Hans Warren: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
|||
Regel 3: | Regel 3: | ||
}} | }} | ||
== Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984 == | |||
(Borssele 20 okt. 1921). Dichter, prozaïst, kritikus. Was enkele jaren ambtenaar op de gemeentesekretarie van Borssele, woonde jarenlang in Nanterre (Fr.), thans in Kloetinge. In de periode 1941-1952 publiceerde hij bijdragen over het waarnemen van vogels in tijdschriften als 'De Levende Natuur', 'Ardea', 'De Wandelaar' en 'In weer en wind’. Veelal handelen deze bijdragen over natuurgebieden in Zeeland. In het tijdschrift 'Ardea' publiceerde hij samen met D.A. Vleugel en G.F. Wilmink een 'Avifauna van Zuid-Beveland' (1947). Zijn enige ornithologische publicatie in boekvorm is de studie 'Nachtvogels' (1949). Bovendien vertaalde hij een reeks boeken over de natuur. Grote invloed had op hem Jac.P. Thijsse, die hij persoonlijk heeft gekend. Naarmate de aantasting van het Zeeuwse landschap voortging, schreef Warren minder over het natuurleven. Zijn eerste gedichten publiceerde Warren nog tijdens de oorlog in illegale tijdschriften als 'Maecenas' en 'Parade der Profeten'. In 1946 debuteerde hij met de dichtbundel ‘Pastorale'. Hij publiceerde tot 1982 achttien afzonderlijke bundels. In 1972 en in 1981 verschenen zijn 'Verzamelde gedichten'. Zijn eerste poëzie heeft voornamelijk de liefde en de natuur als onderwerp, de vorm van zijn gedichten is aanvankelijk traditioneel. De invloed van de experimentele is merkbaar in de bundel 'Leeuw lente (1954). Vanaf 'Saki' (1957) vond Warren een onmiskenbaar eigen geluid. Naar vorm is deze poëzie sober, hij schrijft in een beheerste vrije versvorm. Zijn thematiek is liefde, schoonheid en dood. Het Zeeuwse landschap speelt een rol in zijn poëzie van vóór 1957. Uiteraard krijgt Zeeland veel aandacht in zijn 'Geheim Dagboek', waarvan deel I (over de periode 1942-1944) en deel II (over de periode 1945-1948) verschenen. De korte roman 'Steen der hulp' (1975) speelt in een niet nader aangeduid Zeeuws dorp. Een belangrijke bijdrage aan het literaire leven in Zeeland levert Warren met zijn 'Letterkundige Kroniek'. Vanaf 1951 is hij als kritikus verbonden aan de Provinciale Zeeuwse Courant. Voor zijn kritische arbeid ontving hij in 1970 de Pierre Bayleprijs. In 1958 werd de bundel 'Saïd' bekroond met de Van der Hoogtprijs van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde. In 1971 kreeg hij de Zeeuwse Prijs voor Kunsten en Wetenschappen, in 1981 de Culturele Prijs van de Gemeente Goes. Jarenlang was Warren redacteur van het 'Zeeuws Tijdschrift'. Werken zie Bibliografie. | (Borssele 20 okt. 1921). Dichter, prozaïst, kritikus. Was enkele jaren ambtenaar op de gemeentesekretarie van Borssele, woonde jarenlang in Nanterre (Fr.), thans in Kloetinge. In de periode 1941-1952 publiceerde hij bijdragen over het waarnemen van vogels in tijdschriften als 'De Levende Natuur', 'Ardea', 'De Wandelaar' en 'In weer en wind’. Veelal handelen deze bijdragen over natuurgebieden in Zeeland. In het tijdschrift 'Ardea' publiceerde hij samen met D.A. Vleugel en G.F. Wilmink een 'Avifauna van Zuid-Beveland' (1947). Zijn enige ornithologische publicatie in boekvorm is de studie 'Nachtvogels' (1949). Bovendien vertaalde