Observantie: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
|||
Regel 3: | Regel 3: | ||
}} | }} | ||
==Observantie== | ==Observantie== | ||
(van lat. observare = eerbiedigen, in acht nemen). In de r.k. kerkgeschiedenis naam van een beweging die streefde naar strikte naleving van de oorspronkelijke kloosterregels. Aanhangers van hervormingsbewegingen in de middeleeuwen (14e en 15e eeuw), die streden tegen verslapping en ontaarding van het kloosterleven en terugkeer naar de eigenlijke orderegels bepleitten, werden observanten genoemd. Observantie komt men bij bijna alle kloosterorden tegen, soms onderscheiden in een strikte en een gematigde richting. Enkele malen leidde observantie tot het stichten van een nieuwe kloosterorde. De [[cisterci]]ënzers zijn in feite de observanten van de orde van Cluny, maar toen de observantie binnen de eigen kring haar intree deed, ontstonden er twee nieuwe orden: de trappisten en de bernardijnen. Soort gelijke ontwikkelingen de den zich voor bij de [[augustijnen]], de [[benedictijnen]] en de [[karmelieten]]. Het grootst waren de observantie-moeilijkheden bij de minderbroeders (franciscanen), die het ideaal der absolute armoede aanhingen. Noch zij, noch hun kloosters mochten bezit of inkomsten hebben. Voor velen bleek dit ideaal te hoog gegrepen, maar verslapping van de regel leidde tot allerlei ongewenste toestanden. Boxhorn vertelt dat de magistraat van Zierikzee zich daarom in 1383 genoodzaakt zag alle minderbroeders de stad uit te zetten. De monniken hadden `sulck huys ghehouden' dat `eenen Munnick van eenen anderen Munnick wierdt door steecken'. Na vier jaar `werdt die peys ghemaeckt', maar een jaar later was het weer mis. De monniken verdwenen 'nemende met haer al wat in het Convent overich was, boucken, kelcken, kerckelijcke ornamenten, vaten, ende bedden'. (Boxhorn II, 171). De orde splitste zich in conventuëlen of gauden ten, die versoepeling en aanpassing voor stonden en observanten. In Zeeland ontstonden in de 15e eeuw twee observantenkloosters, te Sluis (1443) en te Hulst (1458). In Sluis werkte enkele jaren Johannes [[Brugman]], in ons land de grootste ijveraar voor observantie en nog altijd als redenaar spreekwoordelijk beroemd. In 1456 probeerde hij ook de Middelburgse | (van lat. observare = eerbiedigen, in acht nemen). In de r.k. kerkgeschiedenis naam van een beweging die streefde naar strikte naleving van de oorspronkelijke kloosterregels. Aanhangers van hervormingsbewegingen in de middeleeuwen (14e en 15e eeuw), die streden tegen verslapping en ontaarding van het kloosterleven en terugkeer naar de eigenlijke orderegels bepleitten, werden observanten genoemd. Observantie komt men bij bijna alle kloosterorden tegen, soms onderscheiden in een strikte en een gematigde richting. Enkele malen leidde observantie tot het stichten van een nieuwe kloosterorde. De [[cisterci]]ënzers zijn in feite de observanten van de orde van Cluny, maar toen de observantie binnen de eigen kring haar intree deed, ontstonden er twee nieuwe orden: de trappisten en de bernardijnen. Soort gelijke ontwikkelingen de den zich voor bij de [[augustijnen]], de [[benedictijnen]] en de [[karmelieten]]. Het grootst waren de observantie-moeilijkheden bij de minderbroeders (franciscanen), die het ideaal der absolute armoede aanhingen. Noch zij, noch hun kloosters mochten bezit of inkomsten hebben. Voor velen bleek dit ideaal te hoog gegrepen, maar verslapping van de regel leidde tot allerlei ongewenste toestanden. Boxhorn vertelt dat de magistraat van Zierikzee zich daarom in 1383 genoodzaakt zag alle minderbroeders de stad uit te zetten. De monniken hadden `sulck huys ghehouden' dat `eenen Munnick van eenen anderen Munnick wierdt door steecken'. Na vier jaar `werdt die peys ghemaeckt', maar een jaar later was het weer mis. De monniken verdwenen 'nemende met haer al wat in het Convent overich was, boucken, kelcken, kerckelijcke ornamenten, vaten, ende bedden'. (Boxhorn II, 171). De orde splitste zich in conventuëlen of gauden ten, die versoepeling en aanpassing voor stonden en observanten. | ||
