Trekkerkot, Tractorhok: verschil tussen versies

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Johan Francke (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Wim van Gorsel (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
 
Regel 15: Regel 15:
Uiteraard waren er ook boeren die hun trekker een plaats gaven in hun [[wagenhuis]]. Later stonden tractoren, met de overige landbouwmachines, meestal in een loods.
Uiteraard waren er ook boeren die hun trekker een plaats gaven in hun [[wagenhuis]]. Later stonden tractoren, met de overige landbouwmachines, meestal in een loods.


== AUTEUR ==
== Auteur==
-Jan Zwemer, 2013
-Jan Zwemer, 2013


== LITERATUUR ==
== Literatuur==
-[http://zoeken.zeeuwsebibliotheken.nl/?itemid=|library/vubissmart-zeeland|42276 P.J. Bouman, Geschiedenis van den Zeeuwschen landbouw in de negentiende en twintigste eeuw en van de Zeeuwsche Landbouw-Maatschappij 1843-1943 (Wageningen, 1946) 368.]
-[http://zoeken.zeeuwsebibliotheken.nl/?itemid=|library/vubissmart-zeeland|42276 P.J. Bouman, Geschiedenis van den Zeeuwschen landbouw in de negentiende en twintigste eeuw en van de Zeeuwsche Landbouw-Maatschappij 1843-1943 (Wageningen, 1946) 368.]



Huidige versie van 27 sep 2024 om 07:53

Trekkerkot, tractorhok
De tractor van de boerderij aan de Grindweg bij Yerseke wordt in een wagenloods geplaatst is aangebracht in de kop van de schuur, 4 september 1958, fotoarchief PZC, Zeeuwse Bibliotheek, Beeldbank Zeeland, recordnr. 120006

De trekkerkotten verschenen op de boerderijen in Zeeland min of meer gelijktijdig met de trekkers (tractoren), dus in de jaren 1920.

Trekkerkot als statusverhoging

Tegenwoordig worden tractoren gestald in nieuwgebouwde loodsen, zoals hier in de Spaartweg bij Kapelle, foto: J. Francke, 21 juni 2004, Zeeuwse Bibliotheek, Beeldbank Zeeland, recordnr. 115420

Smallegange noemt specifiek de komst van de rupstractor – in de tweede helft van de jaren 1930 – als aanleiding tot de bouw van trekkerkotten. Hij meent dat het bouwen van een trekkerkot niet alleen een kwestie was van bergruimte – in de eigenlijke landbouwschuren was sinds de vooruitgang in de productietechnieken vanaf ongeveer 1880 steeds meer ruimte nodig voor berging van de oogst – maar ook van status. Door het bouwen van een apart trekkerkot gaf de landbouwer aan voorbijgangers te kennen dat hij in het bezit was van een trekker. De aanschaf van een tractor was destijds dé vorm van modernisering, maar werd nog door weinig boeren aangedurfd. In 1939 werd nog geen vijf procent van het landwerk in Zeeland door tractoren verricht. Werken met paarden was voor middelgrote bedrijven dan ook gemiddeld nog goedkoper dan het gebruik van de tractor. Het is goed voor te stellen dat in die situatie status een rol speelde bij de aanschaf van een tractor: wie het deed schaarde zich in de voorhoede van de modernste landbouwers.

Brandverzekering en wagenhuis

Bij gebrek aan stalling staat deze tractor op Klein Duinvliet in Domburg gewoon in de schuur, foto: Wim Helm, 29 augustus 2000, Zeeuwse Bibliotheek, Beeldbank Zeeland, recordnr. 21228

Sommige brandverzekeringen stelden als eis dat een tractor niet in een schuur of stal mocht worden geplaatst. De ‘werkgroep brandveiligheidszorg in boerderijen’ adviseerde rond 1960 de bouw van ofwel een brandveilig afgescheiden deel van schuur of stal, ofwel een vrijstaand schuurtje voor de trekker. Uiteraard waren er ook boeren die hun trekker een plaats gaven in hun wagenhuis. Later stonden tractoren, met de overige landbouwmachines, meestal in een loods.

Auteur

-Jan Zwemer, 2013

Literatuur

-P.J. Bouman, Geschiedenis van den Zeeuwschen landbouw in de negentiende en twintigste eeuw en van de Zeeuwsche Landbouw-Maatschappij 1843-1943 (Wageningen, 1946) 368.

-G. Smallegange, Leven op ’t hof. Mensen en beesten op Zeeuwse boerderijen (Goes, 2005) 69.

-G. Smallegange, Op ´t Hof. Boerderijen en boerenerven in Zeeland (Goes, 2001) 67.

-Zierikzeesche Nieuwsbode, 15 augustus 1961.