruiskerk, waarvan de noordelijke kapel mogelijk verder is uitgebouwd. Rondom de kerk zijn door amateurarcheologen vooral aan de westzijde percelen met huizen waargenomen. Een fors gebouw aan de oostzijde van het plein werd tot herberg bestempeld. Ten westen van de dorpsring lagen resten van een groot huis, mogelijk het kasteel of de woning van de heren van Nieuwlande. Ten zuidoosten van de kerk strekte het dorp zich over meer dan tweehonderd meter uit. Huisfundamenten, resten van straatjes en van een (waarschijnlijke) kademuur werden vastgelegd. In het eerste decennium van de eenentwintigste eeuw zorgden onder meer luchtfoto’s van Google Earth en Bing Maps voor opmerkelijke resultaten. Zo konden een duidelijke dorpskern, het kerkgebouw, een stratenpatroon en percelering nader worden onderscheiden.  
De site van Nieuwlande was in de tweede helft van de twintigste eeuw een geliefd excursiedoel van schatgravers; er heerst nu een betreedverbod. Behalve veel schatgraverij vond in Nieuwlande het oudste systematische onderzoek van een verdronken dorp in Zeeland plaats. In opdracht van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen mat G.H. Bolier in 1926 de zichtbare resten van de kerk op. De grote kerk met een waarschijnlijk vijfhoekig gesloten koor en buitenmuren met steunberen had een totale lengte van bijna 67 meter. De toren met verstevigde hoeken mat 11,5 x 11,5 meter. Binnen en buiten de kerk werden enkele graven aangetroffen. De plattegrond was die van een kruiskerk, waarvan de noordelijke kapel mogelijk verder is uitgebouwd. Rondom de kerk zijn door amateurarcheologen vooral aan de westzijde percelen met huizen waargenomen. Een fors gebouw aan de oostzijde van het plein werd tot herberg bestempeld. Ten westen van de dorpsring lagen resten van een groot huis, mogelijk het kasteel of de woning van de heren van Nieuwlande. Ten zuidoosten van de kerk strekte het dorp zich over meer dan tweehonderd meter uit. Huisfundamenten, resten van straatjes en van een (waarschijnlijke) kademuur werden vastgelegd. In het eerste decennium van de eenentwintigste eeuw zorgden onder meer luchtfoto’s van Google Earth en Bing Maps voor opmerkelijke resultaten. Zo konden een duidelijke dorpskern, het kerkgebouw, een stratenpatroon en percelering nader worden onderscheiden.  


[[Bestand:Nieuwlande_1926.jpg|left|thumb|400px|Restant van de kerktoren van Nieuwlande, 1926 (foto P.J. van der Feen)]] [[Bestand:Nieuwlande_plattegrond_1926.jpg|right|thumb|400px|De in 1926 vastgelegde plattegrond van Nieuwlande.]]
[[Bestand:Nieuwlande_1926.jpg|left|thumb|400px|Restant van de kerktoren van Nieuwlande, 1926 (foto P.J. van der Feen).]] [[Bestand:Nieuwlande_plattegrond_1926.jpg|right|thumb|400px|De in 1926 vastgelegde plattegrond van Nieuwlande.]]


