Huisspitsmuis: verschil tussen versies
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
kGeen bewerkingssamenvatting |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
| Regel 11: | Regel 11: | ||
==Literatuur== | ==Literatuur== | ||
Bekker, J.P. e.a., 2010: ''Zoogdieren in Zeeland; Fauna Zeelandica Deel 6, Zoogdierenwerkgroep Zeeland, Stichting Het Zeeuwse Landschap, blz. 62-64. | * Bekker, J.P. e.a., 2010: ''Zoogdieren in Zeeland; Fauna Zeelandica Deel 6, Zoogdierenwerkgroep Zeeland, Stichting Het Zeeuwse Landschap, blz. 62-64. | ||
[[http://zoeken.zeeuwsebibliotheken.nl/?itemid=|library/vubissmart-zeeland|1681022 http://zoeken.zeeuwsebibliotheken.nl/?itemid=|library/vubissmart-zeeland|1681022]] | * [[http://zoeken.zeeuwsebibliotheken.nl/?itemid=|library/vubissmart-zeeland|1681022 http://zoeken.zeeuwsebibliotheken.nl/?itemid=|library/vubissmart-zeeland|1681022]] | ||
Versie van 5 jan 2022 07:08
| Huisspitsmuis |
|---|
Huisspitsmuis (Crocidura russula)
Huisspitsmuizen hebben een lichaamslengte tussen 60 en 90 mm; de staart meet maximaal 46 mm. Ze zijn bijna uniform grijs met een lichtbruine zweem, terwijl de buikzijde wat lichter is. Niet zo opvallend, maar wel kenmerkend, zijn de spaarzaam afstaande haren op de overigens ook met korte, aanliggende haren gedrapeerde staart. Ze hebben bovendien de kenmerkende spitse snuit, die deze orde haar naam geeft: spitsmuis. Niet zo gemakkelijk bij levende dieren te zien, zijn de geheel witte tanden. Dit kenmerk heeft deze soort gemeen met de veldspitsmuis; daarmee laten deze soorten zich goed onderscheiden van de roodtandspitsmuizen, zoals bos-, dwerg, en waterspitsmuis.
Auteur
-J.P. Bekker.
Literatuur
- Bekker, J.P. e.a., 2010: Zoogdieren in Zeeland; Fauna Zeelandica Deel 6, Zoogdierenwerkgroep Zeeland, Stichting Het Zeeuwse Landschap, blz. 62-64.
- [http://zoeken.zeeuwsebibliotheken.nl/?itemid=|library/vubissmart-zeeland|1681022]