Emigratie van Afgescheidenen: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 2: | Regel 2: | ||
| above = Emigratie Van Afgescheidenen | | above = Emigratie Van Afgescheidenen | ||
}} | }} | ||
[[Bestand:DannyBlind_pzc7oktober1995pag60.JPG|thumb|right|200px|Danny Blind houdt hoog op een trapveldje in Souburg, foto: archief PZC, Bron: [https://krantenbankzeeland.nl/issue/pzc/1995-10-07/edition/null/page/20 Krantenbank Zeeland, PZC, 7 oktober 1995, pag. 20.]]] | |||
==Emigratie van Afgescheidenen== | ==Emigratie van Afgescheidenen== | ||
''In het jaar 1846 heerste er een algemene zucht naar Noord-Amerika en vooral in de provincie Zeeland.'' Zo begint Pieter van Anrooy zijn persoonlijke herinneringen, toen het vijftig jaar geleden was dat ook voor hem de reis naar de Nieuwe Wereld een feit werd. Deels waren het economische redenen waarom men ging, deels godsdienstige. De afgescheidenen hadden genoeg van de 'wederrechtelijke behandeling' en hoopten in Amerika een eigen gemeenschap te kunnen opbouwen, die beantwoordde aan hun godsdienstige overtuigingen. Het zou geen zin hebben de emigranten uit Zuid-Beveland in het bijzonder te noemen, ware het niet dat zij vertrokken zijn en zich vestigden als een georganiseerde gemeente. Eer de gezinnen uit Zuid-Beveland, waarbij zich enkele uit het land van Axel en Cadzand aansloten, vertrokken, werden er in Goes een drietal vergaderingen gehouden. Op de laatste werden als ouderlingen gekozen [[Jannes van de Luyster]] en [[Johannes Hoogesteger]] en als diakenen Jan Steketee en Adriaan Glerum. Daarna is deze emigrantengemeente overgegaan tot het beroepen van een predikant, namelijk ds. [[Cornelius van der Meulen]] te Goes. Zoals de [[Pilgrim Fathers]] in 1620 als gemeente naar Amerika zijn uitgeweken, zo zijn ook de afgescheidenen van Zuid-Beveland in het voorjaar van 1847 vertrokken en zo hebben zij zich in Michigan als een kerkelijke gemeente gevestigd. Hun woonplaats hebben zij Zeeland genoemd. Dit gaan als gemeente hield in dat zij zich voor elkaar verantwoordelijk wisten en er van uit gingen dat ieder die mee wilde gaan, niet om maatschappelijke redenen daarin belemmerd mocht worden. Schulden die landarbeiders hadden (wat vroeger in het voorjaar veelvuldig voorkwam) werden betaald. Wanneer iemand niet voldoende geld had voor de overtocht, werd ervoor gezorgd en zelfs lette men op een behoorlijke uitzet voor het gezin. Dit alles wel op een schuldbekentenis, doch er stond tevens in dat men pas behoefde terug te betalen zodra dit mogelijk was. Gedurende de eerste zeer moeilijke jaren in Michigan heeft men zo elkaar staande gehouden, met Jannes van de Luyster als maatschappelijk en ds. C. van der Meulen als geestelijk leidsman Afscheiding. | ''In het jaar 1846 heerste er een algemene zucht naar Noord-Amerika en vooral in de provincie Zeeland.'' Zo begint Pieter van Anrooy zijn persoonlijke herinneringen, toen het vijftig jaar geleden was dat ook voor hem de reis naar de Nieuwe Wereld een feit werd. Deels waren het economische redenen waarom men ging, deels godsdienstige. De afgescheidenen hadden genoeg van de 'wederrechtelijke behandeling' en hoopten in Amerika een eigen gemeenschap te kunnen opbouwen, die beantwoordde aan hun godsdienstige overtuigingen. Het zou geen zin hebben de emigranten uit Zuid-Beveland in het bijzonder te noemen, ware het niet dat zij vertrokken zijn en zich vestigden als een georganiseerde gemeente. Eer de gezinnen uit Zuid-Beveland, waarbij zich enkele uit het land van Axel en Cadzand aansloten, vertrokken, werden er in Goes een drietal vergaderingen gehouden. Op de laatste werden als ouderlingen