Willem Kist: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
|||
Regel 17: | Regel 17: | ||
In de revolutionaire dagen van 1795 werd de populaire man aangewezen als representant van het Zeeuwse volk. Kist legde toen zijn functie neer en verwisselde Middelburg voor Den Haag, waar hij in 1799 werd benoemd tot lid van het Comité van de Oost-Indische Handel, dat de zaken van de in 1798 opgeheven Oost-Indische Compagnie afwikkelde. In 1807 had het comité zijn taak vervuld. Kist werd toen in Brussel directeur van de Gazette Nationale en in 1816 directeur van de Nederlandsche Staatscourant. Als zodanig werd hij in 1828 gepensioneerd. | In de revolutionaire dagen van 1795 werd de populaire man aangewezen als representant van het Zeeuwse volk. Kist legde toen zijn functie neer en verwisselde Middelburg voor Den Haag, waar hij in 1799 werd benoemd tot lid van het Comité van de Oost-Indische Handel, dat de zaken van de in 1798 opgeheven Oost-Indische Compagnie afwikkelde. In 1807 had het comité zijn taak vervuld. Kist werd toen in Brussel directeur van de Gazette Nationale en in 1816 directeur van de Nederlandsche Staatscourant. Als zodanig werd hij in 1828 gepensioneerd. | ||
Kist was van moeders zijde verwant aan Betje Wolf; zijn moeder, Johanna Wolf, was een zuster van de predikant in de Beemster. Misschien heeft het lichtend voorbeeld van zijn tante hem geïnspireerd om tot kort voor zijn dood romans te schrijven. Tante is bekender gebleven, maar de romans van Kist golden in hun tijd toch ook als verdienstelijk. Uit sommige van die boeken blijkt duidelijk dat Kist Zeeland goed gekend heeft. | Kist was van moeders zijde verwant aan [[Betje Wolf]]; zijn moeder, Johanna Wolf, was een zuster van de predikant in de Beemster. Misschien heeft het lichtend voorbeeld van zijn tante hem geïnspireerd om tot kort voor zijn dood romans te schrijven. Tante is bekender gebleven, maar de romans van Kist golden in hun tijd toch ook als verdienstelijk. Uit sommige van die boeken blijkt duidelijk dat Kist Zeeland goed gekend heeft. | ||
Enkele titels: ‘Zonderlinge lotgevallen van Barend van Poederen, weleer geheimschrijver van den landjonker van Blankenheim tot den Stronk, op ene reis door Holland, Zeeland, Brabant en Vlaanderen’(2 dln., 1814) met een vervolg, ook in twee delen, ‘Ring van Gyges wedergevonden of verzameling van Nederlandsche karakters’ (4 dln., 1805), ‘De wonderbril’ (2 dln., 1812). Daarnaast ook werken met een opvoedkundige strekking als ‘De ongehuwde en gehuwde Nederlandsche vrouwen, of karakterschetsen en voorbeelden tot voorbereiding en bevordering van het ware huwelijksgeluk’(2 dln., 1826). | Enkele titels: ‘Zonderlinge lotgevallen van Barend van Poederen, weleer geheimschrijver van den landjonker van Blankenheim tot den Stronk, op ene reis door Holland, Zeeland, Brabant en Vlaanderen’(2 dln., 1814) met een vervolg, ook in twee delen, ‘Ring van Gyges wedergevonden of verzameling van Nederlandsche karakters’ (4 dln., 1805), ‘De wonderbril’ (2 dln., 1812). Daarnaast ook werken met een opvoedkundige strekking als ‘De ongehuwde en gehuwde Nederlandsche vrouwen, of karakterschetsen en voorbeelden tot voorbereiding en bevordering van het ware huwelijksgeluk’(2 dln., 1826). |
Versie van 13 nov 2024 09:38
Willem Kist | |
---|---|
Willem Kist was onder andere conrector van de Latijnse school in Middelburg (links boven). Uit de Cronyk van Smallegange. Latijnse school, Gasthuis, Gasthuiskerk en de beurs, 1696. Collectie Jan Anderson. Bron: ZB, Beeldbank Zeeland, rec.nr. 2438 | |
Geboren | 1 september 1758 Woerden |
Overleden | 5 januari 1841 Arnhem |
Beroep | Docent |
VIAF | Willem Kist |
Biografie
Docent. Studeerde letteren en later rechten te Leiden, waarna hij eerst conrector werd van de Latijnse school in Breda om vervolgens (1784) diezelfde functie te gaan bekleden in Middelburg. Bij die gelegenheid hield hij een inaugurele rede met de titel `De calamitatibus quae ex neglecta subolis educatione oriuntur, Patriae ruinam minantur' (‘Over de rampen die het vaderland met ondergang bedreigen, als de opvoeding van het nageslacht wordt verwaarloosd’).
In 1787 werd hij benoemd tot lector in de algemene geschiedenis aan de Illustere School. Kist was een geliefd leraar, die ook buiten Middelburg de aandacht trok door zijn publicaties. Franeker bood hem daarom een volledig professoraat aan, waarvoor hij echter na enige aarzeling bedankte. De Middelburgse magistraat, erkentelijk voor dit gebaar, benoemde hem toen tot hoogleraar in de geschiedenis en de welsprekendheid en Kist aanvaardde deze functie met een inauguratie 'De voluptate animi ex diligenti veterum scriptorum lectione capienda' (‘Over het geestelijk genot dat een nauwkeurige studie van de oude schrijvers kan opleveren’).
In de revolutionaire dagen van 1795 werd de populaire man aangewezen als representant van het Zeeuwse volk. Kist legde toen zijn functie neer en verwisselde Middelburg voor Den Haag, waar hij in 1799 werd benoemd tot lid van het Comité van de Oost-Indische Handel, dat de zaken van de in 1798 opgeheven Oost-Indische Compagnie afwikkelde. In 1807 had het comité zijn taak vervuld. Kist werd toen in Brussel directeur van de Gazette Nationale en in 1816 directeur van de Nederlandsche Staatscourant. Als zodanig werd hij in 1828 gepensioneerd.
Kist was van moeders zijde verwant aan Betje Wolf; zijn moeder, Johanna Wolf, was een zuster van de predikant in de Beemster. Misschien heeft het lichtend voorbeeld van zijn tante hem geïnspireerd om tot kort voor zijn dood romans te schrijven. Tante is bekender gebleven, maar de romans van Kist golden in hun tijd toch ook als verdienstelijk. Uit sommige van die boeken blijkt duidelijk dat Kist Zeeland goed gekend heeft.
Enkele titels: ‘Zonderlinge lotgevallen van Barend van Poederen, weleer geheimschrijver van den landjonker van Blankenheim tot den Stronk, op ene reis door Holland, Zeeland, Brabant en Vlaanderen’(2 dln., 1814) met een vervolg, ook in twee delen, ‘Ring van Gyges wedergevonden of verzameling van Nederlandsche karakters’ (4 dln., 1805), ‘De wonderbril’ (2 dln., 1812). Daarnaast ook werken met een opvoedkundige strekking als ‘De ongehuwde en gehuwde Nederlandsche vrouwen, of karakterschetsen en voorbeelden tot voorbereiding en bevordering van het ware huwelijksgeluk’(2 dln., 1826).
Encyclopedie van Zeeland, 1982-1984
Auteur
A.Teunis, gecontroleerd redactie 2013
Literatuur
- Van der Aa, Biographisch Woordenhoek.
- Nagtalas, Levensberichten.
- Voegler, Middelburgsch gymnasium.