Baalhoekkanaal: verschil tussen versies

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Wim van Gorsel (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Wim van Gorsel (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1: Regel 1:
[[Bestand:Baalhoekkanaal1.jpg|thumb|right|200px| Gedeputeerde J. P. Boersma (links) en J. Huyghebaert, wethouder voor havenzaken van de stad Antwerpen tijdens de persconferentie over het Baalhoekkanaal. Foto: PZC, 8-12-1981. Bron: ZB/Beeldbank Zeeland, rec.nr. 166797]]
[[Bestand:Baalhoekkanaal1.jpg|thumb|right|300px| Gedeputeerde J. P. Boersma (links) en J. Huyghebaert, wethouder voor havenzaken van de stad Antwerpen tijdens de persconferentie over het Baalhoekkanaal. Foto: PZC, 8-12-1981. Bron: ZB/Beeldbank Zeeland, rec.nr. 166797]]


Waterstaatkundig project dat voorziet in een rechtstreekse en voor grote zeeschepen toegankelijke verbinding tussen de Westerschelde en de Antwerpse haven- en industriegebieden aan de linker Scheldeoever. Het initiatief tot dit project ging uit van de Belgische minister van Openbare Werken, die op 27 september 1967 de Nederlandse minister van Verkeer en Waterstaat formeel om medewerking verzocht. Op grond van goede nabuurschap stemde de Nederlandse regering in beginsel toe, maar stelde als voorwaarde dat bij de aanleg van het kanaal geen Nederlandse belangen zouden worden geschaad en dat met name het Land van Saaftinge vanwege zijn grote waarde voor natuurwetenschap en milieu zo veel mogelijk zou worden ontzien. Een Nederlandse en een Belgische onderhandelingsdelegatie begonnen daarop in mei 1969 met hun werkzaamheden. Van Nederlandse zijde werd in april 1971 op grond van deze onderhandelingen alsmede nader technisch, planologisch en economisch onderzoek een nota gepubliceerd, waarin voor het Baalhoek kanaal twee tracés ter discussie werden gesteld: een binnendijks en een buitendijks. Tevens werden twee mogelijkheden genoemd voor een bochtafsnijding in het Nauw van [[Bath]]. Bij de hierop volgende plaatselijke inspraakronden bleek niemand gelukkig met de aangegeven tracés. Niettemin volgde de Nederlandse regering het advies van de raad van Waterstaat en publiceerde in de Staatscourant van 10 mei 1972 haar keuze voor het binnendijkse tracé. De onderhandelingen tussen Nederland en België gingen intussen door want de besprekingen over het Baalhoekkanaal hadden geleid tot een pakket van verdragen, waarin niet alleen het Baalhoekkanaal en het Nauw van Bath waren opgenomen, maar ook de door Nederland geëiste tegenprestatie: kwaliteitsverbetering van het Nederland binnenstromende Maasen Scheldewater. Deze onderhandelingen leidden tot overeenstemmingen op 19 juni 1975 werden de ontwerpverdragen geparafeerd. Tot een parlementaire behandeling is het (nog) niet gekomen. De geheimzinnigheid waarmee het totaal der projecten werd omgeven (de teksten werden niet gepubliceerd, al lekte veel uit) deed de zaak geen goed; Nederland had bij het Baalhoekverdrag meer te verliezen dan te winnen en in België waren de politieke verhoudingen zodanig dat geen regering het waagde de verdragen in het parlement te brengen: Wallonië meende dat de verdragen Vlaanderen zeer bevoordeelden, terwijl terzijde de rivaliteit tussen Zeebrugge, Gent en Antwerpen mede een rol speelde. In begin 1981 werd het Baalhoekproject geschrapt uit het bestemmingsplan voor Oost Zeeuws Vlaanderen.
Waterstaatkundig project dat voorziet in een rechtstreekse en voor grote zeeschepen toegankelijke verbinding tussen de Westerschelde en de Antwerpse haven- en industriegebieden aan de linker Scheldeoever. Het initiatief tot dit project ging uit van de Belgische minister van Openbare Werken, die op 27 september 1967 de Nederlandse minister van Verkeer en Waterstaat formeel om medewerking verzocht. Op grond van goede nabuurschap stemde de Nederlandse regering in beginsel toe, maar stelde als voorwaarde dat bij de aanleg van het kanaal geen Nederlandse belangen zouden worden geschaad en dat met name het Land van Saaftinge vanwege zijn grote waarde voor natuurwetenschap en milieu zo veel mogelijk zou worden ontzien. Een Nederlandse en een Belgische onderhandelingsdelegatie begonnen daarop in mei 1969 met hun werkzaamheden. Van Nederlandse zijde werd in april 1971 op grond van deze onderhandelingen alsmede nader technisch, planologisch en economisch onderzoek een nota gepubliceerd, waarin voor het Baalhoek kanaal twee tracés ter discussie werden gesteld: een binnendijks en een buitendijks. Tevens werden twee mogelijkheden genoemd voor een bochtafsnijding in het Nauw van [[Bath]]. Bij de hierop volgende plaatselijke inspraakronden bleek niemand gelukkig met de aangegeven tracés. Niettemin volgde de Nederlandse regering het advies van de raad van Waterstaat en publiceerde in de Staatscourant van 10 mei 1972 haar keuze voor het binnendijkse tracé. De onderhandelingen tussen Nederland en België gingen intussen door want de besprekingen over het Baalhoekkanaal hadden geleid tot een pakket van verdragen, waarin niet alleen het Baalhoekkanaal en het Nauw van Bath waren opgenomen, maar ook de door Nederland geëiste tegenprestatie: kwaliteitsverbetering van het Nederland binnenstromende Maasen Scheldewater. Deze onderhandelingen leidden tot overeenstemmingen op 19 juni 1975 werden de ontwerpverdragen geparafeerd. Tot een parlementaire behandeling is het (nog) niet gekomen. De geheimzinnigheid waarmee het totaal der projecten werd omgeven (de teksten werden niet gepubliceerd, al lekte veel uit) deed de zaak geen goed; Nederland had bij het Baalhoekverdrag meer te verliezen dan te winnen en in België waren de politieke verhoudingen zodanig dat geen regering het waagde de verdragen in het parlement te brengen: Wallonië meende dat de verdragen Vlaanderen zeer bevoordeelden, terwijl terzijde de rivaliteit tussen Zeebrugge, Gent en Antwerpen mede een rol speelde. In begin 1981 werd het Baalhoekproject geschrapt uit het bestemmingsplan voor Oost Zeeuws Vlaanderen.