hij een reeks boeken over de natuur. Grote invloed had op hem Jac.P. Thijsse, die hij persoonlijk heeft gekend. Naarmate de aantasting van het Zeeuwse landschap voortging, schreef Warren minder over het natuurleven. Zijn eerste gedichten publiceerde Warren nog tijdens de oorlog in illegale tijdschriften als 'Maecenas' en 'Parade der Profeten'. In 1946 debuteerde hij met de dichtbundel ‘Pastorale'. Hij publiceerde tot 1982 achttien afzonderlijke bundels. In 1972 en in 1981 verschenen zijn 'Verzamelde gedichten'. Zijn eerste poëzie heeft voornamelijk de liefde en de natuur als onderwerp, de vorm van zijn gedichten is aanvankelijk traditioneel. De invloed van de experimentele is merkbaar in de bundel 'Leeuw lente (1954). Vanaf 'Saki' (1957) vond Warren een onmiskenbaar eigen geluid. Naar vorm is deze poëzie sober, hij schrijft in een beheerste vrije versvorm. Zijn thematiek is liefde, schoonheid en dood. Het Zeeuwse landschap speelt een rol in zijn poëzie van vóór 1957. Uiteraard krijgt Zeeland veel aandacht in zijn 'Geheim Dagboek', waarvan deel I (over de periode 1942-1944) en deel II (over de periode 1945-1948) verschenen. De korte roman 'Steen der hulp' (1975) speelt in een niet nader aangeduid Zeeuws dorp. Een belangrijke bijdrage aan het literaire leven in Zeeland levert Warren met zijn 'Letterkundige Kroniek'. Vanaf 1951 is hij als kritikus verbonden aan de Provinciale Zeeuwse Courant. Voor zijn kritische arbeid ontving hij in 1970 de Pierre Bayleprijs. In 1958 werd de bundel 'Saïd' bekroond met de Van der Hoogtprijs van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde. In 1971 kreeg hij de Zeeuwse Prijs voor Kunsten en Wetenschappen, in 1981 de Culturele Prijs van de Gemeente Goes. Jarenlang was Warren redacteur van het 'Zeeuws Tijdschrift'. Werken zie Bibliografie. | ||
= AUTEUR = | == AUTEUR == | ||
P.J. Meertens, A.L. Oosthoek, H. Warren | P.J. Meertens, A.L. Oosthoek, H. Warren | ||
= LITERATUUR = | == LITERATUUR == | ||
Ad den Besten, Stroomgebied, 179-183. Paul Rodenko, Tussen de regels, 163-167. A. Marja, Tussen de gemaskerden, 50-55. Paul Rodenko, De sprong van Münchhausen, 187-192. Warren-nummer van Maatstaf. Jan van der Vegt, Verbijstering om Herakles. Tom Lanoye, De poëzie van Hans Warren, een thematische studie. William Rothuizen, Hans Warren. Jan van der Vegt, Zo lang het duurt een eeuwigheid gelukkig. Jan Van der Vegt, Hans Warren. Tom Lanoye, Hans Warren. Elly de Schipper, De poëzie van Hans Warren. Jos Verstegen, Over 'De Olympos' van Hans Warren. Gerrit Komrij, inleiding tot 'Dit is werkelijk voor jou geschreven'. | Ad den Besten, Stroomgebied, 179-183. Paul Rodenko, Tussen de regels, 163-167. A. Marja, Tussen de gemaskerden, 50-55. Paul Rodenko, De sprong van Münchhausen, 187-192. Warren-nummer van Maatstaf. Jan van der Vegt, Verbijstering om Herakles. Tom Lanoye, De poëzie van Hans Warren, een thematische studie. William Rothuizen, Hans Warren. Jan van der Vegt, Zo lang het duurt een eeuwigheid gelukkig. Jan Van der Vegt, Hans Warren. Tom Lanoye, Hans Warren. Elly de Schipper, De poëzie van Hans Warren. Jos Verstegen, Over 'De Olympos' van Hans Warren. Gerrit Komrij, inleiding tot 'Dit is werkelijk voor jou geschreven'. | ||
[[category:persoon]] | [[category:persoon]] |
