Rondbekken: verschil tussen versies
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
kGeen bewerkingssamenvatting |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 4: | Regel 4: | ||
[[Bestand:Prikken.jpg|thumb|right300px|Prikken, bron: Fernando Losada Rodriguez Wikimedia]] | [[Bestand:Prikken.jpg|thumb|right300px|Prikken, bron: Fernando Losada Rodriguez Wikimedia]] | ||
==Rondbekken ([[prikken]], Lampreien)== | ==Rondbekken ([[prikken]], Lampreien)== | ||
Parasitaire vissen; gewervelde dieren. Het geraamte bestaat uit kraakbeen; op de ronde, onbeweeglijke kaken ligt een hoornplaat met tanden. Borst- en buikvinnen ontbreken, evenals schubben. De kieuwopeningen liggen achter de neusgaten en de ogen. De dieren hechten zich vast aan het lichaam van een levende vis en met hun beweeglijke tong en met de tanden van de zuignapvormige mond raspen zij een opening in het weefsel van hun gastheer, die de parasiet met zich mee blijft dragen. In Zeeland inheems zijn: rivierprik (Lampetra fluviátilis), parasiteert op riviervissen in de Zeeuwse stromen; zeeprik (Petromyzon marínus), parasiteert op zeevissen in het kustwater en zwemt in het voorjaar de rivieren op om te paaien. | Parasitaire vissen; gewervelde dieren. Het geraamte bestaat uit kraakbeen; op de ronde, onbeweeglijke kaken ligt een hoornplaat met tanden. Borst- en buikvinnen ontbreken, evenals schubben. De kieuwopeningen liggen achter de neusgaten en de ogen. De dieren hechten zich vast aan het lichaam van een levende vis en met hun beweeglijke tong en met de tanden van de zuignapvormige mond raspen zij een opening in het weefsel van hun gastheer, die de parasiet met zich mee blijft dragen. In Zeeland inheems zijn: [[rivierprik]] (Lampetra fluviátilis), parasiteert op riviervissen in de Zeeuwse stromen; zeeprik (Petromyzon marínus), parasiteert op zeevissen in het kustwater en zwemt in het voorjaar de rivieren op om te paaien. | ||
* Dialect: negenoog | * Dialect: negenoog | ||
==Auteur== | ==Auteur== |
Huidige versie van 29 apr 2024 om 06:45
Rondbekken |
---|
Rondbekken (prikken, Lampreien)
Parasitaire vissen; gewervelde dieren. Het geraamte bestaat uit kraakbeen; op de ronde, onbeweeglijke kaken ligt een hoornplaat met tanden. Borst- en buikvinnen ontbreken, evenals schubben. De kieuwopeningen liggen achter de neusgaten en de ogen. De dieren hechten zich vast aan het lichaam van een levende vis en met hun beweeglijke tong en met de tanden van de zuignapvormige mond raspen zij een opening in het weefsel van hun gastheer, die de parasiet met zich mee blijft dragen. In Zeeland inheems zijn: rivierprik (Lampetra fluviátilis), parasiteert op riviervissen in de Zeeuwse stromen; zeeprik (Petromyzon marínus), parasiteert op zeevissen in het kustwater en zwemt in het voorjaar de rivieren op om te paaien.
- Dialect: negenoog
Auteur
-K.F. Vaas