Winde: verschil tussen versies
kGeen bewerkingssamenvatting |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 4: | Regel 4: | ||
[[Bestand:Haagwinde.jpg|thumb|right300px|Haagwinde, bron: Dimitar Nayclenov, Wikimedia]] | [[Bestand:Haagwinde.jpg|thumb|right300px|Haagwinde, bron: Dimitar Nayclenov, Wikimedia]] | ||
==Winde (Convolvulus)== | ==Winde (Convolvulus)== | ||
Plantengroep, waarvan in Zeeland thans drie soorten voorkomen. Twee hiervan zijn algemene akkeronkruiden: [[haagwinde]] (Calystégia sépium) en akkerwinde (Convó1vulus arvénsis). Deze soorten worden met de volgende volksnamen aangeduid: W., Z.B., N.B., Sch. D., Z.Vl.: bewinde; W., Th., Ph., Sch.D.: maoiwinde; W.: veewinde; W., Z.B., Th., Ph., Sch. D., Z. Vl.: pispotjes; Z.B., N.B., Sch., Z.Vl.: perrepluutjes. Voor de akkerwinde wordt ook wel de naam aerdwinde (W., Sch.) gebruikt | Plantengroep, waarvan in Zeeland thans drie soorten voorkomen. Twee hiervan zijn algemene akkeronkruiden: [[haagwinde]] (Calystégia sépium) en [[akkerwinde]] (Convó1vulus arvénsis). In de buitenste stuivende gedeelten der duinen komt ook de zeewinde (Calystégia soldanélla) voor. Dit is een in overig Nederland zeldzame plant, die in de Zeeuwse duinen plaatselijk vrij veel voorkomt. Op de dijken van de vroeger in het Zandkreekgebied gelegen Calandspolder groeide het zg. Calandsklokje (Convólvulus lineátus). Het betrof hier de enige wilde groeiplaats in Nederland. Met de afsluiting van het Veerse Gat en het afgraven der dijken ter plaatse is deze plant verdwenen. | ||
Deze soorten worden met de volgende volksnamen aangeduid: W., Z.B., N.B., Sch. D., Z.Vl.: bewinde; W., Th., Ph., Sch.D.: maoiwinde; W.: veewinde; W., Z.B., Th., Ph., Sch. D., Z. Vl.: pispotjes; Z.B., N.B., Sch., Z.Vl.: perrepluutjes. Voor de akkerwinde wordt ook wel de naam aerdwinde (W., Sch.) gebruikt. | |||
==Auteur== | ==Auteur== |
Versie van 29 nov 2021 09:20
Winde |
---|
Winde (Convolvulus)
Plantengroep, waarvan in Zeeland thans drie soorten voorkomen. Twee hiervan zijn algemene akkeronkruiden: haagwinde (Calystégia sépium) en akkerwinde (Convó1vulus arvénsis). In de buitenste stuivende gedeelten der duinen komt ook de zeewinde (Calystégia soldanélla) voor. Dit is een in overig Nederland zeldzame plant, die in de Zeeuwse duinen plaatselijk vrij veel voorkomt. Op de dijken van de vroeger in het Zandkreekgebied gelegen Calandspolder groeide het zg. Calandsklokje (Convólvulus lineátus). Het betrof hier de enige wilde groeiplaats in Nederland. Met de afsluiting van het Veerse Gat en het afgraven der dijken ter plaatse is deze plant verdwenen.
Deze soorten worden met de volgende volksnamen aangeduid: W., Z.B., N.B., Sch. D., Z.Vl.: bewinde; W., Th., Ph., Sch.D.: maoiwinde; W.: veewinde; W., Z.B., Th., Ph., Sch. D., Z. Vl.: pispotjes; Z.B., N.B., Sch., Z.Vl.: perrepluutjes. Voor de akkerwinde wordt ook wel de naam aerdwinde (W., Sch.) gebruikt.
Auteur
-A.M.M. van Haperen