Versie van 27 mei 2014 06:37
Warren, Hans (johannes Adrianus Menne) |
---|
Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984
(Borssele 20 okt. 1921). Dichter, prozaïst, kritikus. Was enkele jaren ambtenaar op de gemeentesekretarie van Borssele, woonde jarenlang in Nanterre (Fr.), thans in Kloetinge. In de periode 1941-1952 publiceerde hij bijdragen over het waarnemen van vogels in tijdschriften als 'De Levende Natuur', 'Ardea', 'De Wandelaar' en 'In weer en wind’. Veelal handelen deze bijdragen over natuurgebieden in Zeeland. In het tijdschrift 'Ardea' publiceerde hij samen met D.A. Vleugel en G.F. Wilmink een 'Avifauna van Zuid-Beveland' (1947). Zijn enige ornithologische publicatie in boekvorm is de studie 'Nachtvogels' (1949). Bovendien vertaalde hij een reeks boeken over de natuur. Grote invloed had op hem Jac.P. Thijsse, die hij persoonlijk heeft gekend. Naarmate de aantasting van het Zeeuwse landschap voortging, schreef Warren minder over het natuurleven. Zijn eerste gedichten publiceerde Warren nog tijdens de oorlog in illegale tijdschriften als 'Maecenas' en 'Parade der Profeten'. In 1946 debuteerde hij met de dichtbundel ‘Pastorale'. Hij publiceerde tot 1982 achttien afzonderlijke bundels. In 1972 en in 1981 verschenen zijn 'Verzamelde gedichten'. Zijn eerste poëzie heeft voornamelijk de liefde en de natuur als onderwerp, de vorm van zijn gedichten is aanvankelijk traditioneel. De invloed van de experimentele is merkbaar in de bundel 'Leeuw lente (1954). Vanaf 'Saki' (1957) vond Warren een onmiskenbaar eigen geluid. Naar vorm is deze poëzie sober, hij schrijft in een beheerste vrije versvorm. Zijn thematiek is liefde, schoonheid en dood. Het Zeeuwse landschap speelt een rol in zijn poëzie van vóór 1957. Uiteraard krijgt Zeeland veel aandacht in zijn 'Geheim Dagboek', waarvan deel I (over de periode 1942-1944) en deel II (over de periode 1945-1948) verschenen. De korte roman 'Steen der hulp' (1975) speelt in een niet nader aangeduid Zeeuws dorp. Een belangrijke bijdrage aan het literaire leven in Zeeland levert Warren met zijn 'Letterkundige Kroniek'. Vanaf 1951 is hij als kritikus verbonden aan de Provinciale Zeeuwse Courant. Voor zijn kritische arbeid ontving hij in 1970 de Pierre Bayleprijs. In 1958 werd de bundel 'Saïd' bekroond met de Van der Hoogtprijs van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde. In 1971 kreeg hij de Zeeuwse Prijs voor Kunsten en Wetenschappen, in 1981 de Culturele Prijs van de Gemeente Goes. Jarenlang was Warren redacteur van het 'Zeeuws Tijdschrift'. Werken zie Bibliografie.
AUTEUR
P.J. Meertens, A.L. Oosthoek, H. Warren
LITERATUUR
Ad den Besten, Stroomgebied, 179-183. Paul Rodenko, Tussen de regels, 163-167. A. Marja, Tussen de gemaskerden, 50-55. Paul Rodenko, De sprong van Münchhausen, 187-192. Warren-nummer van Maatstaf. Jan van der Vegt, Verbijstering om Herakles. Tom Lanoye, De poëzie van Hans Warren, een thematische studie. William Rothuizen, Hans Warren. Jan van der Vegt, Zo lang het duurt een eeuwigheid gelukkig. Jan Van der Vegt, Hans Warren. Tom Lanoye, Hans Warren. Elly de Schipper, De poëzie van Hans Warren. Jos Verstegen, Over 'De Olympos' van Hans Warren. Gerrit Komrij, inleiding tot 'Dit is werkelijk voor jou geschreven'.