Gezien de aardewerkvondsten beleefde Nieuwlande zijn bloei vanaf de latere veertiende tot het begin van de zestiende eeuw. De vele tinloden *pelgrimstekens en [[profane insignes]] die er zijn gevonden dateren globaal uit de periode 1250-1530. Nieuwlande bleek de meest omvangrijke collectie pelgrims- en profane insignes in Nederland te herbergen. Het aantal in Nieuwlande gevonden en geregistreerde religieuze insignes bedroeg in 1993 al 895 en was in 2004, toen de overzichtspublicatie Sluimerend in slik verscheen, opgelopen tot boven de duizend. Bij dit aantal bleef de eveneens grote hoeveelheid profane insignes nog buiten beschouwing. Ook ander archeologisch materiaal werd in ruime variatie uit Nieuwlande geborgen, zoals een zegelstempel van een zekere Lonis de Cupere, met de afbeelding van een kuip. Nieuwlande telde in de eerste helft van de vijftiende eeuw dus waarschijnlijk een kuiper (kuipenmaker) tot zijn bevolking.
Gezien de aardewerkvondsten beleefde Nieuwlande zijn bloei vanaf de latere veertiende tot het begin van de zestiende eeuw. De vele tinloden *pelgrimstekens en [[profane insignes]] die er zijn gevonden dateren globaal uit de periode 1250-1530. Nieuwlande bleek de meest omvangrijke collectie pelgrims- en profane insignes in Nederland te herbergen. Het aantal in Nieuwlande gevonden en geregistreerde religieuze insignes bedroeg in 1993 al 895 en was in 2004, toen de overzichtspublicatie Sluimerend in slik verscheen, opgelopen tot boven de duizend. Bij dit aantal bleef de eveneens grote hoeveelheid profane insignes nog buiten beschouwing. Ook ander archeologisch materiaal werd in ruime variatie uit Nieuwlande geborgen, zoals een zegelstempel van een zekere Lonis de Cupere, met de afbeelding van een kuip. Nieuwlande telde in de eerste helft van de vijftiende eeuw dus waarschijnlijk een kuiper (kuipenmaker) tot zijn bevolking.
Regel 39: Regel 39:
== Oude Encyclopedie van Zeeland, 1982-1984 ==
== Oude Encyclopedie van Zeeland, 1982-1984 ==
(Nielant, Nieuwlant in Cruninghen). Verdwenen dorp, ambacht en parochie ten noorden van [[Krabbendijke]], in het Verdronken Land van Zuid-Beveland. Nieuwlande wordt in 1242 als parochie vermeld; de kerk, een dochter van die van Kruiningen, was gewijd aan de H. Maagd en behoorde aan het kapittel van Oudmunster in Utrecht. In 1530-1532 verdronken; in 1642 gedeeltelijk herdijkt en kerkelijk bij Krabbendijke gevoegd. Funderingsresten van de kerk en andere overblijfselen van het dorp zijn oudheidkundig onderzocht.
(Nielant, Nieuwlant in Cruninghen). Verdwenen dorp, ambacht en parochie ten noorden van [[Krabbendijke]], in het Verdronken Land van Zuid-Beveland. Nieuwlande wordt in 1242 als parochie vermeld; de kerk, een dochter van die van Kruiningen, was gewijd aan de H. Maagd en behoorde aan het kapittel van Oudmunster in Utrecht. In 1530-1532 verdronken; in 1642 gedeeltelijk herdijkt en kerkelijk bij Krabbendijke gevoegd. Funderingsresten van de kerk en andere overblijfselen van het dorp zijn oudheidkundig onderzocht.
== AUTEUR ==
-S.J.M. Hulsbergen, J.A. Trimpe Burger
== LITERATUUR ==
-C. Dekker, Zuid-Beveland.
-Grijpink, Register op de parochieën.
-Kok, Zeeuwse patronimia.
-De Nooyer. Kerk en toren van Nieuwlande.
-Zelandia Illustrata X, 44-45.




[[category:Topografie]]
[[category:Topografie]]
[[category:Plaats Reimerswaal]]
[[category:Plaats Reimerswaal]]

Versie van 18 sep 2014 07:15

Nieuwlande


(Nielant, Nieuwlant in Cruninghen). Verdwenen dorp, ambacht en parochie ten noorden van Krabbendijke, in het Verdronken Land van Zuid-Beveland.

In de tweede helft van de twaalfde eeuw, voor het jaar 1187, bedijkten de heren van Kruiningen de Nieuwlandepolder. Deze grootste bedijking in oostelijk Zuid-Beveland in de middeleeuwen was eigenlijk een herdijking van al in 1134 verloren gegaan gebied. In de herdijkte polder werd eveneens nog in de twaalfde eeuw het dorp Nieuwlande gesticht. Het enigzins langgerekte dorp wordt in 1242 als parochie vermeld; de kerk, een dochter van die van Kruiningen, was gewijd aan de H. Maagd en behoorde aan het kapittel van Oudmunster in Utrecht. De bloei van het dorp was vooral te danken aan intensieve *moernering. In 1642 werd het gebied van het in 1530/32 verdronken Nieuwlande gedeeltelijk herdijkt en kerkelijk bij Krabbendijke gevoegd; het dorp zelf bleef buitendijks liggen.

