Gewone Spitssnuitdolfijn (mesoplodon Bidens): verschil tussen versies
Importing text file |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
| Regel 1: | Regel 1: | ||
[[Bestand:DannyBlind_pzc7oktober1995pag60.JPG|thumb|right|200px|Danny Blind houdt hoog op een trapveldje in Souburg, foto: archief PZC, Bron: [https://krantenbankzeeland.nl/issue/pzc/1995-10-07/edition/null/page/20 Krantenbank Zeeland, PZC, 7 oktober 1995, pag. 20.]]] | |||
De gewone spitssnuitdolfijn is gezien zijn lichaamsbouw een kleine walvisachtige met een lichaamslengte van maximaal 550 cm voor mannetjes en 505 cm voor vrouwtjes. De bek (“snavel”)is vrij lang en alleen bij volwassen mannetjes is, ook bij gesloten bek, halverwege de onderkaak een grote driehoekige tand zichtbaar. Voor het neusgat is een forse bobbel aanwezig, die bij mannetjes meer prominent is. Het oog wordt omsloten door een opvallende donkere ring. De rugzijde is donkergrijs tot blauwgrijs; de buik is licht. Ze hebben een kleine rugvin, die achter op het lichaam geplaatst is; de dieren produceren geen of een onbeduidende blaaswolk. | De gewone spitssnuitdolfijn is gezien zijn lichaamsbouw een kleine walvisachtige met een lichaamslengte van maximaal 550 cm voor mannetjes en 505 cm voor vrouwtjes. De bek (“snavel”)is vrij lang en alleen bij volwassen mannetjes is, ook bij gesloten bek, halverwege de onderkaak een grote driehoekige tand zichtbaar. Voor het neusgat is een forse bobbel aanwezig, die bij mannetjes meer prominent is. Het oog wordt omsloten door een opvallende donkere ring. De rugzijde is donkergrijs tot blauwgrijs; de buik is licht. Ze hebben een kleine rugvin, die achter op het lichaam geplaatst is; de dieren produceren geen of een onbeduidende blaaswolk. | ||
==Auteur== | |||
Bekker, Jan Piet | Bekker, Jan Piet | ||
==Literatuur== | |||
Bekker, J.P. e.a., 2010: ''Zoogdieren in Zeeland''<nowiki>; Fauna Zeelandica Deel 6, Zoogdierenwerkgroep Zeeland, Stichting Het Zeeuwse Landschap, blz. 232-233</nowiki> | Bekker, J.P. e.a., 2010: ''Zoogdieren in Zeeland''<nowiki>; Fauna Zeelandica Deel 6, Zoogdierenwerkgroep Zeeland, Stichting Het Zeeuwse Landschap, blz. 232-233</nowiki> | ||
[http://zoeken.zeeuwsebibliotheken.nl/?itemid=|library/vubissmart-zeeland|1681022 http://zoeken.zeeuwsebibliotheken.nl/?itemid=|library/vubissmart-zeeland|1681022] | [http://zoeken.zeeuwsebibliotheken.nl/?itemid=|library/vubissmart-zeeland|1681022 http://zoeken.zeeuwsebibliotheken.nl/?itemid=|library/vubissmart-zeeland|1681022] | ||
[[Categorie: Fauna]] | |||
Versie van 20 jan 2025 08:54
De gewone spitssnuitdolfijn is gezien zijn lichaamsbouw een kleine walvisachtige met een lichaamslengte van maximaal 550 cm voor mannetjes en 505 cm voor vrouwtjes. De bek (“snavel”)is vrij lang en alleen bij volwassen mannetjes is, ook bij gesloten bek, halverwege de onderkaak een grote driehoekige tand zichtbaar. Voor het neusgat is een forse bobbel aanwezig, die bij mannetjes meer prominent is. Het oog wordt omsloten door een opvallende donkere ring. De rugzijde is donkergrijs tot blauwgrijs; de buik is licht. Ze hebben een kleine rugvin, die achter op het lichaam geplaatst is; de dieren produceren geen of een onbeduidende blaaswolk.
Auteur
Bekker, Jan Piet
Literatuur
Bekker, J.P. e.a., 2010: Zoogdieren in Zeeland; Fauna Zeelandica Deel 6, Zoogdierenwerkgroep Zeeland, Stichting Het Zeeuwse Landschap, blz. 232-233
http://zoeken.zeeuwsebibliotheken.nl/?itemid=|library/vubissmart-zeeland|1681022