Schaapskooi: verschil tussen versies

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Wim van Gorsel (overleg | bijdragen)
Wim van Gorsel (overleg | bijdragen)
 
Regel 24: Regel 24:
-[http://zoeken.zeeuwsebibliotheken.nl/?itemid=|library/vubissmart-zeeland|1661664 P. de Schipper, De Sterke van Saeftinghe (Amsterdam / Antwerpen, 2010) 102, 104-106, 211.]
-[http://zoeken.zeeuwsebibliotheken.nl/?itemid=|library/vubissmart-zeeland|1661664 P. de Schipper, De Sterke van Saeftinghe (Amsterdam / Antwerpen, 2010) 102, 104-106, 211.]


-[[http://www.krantenbankzeeland.nl G. Smallengange, ‘(Holle)stelle’, in: PZC, 25 september 2012.]]
-[http://www.krantenbankzeeland.nl G. Smallengange, ‘(Holle)stelle’, in: PZC, 25 september 2012.]


-[http://zoeken.zeeuwsebibliotheken.nl/?itemid=|library/vubissmart-zeeland|1487708 G. Smallegange, Rond ’t hof. Boerderijen en boerenleven in Zeeland (Goes, 2003) 49.]
-[http://zoeken.zeeuwsebibliotheken.nl/?itemid=|library/vubissmart-zeeland|1487708 G. Smallegange, Rond ’t hof. Boerderijen en boerenleven in Zeeland (Goes, 2003) 49.]

Huidige versie van 30 sep 2024 om 13:09

Schaapskooi, schaapstal, schaepestelle, schaopestelle
Schaapskooi in de Willem Adriaanpolder bij Kortgene, foto: A.P. Maas, juli 1933, Zeeuwse Bibliotheek, Beeldbank Zeeland, recordnr. 13129.

Tot in de jaren 1950 waren er in veel Zeeuwse dorpen nog schaapherders die vanuit een schaapskooi met een kudde schapen langs dijken en bermen, over schorren en door ander niet intensief gecultiveerd terrein trokken. De schaapskooien hoorden meestal bij een boerderij. Er waren ‘enige honderden’ schaapskooien in Zeeland, ook wel schaapstal genoemd. Een schaapskooi op het schor werd schaepe- of schaopestelle genoemd.

Bouwstijl

De meeste schaapskooien waren gebouwd in de stijl van een Zeeuwse boerderij: een zwart geteerde schuur met langs de randen witte randen zodat die rand ook in het donker zichtbaar was. De schaapskooi was tamelijk breed en lang, erg luchtig gebouwd en had een pannendak. Omdat de schapen veel frisse lucht nodig hebben, niet van warmte houden en ze in hun verblijf vrij dicht opeengepakt staan, waren er flinke kieren tussen de planken van de kooi. De Zeeuwse boeren hielden in de winter, de lammertijd, hun schapen in de kooi. Naast de kooi was meestal een ruime uitloop, bijvoorbeeld op de mestvaalt van de boerderij.

Verdronken Land van Saeftinghe

Schaapskooi op een stelkooi in het Land van Saeftinghe, foto: T. Kannegieter, ca. 1965, Zeeuwse Bibliotheek, Beeldbank Zeeland, recordnr. 62615.
Tweede schaapskooi bij het verdronken Land van Saeftinghe, foto: Wim Helm, 10 mei 1978, Zeeuwse Bibliotheek, Beeldbank Zeeland, recordnr. 62612.

Er waren ook schaapskooien in het eenzame buitengebied. In het verdronken Land van Saeftinghe waren de schaapskooien opgetrokken op dijkresten. De drie bekendste heetten de Noord, de Zuid en de Heuvel – het waren tevens namen voor de locaties waar de kooien stonden. Deze stellen waren tevens de woningen van de herders en weken qua bouw af van wat elders in Zeeland gebruikelijk was. De stellen van Saeftinghe werden hersteld met aangespoeld wrakhout. De stellenaars (herders) hadden naast de stal een groentetuintje. In de voormalige schaapskooi te Heille, een met riet gedekt exemplaar, was van 1973 tot 1991 een landbouwmuseum geopend.

Schaapskooi bij Heille, waarin later het inmiddels verdwenen landbouwmuseum was gevestigd, foto: O. de Milliano, ca. 1975, Zeeuwse Bibliotheek, Beeldbank Zeeland, recordnr. 37746.

Auteur

-Jan Zwemer, 2013

Literatuur

-H.C.M. Ghijsen (red.), Woordenboek der Zeeuwse dialecten (Amsterdam/Brussel, 1974) 819-820.

-P. de Schipper, De Sterke van Saeftinghe (Amsterdam / Antwerpen, 2010) 102, 104-106, 211.

-G. Smallengange, ‘(Holle)stelle’, in: PZC, 25 september 2012.

-G. Smallegange, Rond ’t hof. Boerderijen en boerenleven in Zeeland (Goes, 2003) 49.