Statenvertaling: verschil tussen versies

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Wim van Gorsel (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Wim van Gorsel (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 2: Regel 2:
  | above      = Statenvertaling
  | above      = Statenvertaling
}}
}}
[[Bestand:DannyBlind_pzc7oktober1995pag60.JPG|thumb|right|200px|Danny Blind houdt hoog op een trapveldje in Souburg, foto: archief PZC, Bron: [https://krantenbankzeeland.nl/issue/pzc/1995-10-07/edition/null/page/20 Krantenbank Zeeland, PZC, 7 oktober 1995, pag. 20.]]]
[[Bestand:Statenvertaling1.jpg|thumb|right|300px|De titelpagina van de eerste druk van de Statenvertaling uit 1637, met een stadsgezicht op Leiden. (Uit de collectie van het NBG). Bron: Wikimedia Commons]]


==Statenvertaling==
==Statenvertaling==

Versie van 31 okt 2024 08:58

Statenvertaling
De titelpagina van de eerste druk van de Statenvertaling uit 1637, met een stadsgezicht op Leiden. (Uit de collectie van het NBG). Bron: Wikimedia Commons

Statenvertaling

Gebruikelijke benaming voor de eerste vertaling van de Bijbel in het Nederlands, rechtstreeks uit de Hebreeuwse en Griekse grondteksten. Deze vertaling kwam tot stand krachtens een besluit van de Nationale Dordtse Synode (1618-1619) en op last van de 'Hoogh-Mogende Heeren Staten Generaal van de Vereenigde Nederlanden'. die het werk financierden en het na gereedkomen in 1637 autoriseerden. In Zeeland werd reeds vroeg op een dergelijke vertaling aangedrongen. Het gereformeerd protestantisme verlangde een zo letterlijk mogelijke vertaling uit het Grieks en Hebreeuws en verwierp de Luther-vertaling, die niet letterlijk was, evenals de andere voorhanden zijnde vertalingen. Het belang dat Zeeland aan zo'n vertaling hechtte, blijkt uit de door de classis Walcheren gestelde tweede particuliere vraag op de Synode van Dordrecht in 1574. Deze drong aan op een nieuwe correcte overzetting van de Bijbel in de Nederlandse taal. maar men wilde toen nog wachten op de voltooiing van de Franse en Latijnse vertalingen, waaraan werd gewerkt. Op de Dordtse Synode van 1578 bracht Zeeland de zaak opnieuw ter sprake. Marnix van Sint Aldegonde en Petrus Dathenus kregen de opdracht naar bekwame vertalers om te zien. In 1587 vroeg de synode van 's Gravenhage Marnix voor dit werk, maar deze weigerde. Na een zelfde verzoek door de Staten van Zeeland in 1591 en later door de

Staten-Generaal, vertrok Marnix. die toen in West-Souburg woonde, in 1596 naar Leiden om met dit werk te beginnen. Na zijn dood in 1598 bleef het onder andere ten gevolge van kerkelijke twisten liggen, tot Faukelius in 1617 met een complete vertaling van het Nieuwe Testament kwam. In 1618/19 werd op de Synode van Dordrecht de vertaling onder meer opgedragen aan Bucerus te Veere, Faukelius, en Walaeus te Middelburg, alle drie van Vlaamse afkomst. Als revisoren hebben de predikanten Joos van Laren uit Vlissingen en Carolus Maets uit Scherpenisse (later Middelburg) meegewerkt. Faukelius stierf in 1625, toen het werk nauwelijks was begonnen. Maar zijn vertaling van het Nieuwe Testament werd doorlopend gebruikt. Door hun initiatief en medewerking hebben de Zeeuwse predikanten grote invloed èn op de Statenvertaling en daardoor op de ontwikkeling van de Nederlandse taal gehad.

Auteur

S.J.M. Hulsbergen

Literatuur

  • Meertens, Letterkundig leven.
  • C.C. de Bruin, De Statenvertaling. =