gekozen [[Jannes van de Luyster]] en [[Johannes Hoogesteger]] en als diakenen Jan Steketee en Adriaan Glerum. Daarna is deze emigrantengemeente overgegaan tot het beroepen van een predikant, namelijk ds. [[Cornelius van der Meulen]] te Goes. Zoals de [[Pilgrim Fathers]] in 1620 als gemeente naar Amerika zijn uitgeweken, zo zijn ook de afgescheidenen van Zuid-Beveland in het voorjaar van 1847 vertrokken en zo hebben zij zich in Michigan als een kerkelijke gemeente gevestigd. Hun woonplaats hebben zij Zeeland genoemd. Dit gaan als gemeente hield in dat zij zich voor elkaar verantwoordelijk wisten en er van uit gingen dat ieder die mee wilde gaan, niet om maatschappelijke redenen daarin belemmerd mocht worden. Schulden die landarbeiders hadden (wat vroeger in het voorjaar veelvuldig voorkwam) werden betaald. Wanneer iemand niet voldoende geld had voor de overtocht, werd ervoor gezorgd en zelfs lette men op een behoorlijke uitzet voor het gezin. Dit alles wel op een schuldbekentenis, doch er stond tevens in dat men pas behoefde terug te betalen zodra dit mogelijk was. Gedurende de eerste zeer moeilijke jaren in Michigan heeft men zo elkaar staande gehouden, met Jannes van de Luyster als maatschappelijk en ds. C. van der Meulen als geestelijk leidsman Afscheiding. |
Versie van 22 okt 2024 10:25
Emigratie Van Afgescheidenen |
---|
Emigratie van Afgescheidenen
In het jaar 1846 heerste er een algemene zucht naar Noord-Amerika en vooral in de provincie Zeeland. Zo begint Pieter van Anrooy zijn persoonlijke herinneringen, toen het vijftig jaar geleden was dat ook voor hem de reis naar de Nieuwe Wereld een feit werd. Deels waren het economische redenen waarom men ging, deels godsdienstige. De afgescheidenen hadden genoeg van de 'wederrechtelijke behandeling' en hoopten in Amerika een eigen gemeenschap te kunnen opbouwen, die beantwoordde aan hun godsdienstige overtuigingen. Het zou geen zin hebben de emigranten uit Zuid-Beveland in het bijzonder te noemen, ware het niet dat zij vertrokken zijn en zich vestigden als een georganiseerde gemeente. Eer de gezinnen uit Zuid-Beveland, waarbij zich enkele uit het land van Axel en Cadzand aansloten, vertrokken, werden er in Goes een drietal vergaderingen gehouden. Op de laatste werden als ouderlingen gekozen Jannes van de Luyster en Johannes Hoogesteger en als diakenen Jan Steketee en Adriaan Glerum. Daarna is deze emigrantengemeente overgegaan tot het beroepen van een predikant, namelijk ds. Cornelius van der Meulen te Goes. Zoals de Pilgrim Fathers in 1620 als gemeente naar Amerika zijn uitgeweken, zo zijn ook de afgescheidenen van Zuid-Beveland in het voorjaar van 1847 vertrokken en zo hebben zij zich in Michigan als een kerkelijke gemeente gevestigd. Hun woonplaats hebben zij Zeeland genoemd. Dit gaan als gemeente hield in dat zij zich voor elkaar verantwoordelijk wisten en er van uit gingen dat ieder die mee wilde gaan, niet om maatschappelijke redenen daarin belemmerd mocht worden. Schulden die landarbeiders hadden (wat vroeger in het voorjaar veelvuldig voorkwam) werden betaald. Wanneer iemand niet voldoende geld had voor de overtocht, werd ervoor gezorgd en zelfs lette men op een behoorlijke uitzet voor het gezin. Dit alles wel op een schuldbekentenis, doch er stond tevens in dat men pas behoefde terug te betalen zodra dit mogelijk was. Gedurende de eerste zeer moeilijke jaren in Michigan heeft men zo elkaar staande gehouden, met Jannes van de Luyster als maatschappelijk en ds. C. van der Meulen als geestelijk leidsman Afscheiding.
Auteur
-S.J.M. Hulsbergen
Literatuur
- Lucas, Dutch immigrant memoirs.
- Wessels, God ons een schild.