In Zeeland ontstonden in de 15e eeuw twee observantenkloosters, te Sluis (1443) en te Hulst (1458). In Sluis werkte enkele jaren Johannes [[Brugman]], in ons land de grootste ijveraar voor observantie en nog altijd als redenaar spreekwoordelijk beroemd. In 1456 probeerde hij ook de Middelburgse [[minderbroeders]] tot observantie te bewegen en wat later de weer te Zierikzee teruggekeerde minderbroeders, maar hier schoten zijn redenaarsgaven tekort. Pas in de 16e eeuw zijn deze kloosters tot observantie overgegaan, maar toen had de beweging reeds veel van haar gestrengheid ingeboet. In 1517 had paus Leo X het minderbroedersconflict trouwens al opgelost door beide richtingen officieel te scheiden. De Middelburgse augustijnen zijn zich tegen observantie blijven verzetten. | |||
==Auteur== | ==Auteur== |
Versie van 29 okt 2024 09:45
Observantie |
---|
Observantie
(van lat. observare = eerbiedigen, in acht nemen). In de r.k. kerkgeschiedenis naam van een beweging die streefde naar strikte naleving van de oorspronkelijke kloosterregels. Aanhangers van hervormingsbewegingen in de middeleeuwen (14e en 15e eeuw), die streden tegen verslapping en ontaarding van het kloosterleven en terugkeer naar de eigenlijke orderegels bepleitten, werden observanten genoemd. Observantie komt men bij bijna alle kloosterorden tegen, soms onderscheiden in een strikte en een gematigde richting. Enkele malen leidde observantie tot het stichten van een nieuwe kloosterorde. De cisterciënzers zijn in feite de observanten van de orde van Cluny, maar toen de observantie binnen de eigen kring haar intree deed, ontstonden er twee nieuwe orden: de trappisten en de bernardijnen. Soort gelijke ontwikkelingen de den zich voor bij de augustijnen, de benedictijnen en de karmelieten. Het grootst waren de observantie-moeilijkheden bij de minderbroeders (franciscanen), die het ideaal der absolute armoede aanhingen. Noch zij, noch hun kloosters mochten bezit of inkomsten hebben. Voor velen bleek dit ideaal te hoog gegrepen, maar verslapping van de regel leidde tot allerlei ongewenste toestanden. Boxhorn vertelt dat de magistraat van Zierikzee zich daarom in 1383 genoodzaakt zag alle minderbroeders de stad uit te zetten. De monniken hadden `sulck huys ghehouden' dat `eenen Munnick van eenen anderen Munnick wierdt door steecken'. Na vier jaar `werdt die peys ghemaeckt', maar een jaar later was het weer mis. De monniken verdwenen 'nemende met haer al wat in het Convent overich was, boucken, kelcken, kerckelijcke ornamenten, vaten, ende bedden'. (Boxhorn II, 171). De orde splitste zich in conventuëlen of gauden ten, die versoepeling en aanpassing voor stonden en observanten.
In Zeeland ontstonden in de 15e eeuw twee observantenkloosters, te Sluis (1443) en te Hulst (1458). In Sluis werkte enkele jaren Johannes Brugman, in ons land de grootste ijveraar voor observantie en nog altijd als redenaar spreekwoordelijk beroemd. In 1456 probeerde hij ook de Middelburgse minderbroeders tot observantie te bewegen en wat later de weer te Zierikzee teruggekeerde minderbroeders, maar hier schoten zijn redenaarsgaven tekort. Pas in de 16e eeuw zijn deze kloosters tot observantie overgegaan, maar toen had de beweging reeds veel van haar gestrengheid ingeboet. In 1517 had paus Leo X het minderbroedersconflict trouwens al opgelost door beide richtingen officieel te scheiden. De Middelburgse augustijnen zijn zich tegen observantie blijven verzetten.
Auteur
S.J.M. Hulsbergen
Literatuur
- Post, Kerkgeschiedenis.
- Heimbucher, Orden und Kongregationen.