St. Jans Gasthuis Aardenburg: verschil tussen versies
Nieuwe pagina aangemaakt met '== Algemeen == St. Jans-Gasthuis te Aardenburg. De eerste bronnen die van dit Gasthuis gewag maken dateren uit 1258, toen de schepenen der stad over het bestuur van de inrichting onenigheid hadden met de bisschop van Doornik. Hoewel ook Oostburg, IJzendijke en andere plaatsen in de streek gasthuizen bezaten, verdient dat van Aardenburg bijzondere aandacht. Aardenburg was in die dagen namelijk vol van rijke kooplieden, de welvaart trok ook minder bedeelden aan:...' |
k →Noten |
||
Regel 15: | Regel 15: | ||
== Noten == | == Noten == | ||
{references/} | {{references/}} | ||
[[category:Diversen]] | [[category:Diversen]] | ||
[[category:Bevolking]] | [[category:Bevolking]] | ||
[[category:gezondheidszorg]] | [[category:gezondheidszorg]] |
Versie van 7 nov 2024 09:55
Algemeen
St. Jans-Gasthuis te Aardenburg. De eerste bronnen die van dit Gasthuis gewag maken dateren uit 1258, toen de schepenen der stad over het bestuur van de inrichting onenigheid hadden met de bisschop van Doornik. Hoewel ook Oostburg, IJzendijke en andere plaatsen in de streek gasthuizen bezaten, verdient dat van Aardenburg bijzondere aandacht. Aardenburg was in die dagen namelijk vol van rijke kooplieden, de welvaart trok ook minder bedeelden aan: zwervers, bedelaars, weggelopen slaven en uitgebroken gevangenen. En voorts pelgrims. De stad was sinds 1273 gezegend met een 'wonderbeeld' van Onze Lieve Vrouw met kind en inktpot in de thans verdwenen Mariakerk. De `wonderinkt' gleed als goud in de Aardenburgse zakken, wanneer grote pelgrimages zich naar de plaats des heils richtten. Vele onbemiddelden zullen onderdak gevonden hebben in het Gasthuis. Exacte vermeldingen over de samenstelling van de bevolking ervan ontbreken evenwel. De broeders en zusters volgden evenals die te Damme en Brugge in de St.Janshospitalen de regel van St. Augustinus, die doortrokken was van strengheid en tucht. Het Gasthuis was niet rijk: proveniers brachten kennelijk weinig binnen en de 268 gemeten grond werden herhaaldelijk geteisterd door oorlogsbenden, vooral ten tijde van de strijd tussen Maximiliaan van Oostenrijk en Brugge (1488-1492). Na 1568 ging het Gasthuis sterk achteruit, het werd bevolkt door 'schamele passanten en mendicanten' (slachtoffers van Alva's verbeurdverklaringen). Na 1572 hielden Geuzenbenden er hun domicilie en na de ontmanteling van de stad in 1581 veel vluchtelingen-om-den-gelove. Het Gasthuis verzonk in onbeduidendheid, toen bij bisschoppelijk besluit sinds 1559 ressorteerde Aardenburg onder het diocees Brugge zuster Quintine Daalmans vervangen werd door zuster Maaiken Uytenhove. De dames krakeelden het gesticht naar de afgrond. Toen in 1604 de `Staatsen' Aardenburg veroverden, ging het Gasthuis in reformatorische handen over. De bronnen omtrent de periode 1604-1929 (toen werd de stichting met toestemming van Gedeputeerde Staten opgeheven) bevinden zich in het gemeentehuis te Aardenburg.
Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984
Auteur
-A.M. Lauret
Literatuur
- D. Schoute, Geschiedenis Gasthuis Middelburg.
- A.A. Fokker en J.C. de Man, De gestichten, 1, 5-23.
- J. de Hullu, Geschiedenis Sint-Jansgasthuis, 1-53.
- Catalogus Sint-Janshospitaal Brugge 1976.