Cor van der Peijl

Cor van der Peijl
Cor van der Peijl. Foto: Wikimedia Commons, 1969.
Geboren	5 september 1912 Goes
Overleden	8 februari 2001 Kloetinge
Beroep	ambtenaar, directeur houtbewerkingsbedrijf en politicus

Achtergrond

Cor van der Peijl was een zoon van Jan Cornelis van der Peijl, een houtwarenfabrikant en Maatje Kloosterman. Cor van der Peijl had twee oudere broers: Theodoor Jan en Johan Jan van der Peijl. Na de lagere school behaalde Cor van der Peijl in 1930 zijn diploma HBS-A aan de Rijks-HBS in Goes. Na zijn opleiding wilde Van der Peijl eigenlijk als ambtenaar naar Nederlands-Indië, maar bij de lichamelijke keuring viel hij af. Omdat zijn vader in 1933 onverwacht kwam te overlijden bleef hij in Goes om de zaken op het houtbewerkingsbedrijf van zijn vader in het oog te kunnen houden. Cor van der Peijl begon zijn arbeidscarrière in 1930 als voluntair bij de gemeente Heinkenszand. Daarna was hij vanaf 1933 directeur van houtbewerkingbedrijf ‘La Vitesse’ te Goes.

Politiek actief

Cor van der Peijl kwam pas na de oorlog in de politiek terecht. Hij sloot zich aan bij een studiekring van de Christelijk Historische Unie (CHU), een partij die vooral aanhang had onder de Nederlands Hervormden en kwam in de noodraad van de gemeente Goes. In 1947 werd hij vervolgens voorzitter van de kiesvereniging Goes van de CHU. In 1954 werd hij in Provinciale Staten van Zeeland gekozen. Vanaf 1962 was hij fractievoorzitter voor het CHU in de Staten.

Tweede Kamer

Cor van der Peijl zat tussen van 6 november 1956 en 9 mei 1971 namens de CHU in de Tweede Kamer. Hij werd door deze partij gevraagd als opvolger van een provinciegenoot, baron Mr. W. van der Feltz. Hoewel hij er aanvankelijk weinig trek in had, stemde hij uiteindelijk toe. Werkend vanuit een kamer in Den Haag was hij daarna vier dagen in de week in de Hofstad te vinden. Zijn maiden-speech ging over de noodzaak van een tweede Prinsessenboot op de lijn Vlissingen-Breskens. Cor van der Peijl behoorde niet tot de toonaangevende christelijk-historische Kamerleden. Wel was hij binnen zijn fractie dé volkshuisvestingsspecialist. Verder hield hij zich ook bezig met verkeer en waterstaat – onder andere over de uitbreiding van rijksweg 58 - en economische zaken. In 1957 was hij één van de woordvoerders van zijn fractie bij de behandeling van de ontwerp-Deltawet. Van der Peijl behoorde tot de behoudende richting binnen de CHU en behoorde kerkelijk gezien tot de orthodoxe tak binnen de Nederlands-Hervormde Kerk.

Opvallend stemgedrag

Van der Peijl behoorde in 1965 tot de minderheid van zijn fractie die tegen de ontwerp-Mijnwet continentaal plat stemde. Twee jaar later, in 1967, behoorde hij tot de minderheid van zijn fractie die tegen een motie-Van Leeuwen c.s. (ARP) stemde over een hogere rijksbijdrage in de AWBZ. Minister Roolvink weigerde uitvoering ervan. Datzelfde jaar stemde hij als enige van zijn fractie vóór een (verworpen) motie-Westerhout over het terugdraaien van een besluit om de tarieven voor de veren over de Westerschelde te verhogen. Ook zijn Zeeuwse collega's Van Bennekom (ARP), Dusarduijn (KVP) en Schlingemann (VVD) stemden als enigen van hun fractie vóór. In 1970 behoorde hij met Scholten en jkvr. Wttewaall van Stoetwegen tot de minderheid van zijn fractie die tegen afschaffing van de opkomstplicht stemde. Ook stemde hij in 1971 tegen de motie-Kolfschoten (voordracht Tweede Kamer voor kabinetsformateur) en behoorde datzelfde jaar tot de minderheid van zijn fractie die tegen wetsvoorstel inzake het opnemen in de Grondwet van een bepaling inzake het Koninklijk Huis stemde (eerste lezing Grondwetsherziening.

Trivia

Cor van der Peijl trouwde in 1940 met Metje Wilhelmina (Meta) van Schuilwerve, dochter van de in 1933 overleden secretaris en burgemeester van Kortgene Van Schuilwerve. Het paar had vier kinderen (drie zoons en een dochter) en was woonachtig in Kloetinge. Het gezin Van der Peijl had geen televisie in huis. Cor van der Peijl stond bekend als een altijd vriendelijke man met een innemende persoonlijkheid.

Belangrijkste nevenfuncties

Cor van der Peijl vervulde vele functies in het maatschappelijk en kerkelijk leven in Zeeland. Onderstaand een overzicht.

• kerkvoogd Nederlands-Hervormde gemeente te Kloetinge
• ouderling Nederlands-Hervormde gemeente te Goes, van 1945 tot 1951
• lid bestuur zangkoor
• lid bestuur vereniging van groothandelaren in triplex en board, van 1947 tot 1950
• lid dagelijks bestuur Kamer van Koophandel voor Zeeland, van 1945 tot 1980
• ondervoorzitter Kamer van Koophandel voor Zeeland, van 1970 tot 1980
• lid bestuur Kring van de Brabants-Zeeuwse Werkgeversvereniging van het NCW (Nederlands Christelijk Werkgeversverbond), van 1976 tot 1984
• lid commissie van toezicht op het Middelbaar- en Nijverheidsonderwijs
• lid commissie opvoering productiviteit in Zeeland
• lid bestuur Hervormde Schoolvereniging
• lid commissie der Nederlandse padvinders
• lid bestuur Stichting tot behoud van Oude Kerken in Zeeland

Van 6 november 1956 tot 10 mei 1971 partijpolitieke functies:

• lid Commissie onderzoek (defensie)materieel aanschaffingsbeleid (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 3 juni 1958 tot oktober 1960
• ondervoorzitter vaste commissie voor Economische Zaken (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 2 oktober 1963 tot 10 mei 1971
• voorzitter bijzondere commissie voor het wetsontwerp Havenschap Vlissingen (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 28 november 1968 tot mei 1970
• voorzitter bijzondere commissie voor het wetsontwerp Wijziging van de Wet Goederenvervoer Binnenvaart inzake afschaffing van het stelsel van evenredige vrachtverdeling (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 18 februari 1970 tot 11 mei 1971
• voorzitter bijzondere commissie voor het wetsontwerp Havenschap Terneuzen (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 5 november 1970 tot februari 1971

Prijzen, onderscheidingen en eretekens

• Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw, 29 april 1968

Bronnen

• https://www.geni.com
• https://www.krantenbankzeeland.nl

Auteur

-W. van Gorsel, 2023