Archeologie

De site van Nieuwlande was in de tweede helft van de twintigste eeuw een geliefd excursiedoel van schatgravers; er heerst nu een betreedverbod. Behalve veel schatgraverij vond in Nieuwlande het oudste systematische onderzoek van een verdronken dorp in Zeeland plaats. In opdracht van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen mat G.H. Bolier in 1926 de zichtbare resten van de kerk op. De grote kerk met een waarschijnlijk vijfhoekig gesloten koor en buitenmuren met steunberen had een totale lengte van bijna 67 meter. De toren met verstevigde hoeken mat 11,5 x 11,5 meter. Binnen en buiten de kerk werden enkele graven aangetroffen. De plattegrond was die van een kruiskerk, waarvan de noordelijke kapel mogelijk verder is uitgebouwd. Rondom de kerk zijn door amateurarcheologen vooral aan de westzijde percelen met huizen waargenomen. Een fors gebouw aan de oostzijde van het plein werd tot herberg bestempeld. Ten westen van de dorpsring lagen resten van een groot huis, mogelijk het kasteel of de woning van de heren van Nieuwlande. Ten zuidoosten van de kerk strekte het dorp zich over meer dan tweehonderd meter uit. Huisfundamenten, resten van straatjes en van een (waarschijnlijke) kademuur werden vastgelegd. In het eerste decennium van de eenentwintigste eeuw zorgden onder meer luchtfoto’s van Google Earth en Bing Maps voor opmerkelijke resultaten. Zo konden een duidelijke dorpskern, het kerkgebouw, een stratenpatroon en percelering nader worden onderscheiden.

Bestand:Nieuwlande 1926.jpg
Restant van de kerktoren van Nieuwlande, 1926 (foto P.J. van der Feen).
Bestand:Nieuwlande plattegrond 1926.jpg
De in 1926 vastgelegde plattegrond van Nieuwlande.

Gezien de aardewerkvondsten beleefde Nieuwlande zijn bloei vanaf de latere veertiende tot het begin van de zestiende eeuw. De vele tinloden *pelgrimstekens en profane insignes die er zijn gevonden dateren globaal uit de periode 1250-1530. Nieuwlande bleek de meest omvangrijke collectie pelgrims- en profane insignes in Nederland te herbergen. Het aantal in Nieuwlande gevonden en geregistreerde religieuze insignes bedroeg in 1993 al 895 en was in 2004, toen de overzichtspublicatie Sluimerend in slik verscheen, opgelopen tot boven de duizend. Bij dit aantal bleef de eveneens grote hoeveelheid profane insignes nog buiten beschouwing. Ook ander archeologisch materiaal werd in ruime variatie uit Nieuwlande geborgen, zoals een zegelstempel van een zekere Lonis de Cupere, met de afbeelding van een kuip. Nieuwlande telde in de eerste helft van de vijftiende eeuw dus waarschijnlijk een kuiper (kuipenmaker) tot zijn bevolking.

AUTEUR

-S.J.M. Hulsbergen, J.A. Trimpe Burger, herz. Jan J.B. Kuipers, 2013


LITERATUUR

-C. Dekker, Zuid-Beveland. De historische geografie en de instellingen van een Zeeuws eiland in de middeleeuwen (Krabbendijke, 1982).

-Grijpink, Register op de parochiën, altaren, vicarieën en de bedienaars zooals die voorkomen in de middeleeuwsche rekeningen van den officiaal des aartsdiakens van den Utrechtschen Dom (Amsterdam, 1914).

-H.J. Kok, ‘Inventaris van de kerkpatrocinia in het Zeeuwse deel van het middeleeuwse bisdom Utrecht’, in: Archief (1972-1973) 151-233.

-Jan J.B. Kuipers (eindred.), Sluimerend in slik. Verdronken dorpen en verdronken land in zuidwest Nederland (Middelburg/Vlissingen, 2004) o.a. 48-49 nr. 64, 76-78.

-Jan J.B. Kuipers, ‘Verdronken noorderburen van Oud-Rilland’, in: Dicky de Koning-Kastelijn (coörd.), Verdronken land, Oud-Rilland 2004-2008 (Kloetinge, 2008) 8-12.

-J.M. de Nooijer, Kerk en toren van Nieuwlande (Middelburg, 1928) 117-124.

-Jan Trachet, Verdronken dorpen in het zuidoosten van Zeeland: nieuw bronmateriaal opent nieuwe perspectieven. Stichting Onderzoek Jonge Archeologen. SOJA E-Bundel ([S.l., 2011) 21-31.]

-Zelandia Illustrata X, 44-45.


Oude Encyclopedie van Zeeland, 1982-1984

(Nielant, Nieuwlant in Cruninghen). Verdwenen dorp, ambacht en parochie ten noorden van Krabbendijke, in het Verdronken Land van Zuid-Beveland. Nieuwlande wordt in 1242 als parochie vermeld; de kerk, een dochter van die van Kruiningen, was gewijd aan de H. Maagd en behoorde aan het kapittel van Oudmunster in Utrecht. In 1530-1532 verdronken; in 1642 gedeeltelijk herdijkt en kerkelijk bij Krabbendijke gevoegd. Funderingsresten van de kerk en andere overblijfselen van het dorp zijn oudheidkundig onderzocht.