Versie van 6 dec 2024 08:08

Gedeputeerde J. P. Boersma (links) en J. Huyghebaert, wethouder voor havenzaken van de stad Antwerpen tijdens de persconferentie over het Baalhoekkanaal. Foto: PZC, 8-12-1981. Bron: ZB/Beeldbank Zeeland, rec.nr. 166797

Waterstaatkundig project dat voorziet in een rechtstreekse en voor grote zeeschepen toegankelijke verbinding tussen de Westerschelde en de Antwerpse haven- en industriegebieden aan de linker Scheldeoever. Het initiatief tot dit project ging uit van de Belgische minister van Openbare Werken, die op 27 september 1967 de Nederlandse minister van Verkeer en Waterstaat formeel om medewerking verzocht. Op grond van goede nabuurschap stemde de Nederlandse regering in beginsel toe, maar stelde als voorwaarde dat bij de aanleg van het kanaal geen Nederlandse belangen zouden worden geschaad en dat met name het Land van Saaftinge vanwege zijn grote waarde voor natuurwetenschap en milieu zo veel mogelijk zou worden ontzien. Een Nederlandse en een Belgische onderhandelingsdelegatie begonnen daarop in mei 1969 met hun werkzaamheden. Van Nederlandse zijde werd in april 1971 op grond van deze onderhandelingen alsmede nader technisch, planologisch en economisch onderzoek een nota gepubliceerd, waarin voor het Baalhoek kanaal twee tracés ter discussie werden gesteld: een binnendijks en een buitendijks. Tevens werden twee mogelijkheden genoemd voor een bochtafsnijding in het Nauw van Bath. Bij de hierop volgende plaatselijke inspraakronden bleek niemand gelukkig met de aangegeven tracés. Niettemin volgde de Nederlandse regering het advies van de raad van Waterstaat en publiceerde in de Staatscourant van 10 mei 1972 haar keuze voor het binnendijkse tracé. De onderhandelingen tussen Nederland en België gingen intussen door want de besprekingen over het Baalhoekkanaal hadden geleid tot een pakket van verdragen, waarin niet alleen het Baalhoekkanaal en het Nauw van Bath waren opgenomen, maar ook de door Nederland geëiste tegenprestatie: kwaliteitsverbetering van het Nederland binnenstromende Maasen Scheldewater. Deze onderhandelingen leidden tot overeenstemmingen op 19 juni 1975 werden de ontwerpverdragen geparafeerd. Tot een parlementaire behandeling is het (nog) niet gekomen. De geheimzinnigheid waarmee het totaal der projecten werd omgeven (de teksten werden niet gepubliceerd, al lekte veel uit) deed de zaak geen goed; Nederland had bij het Baalhoekverdrag meer te verliezen dan te winnen en in België waren de politieke verhoudingen zodanig dat geen regering het waagde de verdragen in het parlement te brengen: Wallonië meende dat de verdragen Vlaanderen zeer bevoordeelden, terwijl terzijde de rivaliteit tussen Zeebrugge, Gent en Antwerpen mede een rol speelde. In begin 1981 werd het Baalhoekproject geschrapt uit het bestemmingsplan voor Oost Zeeuws Vlaanderen.

Auteur

A. Teunis

Literatuur

PZC 7.6.1975; 5.9.1975; 3, 6, 10 en 12.12.1975.